Zorgdragen voor de aarde.

 

Vanaf de eerste bladzijden van de Bijbel, wordt door de Schepper de taak aan de mens gegeven om zorg te dragen (onderhouden en beschermen) voor de door God gemaakte tuin. In Genesis 2:8 lezen we dat God een tuin maakt.

"Ook plantte de HEERE God een hof in Eden, in het oosten, en Hij plaatste daar de mens, die Hij gevormd had." - Genesis 2:8)


Blijkbaar verkeerde de aarde een wilde toestand toen de eerste mens werd geschapen. Hoewel er al een volledig functionerend ecosysteem bestond, om het leefbaar te maken waren enkele voorbereidingen nodig. Nadat God hier een goed begin aan had gemaakt, werden de zorg en de verantwoordelijkheid doorgegeven aan de mens, zoals vermeld wordt in vers 15.

"De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden." ("te bewerken en erover te waken" volgens de NBV) - Genesis 2:15

 

Deze zorg was waarschijnlijk ook een soort van wildbeheer, als we verder lezen omdat de mens de verantwoordelijkheid krijgt om namen te geven aan alle dieren, zoals beschreven is in de verzen 19 en 20

"De HEERE God vormde uit de aardbodem alle dieren van het veld en alle vogels in de lucht, en bracht die bij Adam om te zien hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam elk levend wezen noemen zou, zo zou zijn naam zijn. Zo gaf Adam namen aan al het vee en aan de vogels in de lucht en aan alle dieren van het veld; maar voor de mens vond hij geen hulp als iemand tegenover hem. " - Genesis 2:19-20

 

"En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen! "-. Genesis 1:27-28

 

Het was Gods bedoeling dat de mens de grenzen van zijn tuin uit zou breiden over de hele aarde. Maar Adam luisterde niet naar de enige beperking die God hem had opgedragen en werd hierdoor zwaar gestraft. zoals te lezen is in Genesis 3:17-19.

"En tegen Adam zei Hij: Omdat u geluisterd hebt naar de stem van uw vrouw en van die boom gegeten hebt waarvan Ik u gebood: U mag daarvan niet eten, is de aardbodem omwille van u vervloekt; met zwoegen zult u daarvan eten, al de dagen van uw leven; dorens en distels zal hij voor u laten opkomen en u zult het gewas van het veld eten. In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren. "

 

Tegenwoordig kunnen we zeggen dat doornstruiken bijvoorbeeld rozen en distels mooie planten zijn, maar we moeten niet vergeten dat Adam en Eva naakt waren. Of, eigenlijk bestond hun kleding op dat moment, uit een paar aan elkaar gebonden vijgenbladeren. Doorns en distels worden hier gebruikt om te tonen hoe onherbergzaam zijn nieuwe thuis zou zijn. Toch geeft God nog om de mens en zorgt Hij er voor dat de aarde nog kon voorzien in genoeg voedsel voor de mensen, maar hun dieet zou drastisch veranderen. Het vinden van voedsel zou veel moeilijker voor hen worden.

 

Genesis 3:21 geeft ons het eerste voorbeeld van het gebruik van dieren als een bron van middelen en grondstoffen. Het beschrijft hoe God de huiden van de dieren gebruikt om als kleding te dienen.

"En de HEERE God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van huiden en kleedde hen daarmee."

 

In Genesis 6 begint het verhaal van Noach en de zondvloed. Hier, in een tijd waarin de mensheid Gods toorn verdiende, zorgde God er voor om alle levende wezens te behoud en ook hierin speelt Noach een grote rol door een ark te bouwen waardoor hij en zijn gezin en de dieren die mee in de ark gingen werden behouden voor een zekere dood.

Genesis 6:12-14, 17-20
"Toen zag God de aarde, en zie, zij was verdorven; want alle vlees had een verdorven levenswandel op de aarde.Daarom zei God tegen Noach: Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen, want de aarde is door hen vervuld met geweld; en zie, Ik ga hen met de aarde te gronde richten. Maak voor uzelf een ark van goferhout. In vakken ingedeeld moet u deze ark maken en hem van binnen en van buiten met pek bestrijken."
"En Ik, zie, Ik ga een watervloed over de aarde brengen om alle vlees waarin een levensgeest is, van onder de hemel te gronde te richten; alles wat op de aarde is, zal de geest geven. Maar met u zal Ik Mijn verbond maken; en u moet in de ark gaan, u, uw zonen, uw vrouw en de vrouwen van uw zonen met u. En u moet van al wat leeft, van alle vlees, twee van elk in de ark laten komen om ze met u in leven te houden: een mannetje en een vrouwtje moeten het zijn. Van de vogels naar hun soort, van het vee naar zijn soort, en van de kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort, zullen er twee naar u toe komen, om ze in leven te houden."

 

Als we verder bladeren in de bijbel dan kunnen we concluderen dat voor genesis 9:2-3 dieren alleen werden gebruikt voor hun melk, haren, huiden, en als offers. Maar in dat vers lezen we dat de mensen toestemming krijgen om het vlees van alle dieren te gebruiken als voedsel.

"Vrees en schrik voor u zal er zijn bij alle dieren van de aarde en bij alle vogels in de lucht, bij alles wat over de aardbodem kruipt en bij alle vissen in de zee; zij zijn in uw hand gegeven. Alles wat zich beweegt, waarin leven is, zal u tot voedsel dienen; Ik heb het u allemaal gegeven, evenals het groene gewas. "

 

Toch word er nog steeds respect voor de schepping, het leven en de Schepper afgedwongen want God eist dat het bloed niet gegeten mag worden volgens Genesis 9:4.

"Maar vlees met zijn leven, zijn bloed, er nog in mag u niet eten."

 

Later wordt in Leviticus 17:13-14 meer duidelijkheid gegeven wat er moet gebeuren met het bloed.

"Iedereen van de Israëlieten en van de vreemdelingen die in hun midden verblijven, die wilde dieren of vogels die gegeten mogen worden, tijdens de jacht vangt, die moet het bloed van het dier eruit laten lopen en het met aarde toedekken. Want het is het leven van alle vlees. Hun bloed staat voor hun leven. Daarom heb Ik tegen de Israëlieten gezegd: U mag geen bloed eten van wat voor vlees dan ook, want het bloed is het leven van alle vlees. Wie dat eet, moet uitgeroeid worden. "

 

Door dit eenvoudige verbod dwingt God Noach en zijn nakomelingen Hem te erkennen als de bron van het leven dat ze nemen van de dieren voor hun eigen behoud. Dieren mogen niet worden gedood voor de sport of het plezier. Het is zelfs zo dat twee mannen in de Bijbel in een kwaad daglicht worden geplaatst, namelijk Esau en Nimrod. Van allebei wordt geschreven dat ze 'ervaren' of 'machtige' jagers zijn.

 

Er zijn zelfs wetenschappers die zeggen dat na dit moment (de zondvloed) een aantal dieren vleeseters zijn geworden. Een dergelijke wijziging kan noodzakelijk zijn om een ​​natuurlijk evenwicht na een grote ecologische ramp zoals een wereldwijde overstroming te herstellen.
Voor prooidieren die zelf geen vlees aten was ook een aanpassing nodig om zich te kunnen beschermen tegen deze roofdieren om zo een eigenplaats in de nieuwe voedselketen te verwerven. De angst voor mensen is een van de aanpassingen geweest om zichzelf te beschermen. Wij kunnen alleen maar gissen naar wat er toen allemaal is gebeurd maar een ding is wel erg logisch en dat is dat het ecologische systeem behoorlijk is veranderd.
Echter heeft God dit nieuwe ecologische systeem niet toegestaan dat dieren mensen mogen eten. Dit lezen we in Genesis 9:5-6 de straf voor het doden van een mens is de dood of de moord nu gepleegd werd door een ander mens of door een dier.

"Voorzeker, Ik zal vergelding eisen voor uw bloed, voor uw levens. Van de hand van alle dieren zal Ik vergelding eisen; ook van de hand van de mens, van de hand van ieders broeder, zal Ik vergelding eisen voor het leven van de mens. Vergiet iemand het bloed van de mens, door de mens zal diens bloed vergoten worden; want naar het beeld van God heeft Hij de mens gemaakt. "

 

Hierover lezen we ook in Exodus 21:28.

"En wanneer een rund een man of een vrouw zó stoot dat deze sterft, moet het rund zeker gestenigd worden en mag zijn vlees niet worden gegeten. De eigenaar van het rund gaat echter vrijuit."

 

We hebben dus gelezen dat de mensen dieren mochten gebruiken als voedsel maar hierbij wel respect moeten houden voor de dieren door het bloed niet te eten. Ook mag een mens niet meer nemen dan hij nodig heeft, hiervan zien we een mooi voorbeeld in Numeri 11:31-33 hier lezen we dat God kwakkels of kwartels stuurt naar het volk dat zich in de woestijn bevind.

"Toen stak er van de kant van de HEERE een wind op en voerde kwakkels aan vanaf de zee, en verspreidde ze boven het kamp, ongeveer een dagreis naar de ene kant en een dagreis naar de andere kant, rondom het kamp, ongeveer twee el hoog boven het aardoppervlak. En het volk stond op, die hele dag en die hele nacht, en heel de volgende dag, en men verzamelde de kwakkels. Wie het minst had, had tien homer verzameld, en men spreidde ze wijd voor zich uit, rondom het kamp.  Het vlees zat nog tussen hun tanden, voordat het gekauwd was, toen de toorn van de HEERE tegen het volk ontbrandde, en de HEERE bracht het volk een zeer grote slag toe. "

 

Dit voorbeeld laat ons zien dat er pogingen worden gedaan om het vlees te bewaren, maar Als we kijken naar de reactie van de Schepper, dan zien we dat de hebzucht van de mensen onaanvaardbaar zijn. De uitbreiding van het dieet van de mensen om ook dieren te mogen eten gaf ze niet recht om de grondbeginselen van behoud te negeren.

"Wanneer u onderweg een vogelnest tegenkomt, in welke boom dan ook of op de grond, met jongen of eieren, en de moeder zit op de jongen of op de eieren, dan mag u met de jongen niet ook de moeder meenemen."


Deze wet uit Deuteronomium 22:6 lijkt niet alleen voor mensen te zijn maar ook voor Roofdieren (in een meer instinctieve manier) omdat ook zij de zeer jonge, zeer oude of juist de zieke als prooi selecteren.

De principes van behoud werden zelfs uitgebreid zodat ook bomen niet zomaar mochten worden omgekapt. Deutronomium 20:19-20 laat ons dit principe zien. Zelfs tijdens de tijd van oorlogsvoering, wanneer hout belangrijk is bij de belegering van een stad, dan nog mochten ze niet zomaar alle bomen omkappen.

"Wanneer u een stad vele dagen belegert en ertegen strijdt om haar in te nemen, dan moet u haar vruchtbomen niet te gronde richten door de bijl erin te slaan. U kunt er immers van eten; daarom mag u ze niet omhakken om ze een belegeringswal voor u te laten worden, want het geboomte van het veld is voedsel voor de mens."

 

Er wordt toestemming gegeven om bomen om te kappen maar hierbij moet rekening worden gehouden met de hoeveelheid en welke je kapt en wat de reden hiervoor is.

Veel mensen hebben zowel het tonen van respect voor de aarde en de Schepper genegeerd, en zowel onze planeet en de mensheid hebben hieronder geleden. Toch hebben we nog geen toestemming om de aarde van deze vloek te bevrijden. Het is zelfs zo dat in Gods ogen dat het vergieten van bloed het land en de aarde ontheiligt of volgens een andere vertaling verontreinigt.

"U mag het land waarin u woont niet ontheiligen, want het bloed ontheiligt het land. Voor het land kan geen verzoening gedaan worden over het bloed dat erin vergoten wordt, dan door het bloed van degene die dat vergoten heeft." Numeri 35:33


Het herstel van de planeet van de destructieve mensen is een voorrecht dat de Schepper voor zichzelf gereserveerd heeft. De laatste woorden van Openbaring 11:18 laten zien dat Hij de schuldigen voor de vernietiging van de schepping, die geen rekening hebben gehouden me de door God ingestelde orde en regels, terecht moetsen staan voor wat ze hebben gedaan.

"Wij danken U, Heere, God de Almachtige, Die is en Die was en Die komt, omdat U Uw grote kracht ter hand hebt genomen en Koning geworden bent. En de volken zijn toornig geworden, en Uw toorn is gekomen en daarmee ook het tijdstip voor de doden om geoordeeld te worden, en om het loon te geven aan Uw dienstknechten, de profeten, en aan de heiligen en aan hen die Uw naam vrezen, de kleinen en de groten, en om hen te vernietigen die de aarde vernietigden. " - Openbaring 11:17,18