70 oudsten en Eldad en Medad

door Kor Kalsbeek 25-06-2016

 

Voor ik de bijbel open sla wil ik jullie een bijzondere droom vertellen die God mij een aantal maanden geleden heeft gegeven en die voor mij heel bepalend is over wat ik moet gaan doen:

 

In de droom was ik in een gebouw of stellage aan het klimmen samen met een aantal andere mensen, maar toen opeens riep iemand "kijk daar", die kant op kijkend zagen we een Menorah van 10 meter hoog die helemaal van vuur was gemaakt, kijkend naar deze vurige kandelaar merkte ik dat ik op het strand stond met achter mij het land en tussen mij en de kandelaar was rustig en kalm water, nog steeds gericht op deze kandelaar begon het langzaam te regen, en begon het water rustig te stijgen, maar er was geen angst in deze droom, we begonnen God te loven en te prijzen.

 

Waarschijnlijk zal het u niet zoveel zeggen maar later zal ik nog terug komen op deze droom en over de betekenis hiervan voor zover deze ondertussen bij mij bekend is.

 

De Parasha voor deze week is Beha'alotcha wat "Bij het omhoog heffen" of “Bij het Opstellen”  betekend en komt uit het tweede vers van Numeri 8 waar we lezen hoe de lampen op de Menorah moesten worden geplaatst zodat zij hun licht goed konden verspreiden.

 

Tot aan dit punt in de geschiedenis van het Volk Israël lezen we steeds over de 12 stammen en de daartoe aangestelde leiders, een hoofd per stam. In het laatste hoofdstuk van de vorige parasha (Numeri 7) zien we hoe de hoofden van de stammen elk een offergave brengt, en in Numeri 10;14-28 lezen we hoe het volk dat verdeeld is in de 12 Stammen optrekt onder leiding van de 12 stam oudsten.

 

Deze geschiedenis valt samen met de gebeurtenis die we in Exodus 18 kunnen  lezen, waar de schoonvader van Mozes in de woestijn/wildernis bij Mozes komt en ziet dat Mozes te veel werk moet verrichten in zijn eentje en voorstelt om bekwame mannen,  godvrezende, betrouwbare mannen te zoeken om hem te helpen. Dat brengt ons bij Numeri 11.

 

Numeri 11:16

16 De HEERE zei tegen Mozes: Verzamel voor Mij zeventig mannen uit de oudsten van Israël, van wie u weet dat zij de oudsten van het volk zijn en de beambten ervan. U moet hen bij de tent van ontmoeting brengen en zij moeten daar bij u gaan staan.

 

Hier zien we opeens dat Mozes niet de 12 oudsten moet verzamelen maar, maar liefst 70, en wat er dan gebeurd lijkt bijna op wat er op sjavouot de pinksterdag is gebeurd.

 

Numeri 11:17-25

17 Dan zal Ik neerdalen en daar met u spreken. En van de Geest Die op u is, zal Ik een deel afzonderen en op hen leggen. Zij zullen samen met u de last van dit volk dragen, zodat u die niet zelf alleen hoeft te dragen. 18 En tegen het volk moet u zeggen: Heilig u tegen morgen, en u zult vlees eten. U hebt immers ten aanhoren van de HEERE gejammerd: Wie zal ons vlees te eten geven? We hadden het zo goed in Egypte! Daarom zal de HEERE u vlees geven, en u zult eten. 19 U zult het niet één dag eten, geen twee dagen, geen vijf dagen, geen tien dagen, en geen twintig dagen, 20 maar tot een volle maand, totdat het u de neus uit komt en u ervan walgt. Want u hebt de HEERE, Die in uw midden is, verworpen, en hebt voor Zijn aangezicht gejammerd:  Waarom zijn wij eigenlijk uit Egypte vertrokken? 21 En Mozes zei: Dit volk, in het midden waarvan ik verkeer, bestaat uit zeshonderdduizend man te voet, en Ú zegt: Ik zal hun vlees geven en zij zullen er een volle maand van eten! 22 Kunnen dan voor hen zo veel stuks kleinvee en runderen geslacht worden, dat het voor hen genoeg zal zijn? Kunnen soms al de vissen in de zee voor hen verzameld worden, dat het voor hen genoeg zal zijn? 23 Maar de HEERE zei tegen Mozes:  Is de hand van de HEERE te kort? Nu zult u zien of Mijn woord werkelijkheid voor u zal worden, of niet. 24 Mozes ging naar buiten en sprak de woorden van de HEERE tot het volk. En hij verzamelde zeventig mannen uit de oudsten van het volk en stelde hen op rondom de tent. 25 Toen daalde de HEERE neer in de wolk en sprak tot hem, en Hij zonderde een deel af van de Geest Die op hem was, en droeg dat over op de zeventig mannen, die oudsten. En het gebeurde, toen de Geest op hen rustte, dat zij profeteerden, maar daarna niet meer.

 

Hier lezen we in de Thora dat God zijn Geest uitstort (dit is niet de eerste keer dat we dit lezen in Thora maar hiervoor ging het om 1 of 2  personen zoals bij Oholiab en Besallel), maar in dit geval wordt de Geest die op Mozes is verdeeld over de 70 mannen die Mozes heeft uitgezocht. Als we naar de vertalingen kijken dan zou je kunne zegen dat allen een klein beetje van de Geest die op Mozes was hebben gekregen en dat Mozes een beetje heeft moeten inleveren. Maar dit is niet een juiste interpretatie van wat hier is gebeurd. Ze ontvingen allemaal de Geest die ook Mozes had ontvangen.

 

De Ruach Ha Kodesh of de Heilige Geest is niet iets nieuwtestamentisch het gebeurde ook al in de Thora zoals we kunnen lezen.

 

Net zoals de Heilige Geest onze helper is mogen wij ook weten dat we dienaren van God zijn en zijn woorden mogen doorgeven. Zoals ook deze 70 mannen Mozes mochten ondersteunen in het leiden van het volk en onderwijzen van de verordeningen en de wetten. (Exodus 18)

 

Hieruit kunnen we zien dat de Heilige Geest die we hebben ontvangen ons Gods woorden bekend zal maken, door Zijn woord te bestuderen zal Zijn Geest ons laten zien wat we lezen en zo ontvangen we steeds meer  openbaringen uit het Woord.

 

Deze geschiedenis uit Numeri doet me denken aan een parallel die we in het nieuwe testament kunnen lezen. Maar voor ik dit ga lezen wil ik jullie ergens op attenderen. In de bijbel zoals wij die kennen  staan hoofdstukken en verzen en tussen kopjes, maar we moeten ons er van bewust zijn dat deze er niet staan in de grondteksten, daarom is het vaak ook goed om te kijken wat er voor of na een tekst staat geschreven om de context goed te kunnen begrijpen.

 

In eerste instantie stond Mozes er alleen voor om het volk te leiden en hen te onderwijzen over de verordeningen en de wetten die God heeft gegeven (Exodus 18). Dit is ook wat Yeshua ons onderwijst om op de juiste manier te leven naar de Thora niet om deze Thora teniet te doen maar om mensen juist te leren hoe ze hiernaar konden wandelen. (Mattheus 5-7)

 

Mattheus 9:35-38

35 En Jezus trok rond in al de steden en dorpen en gaf onderwijs in hun synagogen, en Hij predikte het Evangelie van het Koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. 36 Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren,  zoals schapen die geen herder hebben. 37 Toen zei Hij tegen Zijn discipelen:  De oogst is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. 38 Bid daarom tot de Heere van de oogst dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitzendt.

 

Vaak stoppen we hier met lezen maar als we naar Hoofdstuk 10 kijken dan zien we daar het vervolg van deze geschiedenis.

 

Mattheus 10:1-8

1 En Hij riep  Zijn twaalf discipelen bij Zich en gaf hun macht over de onreine geesten om die uit te drijven, en om iedere ziekte en elke kwaal te genezen. 2 De namen nu van de twaalf apostelen zijn deze: de eerste, Simon die Petrus genoemd werd, en Andreas, zijn broer; Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en Johannes, zijn broer; 3 Filippus en Bartholomeüs; Thomas en Mattheüs, de tollenaar; Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Lebbeüs, die ook Thaddeüs genoemd werd; 4 Simon Kananites en Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft. 5 Deze twaalf zond Jezus uit en Hij gebood hun: U zult u niet op weg begeven naar de heidenen en u zult geen enkele stad van de Samaritanen binnengaan, 6 maar ga liever naar de verloren schapen van het huis van Israël. 7 En als u op weg gaat,  predik dan: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. 8 Genees zieken, reinig melaatsen, wek doden op, drijf demonen uit.  U hebt het voor niets ontvangen, geef het voor niets.

 

In de Thora zien we dat er 12 leiders aangesteld zijn om de leiding te nemen over de verschillende stammen van het volk Israel, En hier in Mattheus zien we dat Yeshua zijn 12 discipelen de autoriteit geeft om hetzelfde werk te doen zoals Hij zelf ook doet.

 

Dit lezen we ook in het evangelie volgens.

 

Lucas 9:1-6

1 Hij riep  Zijn twaalf discipelen bijeen en gaf aan hen kracht en macht over alle demonen, en om ziekten te genezen,  2 en Hij zond hen op weg om het Koninkrijk van God te prediken en de zieken te genezen. 3 En Hij zei tegen hen:  Neem niets mee voor onderweg: geen staf, geen reiszak, geen brood, geen geld. Ook mag niemand van u twee stel onderkleren bij zich hebben. 4 En welk huis u ook zult binnengaan, blijf daar en vertrek vandaaruit. 5 En als ze u niet zullen ontvangen, vertrek dan uit die stad en schud ook het stof af van uw voeten, tot een getuigenis tegen hen. 6 Zij vertrokken en reisden door alle dorpen, en zij verkondigden het Evangelie en genazen overal de zieken.

 

Maar ook hier moeten we verder kijken dan onze neus lang is want in Lucas 10 lezen we het vervolg.

 

Lucas 10:1-11

1 Hierna wees de Heere nog zeventig anderen aan en zond hen twee aan twee voor Zijn aangezicht uit naar iedere stad en plaats waar Hij komen zou. 2 Hij zei dan tegen hen:  De oogst is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de Heere van de oogst dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitzendt. 3 Ga heen, zie, Ik zend u als lammeren te midden van de wolven. 4 Neem geen beurs, geen reiszak en geen sandalen mee,  en groet niemand onderweg. 5 En welk huis u ook maar binnengaat, zeg eerst: Vrede zij dit huis! 6 En als daar een zoon van vrede is, zal uw vrede op hem rusten. Zo niet, dan zal uw vrede tot u terugkeren. 7 Blijf in dat huis en eet en drink wat u door hen voorgezet wordt,  want de arbeider is zijn loon waard. Ga niet van het ene huis naar het andere huis. 8 En welke stad u ook maar binnengaat en men ontvangt u, eet wat u voorgezet wordt, 9 genees de zieken die daar zijn, en zeg tegen hen: Het Koninkrijk van God is dicht bij u gekomen. 10 Maar welke stad u ook maar binnengaat en men ontvangt u niet, ga naar buiten, de straat op, en zeg: 11 Zelfs het stof uit uw stad dat aan ons kleeft, schudden wij tegen u af. Maar weet dit, dat het Koninkrijk van God dicht bij u is gekomen.

 

Hier lezen we dat Yeshua nog 70 andere discipelen dezelfde opdracht en autoriteit geeft met dezelfde woorden er zijn nog steeds te weinig arbeiders. Zien jullie de parallel met Numeri 11?

 

Laten we nog even terug gaan naar Numeri.

 

Numeri 11:26-30

26 Twee mannen echter waren in het kamp achtergebleven. De naam van de ene was Eldad, en de naam van de andere Medad. De Geest rustte op hen – zij behoorden namelijk tot de aangeschrevenen, maar waren niet naar de tent vertrokken – en zij profeteerden in het kamp. 27 Een jongen liep snel weg en vertelde het aan Mozes, en zei: Eldad en Medad profeteren in het kamp. 28 Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van Mozes, een van zijn uitgekozen jongeren, antwoordde en zei: Mijn heer Mozes, belet het hun! 29 Maar Mozes zei tegen hem: Zet u zich voor mij in? Och, of allen van het volk van de HEERE profeten waren,  dat de HEERE Zijn Geest over hen gaf! 30 Daarna trok Mozes zich in het kamp terug, hij en de oudsten van Israël.

 

Hier lezen we over 2 mannen die nog in het kamp zijn terwijl de Geest over hen komt en spontaan beginnen ze te profeteren, uit de reactie van de Jozua zien we dat mensen hier van schrikken maar het antwoord dat Mozes geeft is hierin zo bijzonder, zou iedereen maar de Geest ontvangen, wat zou dat mooi zijn!

 

Maar nu na Shavuot kan iedereen de Heilige Geest ontvangen. En hebben niet alleen de 12 discipel of de 70 discipelen maar hebben we allemaal de opdracht gekregen om te onderwijzen, te dopen en de handen op te leggen om de Heilige Geest door te geven en discipelen te maken (die dit zelf ook weer door mogen geven).

 

Mattheus 28:19

19  Ga dan heen, onderwijs al de volken (maakt al de volken tot mijn discipelen), hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.

 

Als wij geloven dat Het woord door God is gegeven en dat we daarnaar moeten leven, en we lezen  dat Yeshua het Woord is dan moeten we ook luisteren en handelen naar Zijn woorden.

 

Wij moeten anderen leren wat Yeshua ons heeft geleerd, en heel kort samen gevat leert hij ons God lief te hebben boven alles en de naaste als ons zelf (Matth. 22, Mar 12), hier aan hangt heel de Thora en de profeten.

 

Ik heb in Numeri 11 bewust een kleinstukje over geslagen, een stukje waar we normaal overheen lezen of zelfs overslaan want namen en namenlijsten zijn niet zo interessant Toch?

Maar zijn zo ook echt zo onbelangrijk? Vaak hebben namen hele bijzondere betekenissen, en telkens als ik namen tegenkom in de Thora dan vraag ik me af "Wat betekenen die namen?" en "Wat wil YHWH ons door deze namen heen vertellen?"

 

Want door de betekenis van namen in een namenlijst achter elkaar te zetten zien we vaak hele mooie boodschappen van God boodschappen die wij door onze vertalingen niet kunnen zien.

Zo ook hier, hier lezen we 2 namen Eldad en Medad,

 

Eldad is een samenvoeging van El en dad en El betekend God en dad betekend lief of liefde zijn naam is eigenlijk "liefde voor God".

De tweede naam Medad is een samenvoeging van aMe en dad de betekenis van dad weten we al dat is liefde, maar aMe betekend volk, mensen of anderen. zijn naam betekend dan ook "liefde voor mensen" of "liefde voor anderen"

 

Is dit niet bijzonder Hier bij de uitstorting van Gods Geest op de 70 mannen wordt door de namen van deze 2 mannen het Grote Gebod benadrukt, De 70 oudsten krijgen de opdracht om en dat kunnen we door de werking van Gods Geest.

 

De opdracht die Yeshua ons geeft in Mattheus 28 wordt in Markus nog wat uitgebreider beschreven:

 

Markus 16:15-18

15 En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. 16 Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden,  maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. 17 En hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde talen zullen zij spreken; 18 slangen zullen zij oppakken; en als zij iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden;  op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden.

 

De droom waarmee ik ben begonnen heeft hier alles mee te maken, de betekenis is namelijk niet alleen voor mij maar, voor wat ik nu begrijp, voor de Messiaanse gemeenschap.

 

In het her-ontdekken van Thora zijn wij steeds verder gegroeid en hebben we bijzondere ontdekkingen gedaan, maar het gevaar is dat we ons alleen nog maar richten op Thora en op het bestuderen van Gods Woord. In mijn droom was dit het beklimmen van het gebouw of de stellage, We willen ons richten op God en steeds verder tot hem kunnen naderen, de Menorah van vuur. We staan nu met zijn allen op het strand we hebben ontdekt dat de Thora nog steeds van kracht is en dat we hier nog steeds naar moeten leven, maar om Gods wil in alles te doen moeten we nat worden we moeten het water in, we moeten ons laten vullen en onderdompelen in Gods Geest, en ons laten leiden door de Geest. God helpt ons daarbij door zijn Geest, zoals de regen ons nat maakt en de waterspiegel rustig stijgt. De opdracht die Yeshua geeft in Markus 16 is de volgende stap.

 

Als wij geloven dat we Gods woord moeten leven dan is dat niet alleen maar Thora dan moeten we ook gehoor geven aan de opdracht in Markus 16 en dan moeten de tekenen die we daar lezen ons ook volgen toch?

 

Nadat ik deze droom heb gekregen ben ik dit gaan onderzoeken en ben ik hierin uitgestapt, alleen al het genezen van de zieken is een enorm krachtig instrument wat we mogen gebruiken om het evangelie te verkondigen.

 

Een paar weken geleden sprak ik op straat 2 vrouwen aan en vroeg hen of ze ook ergens pijn hadden, waarna een van de twee zegt “dan heb je het aan de juiste personen gevraagd want ik heb een frozen shoulder en daar heb ik al 1,5 jaar last van” en de pijn die ze had was op dat moment 8 op de schaal van 10 (een frozen shoulder is dat de spieren en gewrichten helemaal verstijfd zijn waardoor de arm maar een klein stukje kan bewegen en dat er constant veel pijn wordt ervaren).

Na het een en ander te hebben verteld dat we geloven dat God nog steeds geneest gaf ze aan dat ze zelf niet geloofde maar dat ik er wel voor mocht bidden, zo gezegd zo gedaan ik heb de pijn in Yeshua's naam weggestuurd en genezing uitgesproken over de schouder. De reactie van deze vrouw was zo bijzonder want de arm kon alle kanten weer op bewegen en de pijn was volledig verdwenen. Na haar genezing was er opeens een verlangen om meer te weten over God en over Yeshua en ik heb haar het evangelie mogen vertellen, deze vrouw was aangeraakt door God en daar kon ze niet omheen. Er is daarna nog veel meer gebeurd zelfs iemand die het van een afstand had waargenomen sprak ons aan, is genezen van haar rugpijn en was ook meer dan geïnteresseerd in het evangelie.

 

Persoonlijk denk ik dat we als Messiaanse gemeenten over het algemeen teveel naar binnen zijn gericht, mensen die God en/of Yeshua niet kennen zullen niet uit zichzelf de kerk binnen komen we moeten naar buiten om te delen wat God ons heeft gegeven en Zijn Geest door ons heen laten werken.

 

De Parasha Beha'alotcha wat "Bij het omhoog heffen" of “Bij het Opstellen” van de lampen zodat ze hun licht kunnen laten schijnen en dat is ook wat wij moeten doen wij moeten ons licht laten schijnen in deze wereld en Door de Geest die we hebben ontvangen mogen… moeten we dit doen dat is de opdracht die we van Yeshua hebben gekregen.