Wat vertellen Gods feesten ons?

 

In het kort wil ik voor de feesten die God heeft ingesteld (zoals we kunnen lezen in Leviticus 23) beschrijven wat deze feesten ons vertellen, waar deze feesten ons aan herinneren, maar ook welke profetische betekenis deze feesten hebben in Gods verlossingsplan. Want zoals we kunnen lezen in de Hebreeënbrief, de wet (Thora) is een voorafschaduwing van al het goede dat nog komen moet.

(zie ook Kolossenzen 2:17, Hebreeën 8:5, Hebreeën 10:1)

 

Dit principe zien we overal in de Bijbel terug komen. Eerst komt het natuurlijke, dan het geestelijke waar het natuurlijk naar wijst (1 Korintiërs 15:46). Eerst het zichtbare en vervolgens de onzichtbare realiteit (2 Korintiërs 4:18). Eerst de herinnering aan een gebeurtenis en vervolgens de profetische betekenis hiervan.

 

Een duidelijk voorbeeld van dit principe is dat van de Hogepriester zoals beschreven is in Hebreeën 8: 1-5:

De kern van mijn betoog is dat wij een hogepriester hebben die in de hemel plaatsgenomen heeft aan de rechterzijde van de troon van Gods majesteit 2 en die de dienst vervult in het ware heiligdom, de tent die door de Heer en niet door mensenhanden is opgericht. 3 Iedere hogepriester wordt aangesteld om gaven en offers op te dragen, en dus heeft ook hij iets nodig dat hij kan opdragen. 4 Op aarde zou Jezus geen priester zijn, want daar zijn al priesters die offergaven opdragen zoals de wet dat voorschrijft. 5 Zij verrichten hun dienst in wat de afspiegeling en de voorafschaduwing is van het hemelse heiligdom, zoals dat aan Mozes geopenbaard werd toen hij begon met het oprichten van de tabernakel: ‘Let erop,’ staat er immers, ‘dat je alles vervaardigt volgens het ontwerp dat je op de berg getoond is.’

 

Eerst was er de Hogepriester in de tabernakel (die gemaakt was volgens het beeld wat God aan Mozes heeft laten zien) en in de tempel, dit is de natuurlijke of zichtbare vorm. De geestelijke of onzichtbare realiteit is Jezus als hemelse Hogepriester bij God in het hemelse Heiligdom.

Dit principe geld ook voor de feesten die God zelf heeft ingesteld en aan ons bekend heeft gemaakt.

 

De feesten die vermeld staan in Leviticus 23 zijn opgedeeld in drie delen te beginnen bij

Het wekelijks terugkerende feest van de sabbat.

En in het tweede en derde deel gaat het over de jaarlijkse feesten welke opgesplitst zijn in de voorjaarsfeesten en de najaarsfeesten.

De voorjaarsfeesten zoals deze groep feesten genoemd worden zijn:

  •        Het Pesach feest (Ex. 12:1-23, Lev. 23:4-5)
  •        Het feest van de ongezuurde broden (Ex. 12:18, Lev. 23:6-8, Deut. 16:3-4)
  •        Het feest van de eersteling (Lev. 23:10-14)
  •        Het weken feest (Ex. 23:16, Lev. 23:15-21, Deut.16:9-12)

 

De najaarsfeesten zijn:

  •        Het bazuinen feest (Lev. 23:24-25)
  •        De grote verzoendag (Lev.16, Lev.23:27-32)
  •        Het loofhutten feest (Ex. 23:16, Lev.23:34-44)
  •        De laatste grote dag (Lev. 23:36)

 

Zoals ik al heb geschreven, wil ik graag de profetische betekenis van deze feesten in Gods verlossingsplan beschrijven. Hierop vooruitlopend wil ik alvast iets kwijt over de vervulling van deze feesten. Ik vind het namelijk heel erg bijzonder om te zien dat alle voorjaarsfeesten hun profetische vervulling al hebben gekregen door het leven, sterven en de opstanding van Jezus en door de uitstorting van de Heilige geest.

De najaarsfeesten moeten daarentegen profetische nog vervuld worden in de tweede komst van Jezus. Wanneer Hij zal komen als Koning en Heerser.


De feesten van God.

 

Leviticus 23:1-2:

1 De HEERE sprak tot Mozes: 2 Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: De feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen, zijn heilige samenkomsten. Dit zijn Mijn feestdagen:

 

Vaak wordt er over de feesten uit Leviticus 23 gesproken met de term Joodse feesten maar zoals we hier duidelijk kunnen lezen spreekt God tegen Mozes en zegt uitdrukkelijk dat het “De feestdagen van de HEERE” zijn, waarna nog in het zelfde Bijbelvers een herhaling volgt met de woorden “Dit zijn Mijn feestdagen”. Wat zijn dit dan voor feesten, het zijn geheiligde dagen om samen te komen. Als God deze dagen dan heeft geheiligd (apart heeft gezet) wie zijn wij dan om niet meer naar deze dagen om te kijken, of ze te veranderen. Want als we kijken naar bijvoorbeeld Pasen dan lijkt dit vrij veel op het Pesach feest met die verschillen dat het Pesach feest maar een dag duurt en gehouden wordt op de door God vastgestelde tijd in de eerste maand op de veertiende dag. En dit geld ook voor het pinksterfeest wat te vergelijken is met het Weken feest.

Mozes heeft deze feesten dus niet ingesteld voor Israel maar God heeft ze voor zichzelf ingesteld. Wat moest Mozes dan wel doen? Hij moest ze bekend maken.

 

De wekelijkse Sabbat.

 

Leviticus 23:3

Zes dagen mag er werk verricht worden, maar op de zevende dag is het sabbat, een dag van volledige rust, een heilige samenkomst. Geen enkel werk mag u doen. Het is in al uw woongebieden een sabbat voor de HEERE.

 

De wekelijkse Sabbat is de eerste van Gods feesten. Welke terug wijst naar de schepping van de hemel en de aarde. Dit kunnen we lezen in Genesis 1:1 – Genesis 2:3, waar God in zes dagen de schepping voltooit en op de zevende dag rust en heel bijzonder Gods zegent en heiligt deze dag. Dit is voor God zo belangrijk dat Hij dit zelfs herhaalt in het vierde gebod uit de tien geboden. In Exodus 20.

 

8 Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt. 9 Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen, 10 maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen, u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw slaaf, noch uw slavin, noch uw vee, noch uw vreemdeling die binnen uw poorten is. 11 Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.

 

Wij moeten dus rusten omdat God heeft gerust en deze dag apart heeft gezet.

Waar moet dit feest gevierd worden? “in al uw woongebieden” overal waar God de Schepper van hemel en aarde geëerd wordt.

Maar dit eerste feest is niet alleen een herinnering aan de schepping en een dag om rust te houden, het geeft ons ook een blik op de toekomst om precies te zijn op het duizend jarig vrederijk. Zoals we in Psalmen 90: 4 en 2 Petrus 3: 8 kunnen lezen zijn bij God 1000 jaren als 1 dag en 1 dag als 1000 jaren, dit wordt in relatie met de schepping vaak uitgelegd als “1 scheppingsdag heeft 1000 jaren geduurd” maar met deze uitleg kan ik het niet eens zijn. De relatie die ik wil leggen heeft te maken met de profetische betekenis van de schepping.

 

Als we deze tekst toepassen op de schepping dan zouden we uit komen op 6000 jaren + 1000 jaren rust. Om dit te toetsen, kunnen we het een en ander berekenen met de leeftijden en geboorte registers die in de Bijbel zijn opgenomen, als we dit doen dan zien we dat vanaf de schepping gerekend na +/- 4000 jaren de Messias is geboren. 4000 jaren zijn gelijk aan vier dagen voor God. Wat gebeurde er na de schepping van de vierde dag? Toen pas is het leven op aarde geschapen vissen en vogels op de vijfde dag en dieren en de mens op de 6e dag. En wat zegt Johannes over Jezus “Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” (Johannes 3:16). Wat heeft Jezus gedaan Hij heeft het geestelijke leven gebracht. (hier zien we het principe ook weer terug in het natuurlijke en het geestelijke leven).

De eerste zes dagen van de schepping staan voor de tijden van de mens. De mens mag 6000 jaren heersen op de aarde en heeft er een enorme puinhoop van gemaakt.

De zevende dag is geheiligd dit is ook weer gelijk aan 1000 jaren maar deze 1000 jaren zijn de jaren waarin God zal heersen deze laatste 1000 jaren kunnen we naast Openbaring 20: 2-3 leggen waarin ons verteld wordt over het 1000 jarig vrederijk wanneer de slang (satan) gebonden zal zijn en Jezus zal heersen de zevende dag is de dag van God de duizend jaren dat God zal heersen.

Om dit te ondersteunen wil ik ook een vers uit de geschiedenis van Noach aanhalen uit Genesis 6: 3:

Toen zei de HEERE: Mijn Geest zal niet voor eeuwig met de mens twisten, omdat ook hij vlees is, maar zijn dagen zullen honderdtwintig jaar zijn.

 

In de vertalingen is hier honderd twintig jaar geschreven, maar in de grontekst staat hier het woord ‘shaw-neh’ wat het best vertaald kan worden met ‘tijden’ of ‘een vooraf bepaalde tijdseenheid’.

Deze tijden kunnen worden vertaald met een groot aantal tijdseenheden maar er is gekozen om hier jaren van te maken omdat mensen nu een maal niet ouder worden dan honderd twintig jaren. Maar God heeft meer tijdseenheden vastgesteld waaronder het sabbatsjaar een periode van 7 jaren, en het jubeljaar een periode van 7 sabbatsjaren gevolgd door het jubeljaar wat uitkomt op 50 jaren. Deze tekst uit Genesis 6 heeft niet alleen te maken met de leeftijd van de mens maar is ook weer een verwijzing naar Gods plan, als we namelijk het woordje tijden vervangen met jubeljaren staat er eigenlijk 120 maal 50 jaren wat uitkomt op 6000 jaren. Vrij vertaald staat er dan “De dagen van de mens zullen 6000 jaar zijn.”

 

In 6 dagen heeft God de aarde gemaakt en wij mogen 6000 jaren heersen over de aarde en de 7e dag is de dag van God deze duizend jaren zal Jezus heersen.

 

Dit geeft meteen de opmaat naar de andere feesten aangezien alle feesten ons inzicht geven in het grote verlossingsplan dat God met ons heeft.

 

Het Pesach feest

 

Leviticus 23:4-5

4 Dit zijn de feestdagen van de HEERE, de heilige samenkomsten, die u op hun vastgestelde tijd moet uitroepen. 5 In de eerste maand, op de veertiende dag van de maand, tegen het vallen van de avond, is het Pascha voor de HEERE.

 

In Leviticus 23 staat niet zoveel beschreven over dit feest daarom wil ik de geschiedenis uit Exodus er ook bij nemen:

Exodus 12: 1-33

1 De HEER zei tegen Mozes en Aäron, nog in Egypte: 2 ‘Voortaan moet deze maand bij jullie de eerste maand van het jaar zijn. 3 Zeg tegen de hele gemeenschap van Israël: “Op de tiende van deze maand moet elke familie een lam of een bokje uitkiezen, elk gezin één. 4 Gezinnen die te klein zijn om een heel dier te eten, nemen er samen met hun naaste buren een, rekening houdend met het aantal personen en met wat ieder nodig heeft. 5 Het mag het jong van een schaap zijn of het jong van een geit, als het maar een mannelijk dier van één jaar oud is zonder enig gebrek. 6 Houd dat apart tot de veertiende van deze maand; die dag moet de voltallige gemeenschap van Israël de dieren in de avondschemer slachten. 7 Het bloed moeten jullie bij elk huis waarin een dier gegeten wordt, aan de beide deurposten en aan de bovendorpel strijken. 8 Rooster het vlees en eet het nog diezelfde nacht, met ongedesemd brood en bittere kruiden. 9 Het dier mag niet halfgaar of gekookt worden gegeten, maar uitsluitend geroosterd, en in zijn geheel: met kop, poten en ingewanden. 10 Zorg dat er de volgende morgen niets meer van over is. Mocht er toch iets overblijven, dan moet je dat verbranden. 11 Zo moeten jullie het eten: met je gordel om, je sandalen aan en je staf in de hand, in grote haast. Dit is een maaltijd ter ere van de HEER, het pesachmaal. 12 Ik zal die nacht rondgaan door Egypte, en ik zal daar alle eerstgeborenen doden, zowel van de mensen als van het vee, en ik zal alle Egyptische goden van hun voetstuk stoten, want ik ben de HEER. 13 Maar jullie zal ik voorbijgaan: aan het bloed zal ik jullie huizen herkennen, en door dat merkteken zal de dodelijke plaag waarmee ik Egypte straf, jullie niet treffen.

 

God eiste van Farao door de bediening van Mozes: “Laat mijn volk gaan, om in de woestijn ter ere van mij een feest te vieren.” (Exodus 5:1). Maar omdat de Farao weigerde werd Egypte door een reeks plagen getroffen op die manier toonde God Zijn grote macht en verloste de Israëlieten uit slavernij in Egypte. Na negen plagen in deze reeks, gaf God voordat de tiende plaag zou komen, specifieke instructies die iedereen moest opvolgen om niet getroffen te worden door de tiende plaag. Dit kunnen we lezen in Exodus 12.

God zei dat iedere Israëliet op de tiende dag van de eerste maand een lam of geitenbokje moest uitkiezen dat groot genoeg was om het hele gezin te voeden. Het moest een eenjarig mannelijk dier zijn, zonder enig gebrek. Op de veertiende dag van die maand, moest het dier gedood worden en een deel van het bloed moest op de deurposten van hun huis worden aangebracht. Het dier moest vervolgens gebraden worden en gegeten met ongezuurd brood en bittere kruiden.

Vervolgens vertelde God dat Hij in deze nacht alle eerstgeborenen van Egypte zou doden en Farao ertoe zou brengen hen vrij te laten uit slavernij. De eerstgeborene van elk Israëlitisch gezin zou beschermd worden als het teken van het bloed aan de deurpost van hun huis was aangebracht.

 

Later wordt ter herinnering aan deze gebeurtenis door God een Gedenkdag ingesteld die bekend staat als het Pesach feest.

 

Door schrijvers van latere Bijbelboeken uit het nieuwe testament wordt uitgelegd dat de jaarlijkse viering van het Pesach feest symbool staat voor Jezus kruisiging. Paulus verwijst naar Jezus met de woorden “ons Pesachlam” in 1 Korinthiërs 5:7, en Johannes vermeldde dat Johannes de Doper Christus herkende als “het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.” zoals we kunnen lezen in Johannes 1:29.

Het lam zonder enig gebrek is een voorafspiegeling van Jezus die het volmaakte, zondeloze offer voor onze zonden is. Hebreeën 9:11-12 meldt ons het volgende:

11 Christus daarentegen is aangetreden als hogepriester van al het goede dat ons is toebedacht: hij is door een indrukwekkender en volmaakter tent – die niet door mensenhanden gemaakt is en niet behoort tot onze schepping – 12 voor eens en altijd het hemelse heiligdom binnengegaan, en dan niet met bloed van bokken en jonge stieren maar met zijn eigen bloed. Zo heeft hij een eeuwige verlossing verworven.

 

Jezus, kocht ons met Zijn bloed als ons Pesach lam zodat God onze zonden zou kunnen vergeven.

 

Waarom moest Jezus sterven? Hij moest sterven omdat dat de enige manier was waarop God onze zonden zou kunnen vergeven. In de Bijbel lezen we dat zonde het overtreden van Gods wet is (1 Johannes 3:4). Wij hebben allemaal gezondigd en kunnen uit ons zelf niet bij God komen (Romeinen 3:23). Wij hebben allemaal de doodstraf verdiend voor onze ongehoorzaamheid zoals we kunnen lezen in Romeinen 6:23. Paulus beschreef de grote liefde die Jezus toonde door Zijn leven voor ons te geven in Romeinen 5:6-8. Iedereen zou voor eeuwig van God verwijderd zijn als niet op een of andere manier de straf voor onze zonden werd betaald. Jezus, die een volmaakt leven leidde als het smetteloze Lam van God, stierf in onze plaats. Zijn dood was de enig mogelijke vervanging voor onze dood. Door Zijn offer werd voor onze zonden betaald. Hij stierf in onze plaats zodat wij voor eeuwig met Hem zouden kunnen leven.

 

Zoals we hebben gelezen moest op de tiende dag een Lam in huis worden genomen, en het moest op de veertiende dag worden geslacht.

Op deze tiende dag van de eerste maand is ook het volk Israel door de Jordaan getrokken en het land Kanaän in getrokken, zoals we kunnen lezen in Jozua 4: 19:

19 Het volk was de tiende van de eerste maand uit de Jordaan opgeklommen, en zij sloegen hun kamp op in Gilgal, aan de oostkant van Jericho.

 

En ook is dit binnen halen van het Lam profetisch door Jezus vervuld. Als we kijken naar de geschiedenis dan zien we dat de intocht van Jezus in Jeruzalem plaats vond op de tiende dag dit kunnen we herleiden uit Johannes 12 waar we het volgende lezen.
 

Johannes 12: 1, 12-13

1 Jezus  dan kwam zes dagen voor het Pascha in Bethanië, waar Lazarus was, die gestorven was maar die Hij uit de doden opgewekt had.

12 Toen de volgende dag een grote menigte die naar het feest gekomen was, hoorde dat Jezus naar Jeruzalem kwam, 13 namen zij de takken van de palmbomen en gingen de stad uit Hem tegemoet en riepen: Hosanna! Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere, de Koning van Israël!

 

Het ongezuurde broden feest (Chag haMatsot)

 

Leviticus 23: 6-8

6 En op de vijftiende dag van die maand is het Feest van de ongezuurde broden voor de HEERE. Zeven dagen lang moet u dan ongezuurde broden eten. 7 Op de eerste dag moet u een heilige samenkomst hebben. Geen enkel dienstwerk mag u dan doen. 8 Zeven dagen lang moet U de HEERE een vuuroffer aanbieden. Op de zevende dag is er dan een heilige samenkomst. Geen enkel dienstwerk mag u dan doen.

 

Meteen na het Pesach feest volgt het feest van de ongezuurde broden dat 7 dagen duurt, dit herinnert ons er aan dat het volk Israel haastig moest vertrekken hierdoor was er geen tijd om brood te gisten/laten rijzen. Zoals we ook kunnen lezen in Deuteronomium 16: 3.

3 Bij dat vlees mag u geen gedesemd brood eten, maar alleen ongedesemd brood, gedurende zeven dagen. Het is het tranenbrood dat u, zolang u leeft, zal herinneren aan de dag waarop u wegtrok uit Egypte, aan dat overhaaste vertrek.

 

Een gebruik bij de seder-maaltijd is dat een matzes bij het begin van de maaltijd in tweeën wordt gebroken en het grootste stuk wordt in een doek gewikkeld en weggelegd.

Na de maaltijd wordt vervolgens dit brood weer tevoorschijn gehaald. Dit is een mooie brug naar de profetische betekenis van dit feest, dit opzij gelegde stuk brood geeft een mooi beeld van het lichaam van Jezus dat verbroken werd en in doeken werd gewikkeld en begraven en na drie dagen weer opstond uit het graf.

Van dit verbroken brood wordt ook gezegd dat dit het brood is wat Jezus brak en waarvan Hij zij “Neem, eet, dit is Mijn lichaam.”( Marcus 14:22).

 

Het zuurdesem in het brood is een beeld van de zonde een vergelijking die door Jezus wordt gemaakt in Mattheüs 16:5-12.

 

Het Ongezuurde brood is dan ook een symbool dat naar Jezus wijst Hij heeft een Zondeloos leven geleid Hij is het brood zonder zonde zoals we kunnen lezen in Johannes 6:51-58.

51 Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het leven van de wereld. 52 De Joden dan redetwistten met elkaar en zeiden: Hoe kan Hij ons Zijn vlees te eten geven? 53 Jezus dan zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als u het vlees van de Zoon des mensen niet eet en Zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in uzelf. 54   Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. 55 Want Mijn vlees is het ware voedsel en Mijn bloed is de ware drank. 56 Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. 57 Zoals de levende Vader Mij gezonden heeft, en Ik leef door de Vader, zo zal ook wie Mij eet, leven door Mij. 58 Dit is het  brood dat uit de hemel neergedaald is; niet zoals uw vaderen het manna gegeten hebben en gestorven zijn. Wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.

 

Maar het ongezuurde broden feest vraagt van ons om zelf ook ongezuurd te zijn zoals Paulus duidelijk verwoord in 1 Korintiërs 5:6-8:

6 Uw roem is niet goed. Weet u niet dat een klein beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt? 7 Verwijder dan het oude zuurdeeg, opdat u een nieuw deeg zult zijn. U bent immers ongezuurd, want ook ons Paaslam is voor ons geslacht: Christus. 8 Laten wij dus feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosaardigheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid.

 

Het Joodse volk onderneemt voor het begin van dit feest een ware speurtocht opdat er geen enkel kruimeltje zuurdesem meer wordt gevonden. Op die zelfde mannier moeten we wanneer we Jezus aangenomen hebben als het Pesach lam, het zuurdesem van de zonde uit ons leven wegdoen.

Maar uit onszelf kunnen we niet leven zonder dat we zondigen, gelukkig mogen we door het Offer van Jezus die onze zonden op zich heeft genomen, ongezuurd zijn.

Want iedereen, die zijn zonden belijdt, wordt gereinigd van de zonden. Het bloed van Jezus maakt ons witter dan sneeuw. De Heilige Geest helpt ons met het zoeken naar dit zuurdesem van de zonde. Wanneer we deze zonden hebben ontdekt moeten ze ook wegdoen wat door Gods genade mogelijk is, doordat Jezus ze mee genomen heeft in de dood en ze daar heeft achtergelaten.

 

De offer van de eersteling (Jom haBikoeriem)

 

Leviticus 23: 9-14

9 De HEERE sprak tot Mozes: 10 Spreek tot de Israëlieten, en zeg tegen hen: Wanneer u in het land komt dat Ik u geven zal, en u de oogst ervan binnenhaalt, dan moet u de eerste schoof van uw oogst naar de priester brengen. 11 Hij moet de schoof voor het aangezicht van de HEERE bewegen, opdat Hij een welgevallen in u vindt. Op de dag na de sabbat moet de priester de schoof bewegen. 12 U moet op de dag dat u de schoof beweegt, een lam zonder enig gebrek van een jaar oud als brandoffer voor de HEERE bereiden, 13 met een bijbehorend graanoffer van twee tiende efa meelbloem, met olie gemengd, als een vuuroffer voor de HEERE, een aangename geur, en een bijbehorend plengoffer van een kwart hin wijn. 14 U mag geen brood, geroosterd graan en vers graan eten tot op deze zelfde dag dat u de offergave van uw God gebracht hebt. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door, in al uw woongebieden.

 

Het offer van de Eersteling valt midden in het ongezuurde broden feest en maakt het geheel van het Pesach feest en het feest van de ongezuurde broden compleet. Dit feest werd pas gevierd in het Beloofde land, veertig jaar na de uittocht uit Egypte.

Met dit offer begon de eerste oogst van tarwe en gerst. Voordat het volk mochten gaan oogsten moesten zij op de eerste dag na de wekelijkse sabbat tijdens het feest van de ongezuurde broden een garve van de eerstelingen offeren (een handvol granen). De priester hief de garve op voor het aangezicht van God om deze zo aan God te offeren. Hierna mochten de Israëlieten beginnen met het binnen halen van de oogst, omdat door de heiliging van de eerstelingen, de hele oogst heilig was.

 

Wat vertelt dit offer ons nog meer?

Nadat Jezus was gestorven en begraven is Hij drie dagen en drie nachten in het graf gebleven waarna Hij opstond uit de dood op het einde van de sabbat. De eerste dag na de sabbat, nadat Jezus was opgestaan is Hij voor het eerst gezien door de vrouwen die Hem wilden balsemen. Hij is de eersteling van de nieuwe oogst. Maar hier kunnen we nog iets bijzonders aan toevoegen waar de meeste mensen overheen lezen.

Ik wil dan ook een kort stukje van de geschiedenis na de opstanding van Jezus aanhalen uit het Johannes evangelie, Johannes 20: 11-18.

11 Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, 12 en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. 13 ‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’ 14 Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. 15 ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ 16 Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.) 17 ‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’

 

Hier lezen we dat Maria Jezus niet vast mocht houden omdat Hij nog niet opgestegen was naar de Vader. Maar als we in dit zelfde hoofdstuk verder lezen zien we in vers 27 dat Tomas Jezus wel mag aanraken.

27 en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’

 

En ook op andere plaatsten lezen we dat men Jezus aanraakte na zijn opstanding.

 

Zoals de priester de schoof voor het aangezicht God omhoog moest heffen zodat die als offer zou worden aanvaard. Wat moest gebeuren op de dag na de Sabbat. Zo moest Jezus zichzelf aan God tonen als eerste oogst uit de dood, zodat Jezus als offer door God zou worden aanvaard, op de eerst dag na de sabbat.

 

Hieruit en uit het feit dat Jezus zelf zegt dat Hij eerst moest opstijgen naar de Vader, mogen we concluderen dat Jezus tussen deze twee momenten bij de Vader moet zijn geweest. Wanneer is Jezus dan opgestegen naar de Vader? Dit kan volgens mij maar op één moment zijn geweest, dit moet op het zelfde tijdstip zijn geweest wanneer de Hogepriester de garve ophief om deze aan God te tonen, omdat Jezus de eersteling is van de nieuwe oogst.

 

Het weken feest. (Sjawoeot)

 

Leviticus 23: 15-22

15U moet dan vanaf de dag na de sabbat gaan tellen, vanaf de dag dat u de schoof van het beweegoffer gebracht hebt. Zeven volle weken zullen het zijn. 16 Tot de dag na de zevende sabbat moet u vijftig dagen tellen. Dan moet u de HEERE een nieuw graanoffer aanbieden. 17 Uit uw woongebieden moet u twee broden meebrengen, bestemd voor een beweegoffer. Ze moeten van twee tiende efa meelbloem zijn, met zuurdeeg gebakken; het zijn de eerstelingen voor de HEERE. 18 U moet dan samen met het brood zeven lammeren zonder enig gebrek van een jaar oud, en één jonge stier – het jong van een rund – en twee rammen aanbieden. Ze zijn een brandoffer voor de HEERE, met het bijbehorende graanoffer en de bijbehorende plengoffers, een vuuroffer, een aangename geur voor de HEERE. 19 Verder moet u één geitenbok als zondoffer en twee lammeren van een jaar oud als dankoffer bereiden. 20 De priester moet ze met het brood van de eerstelingen als beweegoffer voor het aangezicht van de HEERE bewegen, met de twee lammeren. Ze zijn een heilige gave voor de HEERE, bestemd voor de priester. 21 U moet op diezelfde dag uitroepen dat u een heilige samenkomst hebt. U mag geen enkel dienstwerk doen. Het is een eeuwige verordening, in al uw woongebieden, al uw generaties door. 22 Wanneer u de oogst van uw land binnenhaalt, mag u de rand van uw akker bij het binnenhalen van uw oogst niet helemaal afmaaien, en wat van uw oogst is blijven liggen, mag u niet oprapen. U moet het laten liggen voor de arme en de vreemdeling. Ik ben de HEERE, uw God.

 

Het volgende feest, het Weken feest, is onder verschillende namen bekend:

1.  Het feest van de oogst (Exodus 23:16) dit verwijst het naar de eerstelingen (Numeri 28:26), die bij het beëindigen van de voorjaarsoogsten van het graan waren ingezameld.

(Exodus 23:16).

2.  Het Weken feest of in het Hebreeuws Sjawoeot (Exodus 34:22), een naam die afgeleid is van de zeven weken plus één dag (50 dagen in totaal) die geteld worden om te bepalen wanneer dit feest gevierd moet worden zoals we hierboven hebben kunnen lezen.

3.  Pentecost wat afgeleid is van het Griekse woord Pentecostos wat vijftig betekend.

4.  Pinksteren de Nederlandse benaming afgeleid van het griekse Pentecostos

5.  Sinksen of Sinxen, een verbastering van het Oude Franse woord sinquiesme wat vijftigste betekent.

 

In Israel is de meest algemene naam voor dit feest het Weken feest, ofwel Sjawoeot in het Hebreeuws. Bij de viering van dit feest wordt een van de grootste gebeurtenissen in de geschiedenis herdacht: de door God op de berg Sinai geopenbaarde wet.

Maar dit feest is niet alleen een herinnering aan het ontvangen van de wet op de Sinai want op het eerste weken feest nadat Jezus was opgestaan is de Heilige geest uitgestort over de volgelingen van Jezus die bijeen waren in Jeruzalem zoals we kunnen lezen in Handelingen 2: 1-4.

1 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. 2 Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. 3 Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, 4 en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.

 

Deze bijzondere gebeurtenis geeft de komst van de heilige Geest aan die Gods wet in het hart schrijft van de mensen die geloven dat Jezus als Pesach lam voor hun zonden is gestorven en is opgestaan. Om de vraag te beantwoorden hoe de Heilige Geest Gods wet in ons hart schrijft, moeten we eerst kijken naar wat de wet is. Jezus, heeft zelf een hele duidelijke omschrijving gegeven van de wet nadat de farizeeën hem probeerden op de proef te stellen met de vraag wat het belangrijkste gebod in de wet is. Het antwoord op deze vraag lezen we in Matteus 22: 37-40.

37 Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dat is het grootste en eerste gebod. 39 Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. 40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’

 

Hier laat Jezus zien dat liefde de basis van de hele wet en de profeten is.

En ook in de brief aan de Romeinen zien we dit weer terug komen.

Romeinen 13: 8-10

8 Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de gehele wet vervuld. 9 Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ 10 De liefde berokkent uw naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de liefde.

 

Deze tekst wordt vaak maar gedeeltelijk geciteerd en daarmee uit zijn verband gehaald, door alleen maar vers 8 te lezen. De andere verzen zijn hier van cruciaal belang, deze verzen maken duidelijk dat het gaat om de uitwerking die de liefde heeft, waardoor het gedrag van mensen wordt veranderd en we vanuit de liefde naar Gods wetten gaan leven.

 

De wet vindt dus zijn oorsprong in de liefde. Hoe wordt dan de wet in ons hart geschreven?

1.     Door ons hart te vullen met Goddelijke Liefde, zoals we ook kunnen lezen in Romeinen 5:5.

5 Deze hoop zal niet worden beschaamd, omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de heilige Geest, die ons gegeven is.

2.     Door de Thora te bestuderen, dit lezen we bijvoorbeeld in Psalmen 1:2:

maar die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE en Zijn wet dag en nacht overdenkt.

En in Jozua 1:8:

Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag en nacht overdenken, zodat u nauwlettend zult handelen overeenkomstig alles wat daarin geschreven staat. Dan immers zult u uw wegen voorspoedig maken en dan zult u verstandig handelen.

 

Als we dit doen zal Gods geest ons inzicht geven en leren we om Zijn geboden te houden vanuit de liefde voor God.

 


Het bazuinen feest (Jom Teroea)

 

Leviticus 23: 23-25

23 De HEERE sprak tot Mozes: 24 Spreek tot de Israëlieten en zeg: In de zevende maand, op de eerste dag van de maand, moet u een rustdag houden, een gedenkdag aangekondigd door bazuingeschal, een heilige samenkomst. 25 U mag geen enkel dienstwerk doen en u moet de HEERE een vuuroffer aanbieden.

 

Over het bazuinenfeest deelt Leviticus 23 niet zo veel mee. De bazuin wordt op de eerste dag van de zevende maand geblazen om het volk op te roepen tot een periode van inkeer en berouw, als voorbereiding op de Grote Verzoendag. Het bazuinen feest blaast als het ware de najaarsfeesten in.

 

Op deze dag moet de bazuin geblazen worden, waarmee het volk opgeroepen wordt om terug te keren naar God (Teshuvah) en de juiste houding tegenover de Hem aan te nemen. In woord en daad.

Laten we, om de symboliek van bazuinen beter te begrijpen, eens zien hoe dit instrument in de Bijbel gebruikt werd. Dit kunnen we lezen in Numeri 10:1-10.

1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Maak van gedreven zilver twee trompetten om de gemeenschap bijeen te roepen en om het sein tot opbreken van het legerkamp te geven. 3 Wordt er op beide trompetten geblazen, dan moet de hele gemeenschap zich bij je verzamelen, bij de ingang van de ontmoetingstent. 4 Als op een ervan geblazen wordt, verzamelen de leiders van Israël, de aanvoerders van de legereenheden, zich bij je. 5 Wordt er een luid signaal geblazen, dan breken de afdelingen op die aan de oostkant gelegerd zijn; 6 op een tweede luid signaal breken de afdelingen op die aan de zuidkant gelegerd zijn. Telkens als het kamp moet worden opgebroken, moet er een luid signaal gegeven worden. 7 Voor het bijeenroepen van de gemeenschap gebeurt dat niet: dan wordt er geen luid signaal geblazen, maar een gewone trompetstoot gegeven. 8 Het blazen op de trompetten is de taak van Aärons nakomelingen, de priesters. Deze bepaling blijft voor altijd van kracht, voor alle komende generaties. 9 Als jullie in je eigen land door vijanden worden belaagd en ten strijde trekken, blaas dan een alarmsignaal om de HEER, jullie God, aan jullie te herinneren; dan zul je van je vijanden worden verlost. 10 Ook als jullie feestvieren, op de vaste feesten en bij nieuwemaan, en brandoffers en vredeoffers brengen, moet er op de trompetten geblazen worden om jullie in herinnering te brengen bij jullie God. Ik ben de HEER, jullie God.’

 

God gaf het oude Israël instructie in het gepast gebruik van bazuinen om belangrijke boodschappen over te brengen. Het blazen van één bazuin betekende een bijeenkomst van de leiders van Israël. Twee bazuinen werden geblazen om een vergadering van geheel het volk bijeen te roepen. Maar ook bij de strijd en in verband met de feesten, zoals we net hebben gelezen werd de bazuin veelvuldig geblazen.

God gebruikte ook een bazuin om Zijn ontmoeting met Israël aan te kondigen, toen Hij neerdaalde op de berg Sinai (Exodus 19:16-18).

 

Bazuinen zijn uitstekende instrumenten om de aandacht te trekken of signalen door te geven omdat ze het geluid over grote afstanden kunnen overbrengen. Als de bazuin in Jeruzalem werd geblazen dan kon dit tot in Jericho gehoord worden, dit is een afstand van ruim 20 Kilometer.

 

Vanuit de historie valt er niet veel over deze dag te zeggen, behalve dat in het oude Israël, alle konningen op deze dag tot koning werden gezalfd, het is onduidelijk waar dit vandaan komt maar opmerkelijk is het wel, zeker wanneer we naar de profetische betekenis van deze dag gaan kijken. De betekenis van het Bazuinenfeest is namelijk niets minder dan de terugkeer van Jezus naar de aarde, om het Koninkrijk van God te vestigen. Het boek Openbaring openbaart een reeks wereldschokkende gebeurtenissen, voorgesteld door engelen die op zeven bazuinen blazen. Het blazen van de laatste bazuin, door de zevende engel, betekent dat Jezus als koning komt om te heersen tot in eeuwigheid zoals we in Openbaring 11:15 kunnen lezen.

15 Toen blies de zevende engel op zijn bazuin. In de hemel klonken luide stemmen, die zeiden: ‘Nu begint de heerschappij van onze Heer over de wereld, en die van zijn Messias. Hij zal heersen tot in eeuwigheid.’

De wederkomst van Jezus is als laatste en belangrijkste gebeurtenis verbonden met het blazen op de profetische bazuinen. Het Bazuinenfeest brengt ook de toekomstige vervulling van de vele oudtestamentische profetieën die spreken over een als koning komende Messias, die zal heersen met macht en autoriteit. Het verlangen naar een zegevierende Messias was onmiddellijk na de opstanding van Jezus in de gedachten van de apostelen. Ze stelden dan ook meteen deze vraag zoals we kunnen lezen in Handelingen 1:6.

‘Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?

Nog tijdens Zijn leven op aarde had Jezus gesproken over verschillen tussen Zijn eerste en tweede komst.

Toen Pontius Pilatus, de gouverneur van Judea, Jezus vlak voor de kruisiging ondervroeg, stelde Jezus duidelijk dat Hij niet was gekomen om in die tijd te heersen.

36 Jezus antwoordde: ‘Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier.’ 37 Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt dat ik koning ben,’ zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’ (Johannes 18:36-37).

Na de opstanding van Christus verwachtten de apostelen de vervulling van Jezus beloften. Zij waren zich bewust van Messiaanse profetieën zoals van Jesaja 9:5-6, die een tijdperk beschrijven wanneer “de heerschappij rust op Zijn schouder” en “Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen.”

In antwoord op de vraag van de apostelen, of Hij spoedig het Koninkrijk zou vestigen, vertelde Jezus hun dat het niet hun zaak was dit te weten, zoals we kunnen lezen in het antwoord van Jezus in Handelingen 1:7-8, maar dat zij zich moesten richten op de verspreiding van het evangelie – het goede nieuws – in de gehele wereld.

 

Pas later openbaarde Jezus veel meer details over deze belangrijke periode. In het boek Openbaring wordt beschreven Wat er allemaal nog staat te gebeuren.

Maar ook lezen we hier van de tweede komst van Jezus onder het geluid van een bazuin in Openbaring 11:15.

 

De Grote verzoendag (Jom kipoer)

 

Leviticus 23: 26-32

26 De HEERE sprak tot Mozes: 27 Alleen op de tiende dag van deze zevende maand is de Verzoendag. U moet een heilige samenkomst houden. U moet uzelf dan verootmoedigen en de HEERE een vuuroffer aanbieden. 28 Op diezelfde dag mag u geen enkel werk doen, want het is de Verzoendag, om voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verzoening voor u te doen. 29 Voorzeker, iedere persoon die zich op diezelfde dag niet verootmoedigt, moet van zijn volksgenoten worden afgesneden. 30 En elke persoon die op diezelfde dag enig werk verricht, die persoon zal Ik uit het midden van zijn volk ombrengen. 31 U mag geen enkel werk doen. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door, in al uw woongebieden. 32 Het moet voor u een sabbat zijn, een dag van volledige rust, en u moet uzelf verootmoedigen. 's Avonds, op de negende dag van de maand, moet u uw sabbat vieren, vanaf de avond tot aan de volgende avond.

 

De Grote verzoendag is, zoals de naam al zegt een dag van verzoening met elkaar, maar bovenal verzoening met God. En zoals we kunnen lezen is dit voor God heel erg belangrijk. Want, wie zich niet verootmoedigd moet worden verstoten, en wie werkt moet worden omgebracht, dat is nogal wat. Een meer gedetailleerde beschrijving van dit feest vinden we in Leviticus 16. Hier wordt beschreven hoe God zijn instructies geeft voor het houden van de Grote Verzoendag. Hoewel er sinds het offer van Christus geen noodzaak meer is voor dierlijke offers, draagt dit hoofdstuk in belangrijke mate bij tot ons begrip van Gods plan. Opvallend is dat de priester twee geitenbokken moest kiezen als zondoffer voor het volk, en dat hij ze aan de HERE moest tonen (vers 5, 7). Aäron, de hogepriester, moest het lot werpen om er één uit te kiezen “voor de HERE,” die hij als offer moest brengen (vers 8-9). Deze geitenbok stelde Jezus Christus voor, die gedood zou worden om de straf te betalen voor onze zonden. De andere geitenbok was voor een totaal ander doel bestemd zoals we kunnen lezen in Leviticus 16:10.

 

Maar de bok waarop het lot is gevallen om weggaande bok te zijn, moet levend voor het aangezicht van de HEERE geplaatst worden, om daarmee verzoening te doen door hem als weggaande bok de woestijn in te sturen.

 

Wat hier erg belangrijk is, is dat deze geitenbok niet gedood mocht worden. (vers 21,22)

 

21 Aäron moet zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen en al de ongerechtigheden van de Israëlieten belijden, al hun overtredingen, overeenkomstig al hun zonden. Hij moet die op de kop van de bok leggen en hem door de hand van een man, die daarvoor gereedstaat, de woestijn in sturen. 22 Zo draagt de bok al hun ongerechtigheden op zich weg naar een onbewoond gebied. Hij moet dan de bok de woestijn in sturen.

 

De hogepriester legde zijn handen op deze bok en beleed daarover de zonden van het volk. Waarom? Als huidige heerser over de wereld draagt de duivel verantwoordelijkheid voor de wijze waarop hij de mensen verleidt tot zonde. Het wegzenden van de met zonde beladen geitenbok betekende het volkomen verwijderen van de zonden van het volk en het, als het ware, overdragen van de zonden op de Satan bij wie ze thuis horen. Een “zondebok” wordt in het hedendaagse spraakgebruik ten onrechte verantwoordelijk gehouden voor de fouten van anderen. Deze term kan echter niet voor Satan worden gebruikt; Satan is geen zondebok in de huidige betekenis van het woord. In plaats van ten onrechte de schuld te dragen van de zonde, zal Satan verantwoordelijk worden gehouden voor zijn eigen weloverwogen handelingen, waardoor hij de mensen duizenden jaren lang tot zonde heeft verleid. De symboliek van de levende geitenbok is vergelijkbaar met het lot van Satan en zijn demonen, God zal ze verbannen voordat de duizendjarige heerschappij van Jezus begint. Het boek Openbaring beschrijft deze gebeurtenis in. Openbaring 20:1-3.

En ik zag een engel neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. 2 En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, 3 en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten.

 

Zo zullen de Satan en zijn demonen, die duizenden jaren lang de mensen hebben verleid, opgesloten worden waardoor ze geen invloed meer zullen hebben.

 

Het Loofhutten feest (Soekot)

 

Leviticus 23: 33-44

33 De HEERE sprak tot Mozes: 34 Spreek tot de Israëlieten en zeg: Vanaf de vijftiende dag van deze zevende maand is het zeven dagen lang Loofhuttenfeest voor de HEERE.

35 Op de eerste dag is er een heilige samenkomst. Geen enkel dienstwerk mag u doen.

36 Zeven dagen lang moet u de HEERE vuuroffers aanbieden. Op de achtste dag moet u een heilige samenkomst houden en de HEERE een vuuroffer aanbieden. Het is een bijzondere samenkomst. U mag geen enkel dienstwerk doen. 37 Dit zijn de feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen als heilige samenkomsten om een vuuroffer voor de HEERE aan te bieden: brandoffer en graanoffer, slachtoffer en plengoffers, al naargelang het voorschrift voor die bepaalde dag, 38 naast de offers op de sabbatten van de HEERE, naast uw geschenken, naast al uw gelofteoffers en naast al uw vrijwillige gaven, die u aan de HEERE geeft. 39 Maar vanaf de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer u de opbrengst van het land ingezameld hebt, moet u het feest van de HEERE zeven dagen lang vieren. Op de eerste dag is het rustdag en op de achtste dag is het rustdag. 40 Op de eerste dag moet u voor uzelf vruchten van sierlijke bomen, takken van palmbomen, takken van loofbomen en van beekwilgen nemen, en u moet zich zeven dagen lang voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verblijden. 41 Dat feest voor de HEERE moet u per jaar zeven dagen lang vieren. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door. In de zevende maand moet u het vieren. 42 Zeven dagen moet u in de loofhutten wonen. Alle ingezetenen van Israël moeten in loofhutten wonen, 43 zodat de generaties na u weten dat Ik de Israëlieten in loofhutten liet wonen, toen Ik hen uit het land Egypte geleid heb. Ik ben de HEERE, uw God. 44 Zo maakte Mozes de feestdagen van de HEERE aan de Israëlieten bekend.

 

Dit feest dat net als het ongezuurde broden feest zeven dagen duurt, is een oogstfeest zoals we in Exodus 23:16 kunnen lezen het inzamelingsfeest, nadat de hele oogst binnen is gehaald moet dit feest worden gevierd. Naast deze betekenis is het net als alle andere feesten een herinnering aan de uittocht uit Egypte, om precies te zijn een herinnering aan de periode dat het volk Israel door de woestijn trok en de mensen niet in vaste huizen konden leven. Al met al een heel plezierig en uitbundig feest waar lekker gegeten wordt en men geniet van alles dat God hun heeft gegeven.

Maar dit is nog niet alles God geeft nog meer regels over dit specifieke feest o.a. de dagelijkse offers die gebracht moeten worden in Numeri 29 maar ook een hele bijzondere onderdeel kunnen we vinden in Deuteronomium 31:9-13. Om de zeven jaar moet op het loofhutten feest de wet worden voorgelezen aan het hele volk, En in Zacharia 14: 16-19 kunnen we lezen dat in de toekomst de volkeren jaarlijks naar Jeruzalem zullen trekken om daar het loofhutten feest te vieren.

 

Ook dit feest laat ons weer iets zien van het Heilsplan dat God met de aarde heeft.

Na de Grote verzoendag wanneer de Satan gebonden is volgt het zeven dagen durende Loofhuttenfeest welke staat voor de duizend jarige regering van Jezus over de aarde, na Zijn tweede komst zoals we kunnen lezen in Openbaring 20:1-4 samen met de mensen die God trouw zijn gebleven en Jezus als verlosser hebben aanvaard. Deze periode wordt vaak het millennium genoemd, wat hetzelfde betekent als duizend jaar. Dit feest is een viering van de grote oogst van de mensheid, wanneer iedereen die dan in leven is Gods wegen zullen leren en er voor de mensen eindelijk een herstel komt van de juiste relatie met God zie bijvoorbeeld Jesaja 11:9-10. Het weerspiegelt ook de “rust” zoals te lezen is in Hebreeën 4:1-11 die gesymboliseerd wordt door de wekelijkse sabbat.

Tijdens deze 1000-jarige periode zal God zelfs de natuur van wilde dieren veranderen, als weerspiegeling van de vrede die over de samenleving zal komen. In een beschrijving van deze bijzondere tijd zegt Jesaja 11:7-9:

7 Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. 8 Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.

 

God zal fysieke gebreken genezen zoals Jesaja profeteerde over deze tijd in hoofdstuk 35:5-6:

5 Dan worden blinden de ogen geopend, de oren van doven worden ontsloten. 6 Verlamden zullen springen als herten, de mond van stommen zal jubelen: waterstromen zullen de woestijn splijten, beken de dorre vlakte doorsnijden.

 

Het zal een tijd zijn zoals God het heeft bedoeld een tijd van rust en een tijd van vrede.

Maar aan het einde van deze periode moet zoals we kunnen lezen in Openbaring 20: 2-3 de satan losgelaten worden uit de put en komt er een einde aan dit duizend jarige vrede rijk.

2 En hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en bond hem voor duizend jaar, 3 en wierp hem in de afgrond, en sloot hem daarin op en verzegelde die boven hem, opdat hij de volken niet meer zou misleiden, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen zouden zijn. En daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten.

 

Waarom moet dit gebeuren zul je, je afvragen?

Tijdens het hele verloop van Gods plan dwingt God nooit iemand om Hem te gehoorzamen. Iedereen is vrij te kiezen wat hij of zij zal doen en of men Gods levenswijze wil volgen of niet. Na de duizend jaar zal God toelaten dat de Satan de mensen op de proef stelt. Openbaring 20:7-8 beschrijft deze tijd als volgt:

Wanneer de duizend jaar voorbij zijn, zal Satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. 8 Dan gaat hij eropuit om de volken aan de vier hoeken van de aarde, Gog en Magog, te misleiden. Hij brengt hen voor de strijd bijeen, een menigte zo talrijk als zandkorrels aan de zee.

 

God zal de duivel loslaten en toelaten dat hij diegenen misleidt die niet overtuigd zijn van de volmaakte rechtvaardigheid van God. God zal degenen die Satan in zijn rebellie volgen, vernietigen, en zo zal Satans vruchteloze poging verijdeld worden. Deze laatste, opstand tegen God zal op niets uitlopen, en er zal eindelijk een einde komen aan Satans vernietigende en misleidende invloed op de mensen. Dan zijn we gekomen op het punt waar het laatste feest symbool voor staat.

 

De laatste grote dag (Sjemini Atseret)

 

Leviticus 23: 36

36 Zeven dagen lang moet u de HEERE vuuroffers aanbieden. Op de achtste dag moet u een heilige samenkomst houden en de HEERE een vuuroffer aanbieden. Het is een bijzondere samenkomst. U mag geen enkel dienstwerk doen.

 

Uit de tekst in Leviticus 23 zien we dat de laatste Grote dag een onderdeel is van het Loofhuttenfeest verder valt hier ook niet heel veel over te zeggen. Dit feest wordt ook wel de achtste dag genoemd, het is de achtste dag van het Loofhuttenfeest of nog beter gezegd de dag na het Loofhuttenfeest, zeven plus één. Deze combinatie zien we ook bij Pesach en de ongezuurde broden één plus zeven. Het totaal van acht maakt alles compleet, ook als we kijken naar de besnijdenis bij kleine jongetjes zien we dat dit op de achtste dag moet gebeuren.

Het getal acht maakt dus compleet maar heeft ook betekenis van oordeel of beoordelen, dit zien we onder andere in Leviticus 13 waar we lezen over de huidvraat, wanneer iemand onrein is door huidvraat moet hij zeven dagen buiten het kamp blijven, daarna, op de achtste dag moet de priester oordelen of de persoon weer rein is hier zien we weer de zeven plus één.

 

Dit komt ook weer terug in de profetische betekenis van dit feest. Zoals we net hebben gelezen wordt na het duizend jarige vrederijk de Satan weer losgelaten om de mensen te verleiden, (want God wil dat ieder mens zelf zijn keuze voor Hem maakt) dit eindigt zoals we kunnen lezen in Openbaring 20: 8 in een grote veldslag om Jeruzalem. Waarna de Satan en zijn aanhangers veroordeeld worden tot de poel van vuur en zwavel waar ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid. De laatste grote dag staat dus voor het laatste grote oordeel, maar ook voor een nieuw begin. Na het grote oordeel zal Gods koninkrijk beginnen tot in eeuwigheid.

 Maar hoe staat het met de duizenden miljoenen mensen die gestorven zijn zonder ooit Gods waarheid begrepen of zelfs gehoord te hebben? En hoe staat het met degenen die zullen sterven in de rampzalige, wereldschokkende ontwikkelingen die aan Jezus wederkomst voorafgaan?

Ook deze vragen worden beantwoord in de betekenis van de laatste Grote dag,

Al deze mensen zullen opstaan en God zal iedereen oordelen naar wat geschreven staat en naar hun daden zoals we kunnen lezen in Openbaring 20: 4-5, 12-15.

4 Ook zag ik tronen, en aan hen die erop zaten werd recht gedaan. Het zijn de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met de Messias. 5 De andere doden kwamen niet tot leven voordat de duizend jaar voorbij waren. Dit is de eerste opstanding.

 

12 Ik zag de doden, jong en oud, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. 13 De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. 14 Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. Dit is de tweede dood: de vuurpoel. 15 Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid.

 

In vers 4 lezen we van de gelovigen die tot leven komen en die samen met Jezus zullen heersen, daarna lezen we in vers 5 over de andere doden de niet gelovigen die niet zullen opstaan. Over deze mensen wordt gesproken in de verzen 12 tot 15 waar we lezen over hun oordeel.

 

En als dit alles is gebeurd zal God alles nieuw maken zoals we kunnen lezen in Openbaring 21 en 22.

 


Conclusie

 

De feesten uit Leviticus 23 zijn Gods feesten, Hij heeft ze voor ons ingesteld zodat wij mogen weten wat Zijn grote verlossingsplan is.

Dit is het ware evangelie, het evangelie van het Koninkrijk, dit evangelie houdt niet op bij het lijden, sterven en de opstanding van Jezus en het evangelie stopt ook niet bij de uitstorting van de Heilige geest. Het evangelie stopt pas wanneer het Koninkrijk van God realiteit is geworden.

 

Dit is ook het evangelie wat Jezus verkondigde zoals we onder andere kunnen lezen in Matheus 4: 23.

23 En Jezus trok rond in heel Galilea, gaf onderwijs in hun synagogen en predikte het Evangelie van het Koninkrijk, en Hij genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk.

 

Dit is ook het evangelie dat wereldwijd moet worden verkondigd volgens Matheus 24: 14.

14 En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.