Wetten voor de reiniging van de melaatsheid

Door Kor Kalsbeek 16-04-2016
 

In de lezing van deze week hebben we het een en ander kunnen lezen over de reiniging van de melaatsheid, en wat de priester hier voor moest doen, hierover wil ik dan ook met jullie nadenken.

 

Melaatsheid van het lichaam wordt in de bijbel vaak gekoppeld aan trots en rebellie, en dit begint altijd in ons hart, onze ik, onze wil, emoties, verstand en voorstellingsvermogen.

 

Numeri 12:1-15

1 Mirjam, en ook Aäron, spraken over Mozes vanwege de Cusjitische vrouw die hij genomen had, want hij had een Cusjitische vrouw genomen. 2 Zij zeiden: Heeft de HEERE alleen maar door Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door ons gesproken? En de HEERE hoorde het. 3 Maar de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen die op de aardbodem waren. 4 Meteen zei de HEERE tegen Mozes, en tegen Aäron, en tegen Mirjam: U met zijn drieën, vertrek naar de tent van ontmoeting. En zij vertrokken met z'n drieën daarnaartoe. 5 Toen daalde de HEERE neer in de wolkkolom en ging bij de ingang van de tent staan. Hij riep Aäron en Mirjam, en zij kwamen beiden naar voren. 6 Hij zei: Luister toch naar Mijn woorden! Als iemand onder u een profeet is, maak Ik, de HEERE Mij door een visioen aan hem bekend, spreek Ik met hem door een droom. 7 Maar zo doe Ik niet tegenover Mijn dienaar Mozes, die in Mijn hele huis trouw is, 8 met hem spreek Ik van mond  tot mond, ja, zichtbaar, en niet in raadsels. Hij aanschouwt de gestalte van de HEERE. Waarom dan bent u niet bevreesd geweest om over Mijn dienaar, over Mozes, te spreken? 9 Zo ontbrandde de toorn van de HEERE tegen hen, en Hij ging weg. 10 De wolk week van boven de tent, en zie, Mirjam was melaats, wit als sneeuw. Toen keerde Aäron zich om naar Mirjam, en zie, zij was melaats. 11 Daarom zei Aäron tegen Mozes: Met uw toestemming, mijn heer, leg toch niet op ons de zonde waarmee wij dwaas gehandeld hebben en die wij begaan hebben. 12 Laat zij toch niet zijn als een doodgeborene, van wie, als hij uit het lichaam van zijn moeder komt, de helft van zijn lichaam al verteerd is! 13 Toen riep Mozes tot de HEERE: O God, genees haar toch! 14 De HEERE zei tegen Mozes: Stel dat haar vader haar verachtelijk in haar gezicht had gespuwd, zou zij niet zeven dagen te schande worden?  Laat haar zeven dagen buiten het kamp gesloten worden, en daarna weer opgenomen worden. 15 Zo werd Mirjam zeven dagen buiten het kamp gesloten. Het volk brak niet op, totdat Mirjam weer in hun midden opgenomen was.

 

Mirjam en Aäron kwamen in opstand tegen Mozes. Ze rebelleerden tegen zijn gezag en God trof Mirjam met melaatsheid.

Wij worden vaak misleid en geloven in een bepaalde leugen als waarheid!

Het is dus goed om stil te staan en te onderzoeken hoe wij leven en waarin we geloven want Galaten 6:3-10 zegt:

 

Galaten 6:3-10

3 Want als iemand denkt iets te zijn, terwijl hij niets is, bedriegt hij zichzelf. 4 Maar laat ieder zijn eigen werk beproeven; dan zal hij alleen voor zichzelf stof tot roemen hebben, en niet voor de ander. 5 Want ieder zal zijn eigen pak dragen. 6 En laat hij die onderwezen wordt in het Woord in alle goede dingen delen met hem die onderwijs geeft. 7 Dwaal niet: God laat niet met Zich spotten,  want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten. 8 Want wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten; maar wie in de Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven oogsten. 9 En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven. 10 Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar  vooral aan de huisgenoten van het geloof.

 

Wat is geestelijke melaatsheid?

 

Galaten 5:19-21

19 Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, 20 afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, 21 jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke;  waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven.

 

Voorbeeld: Mensen die tweedracht zaaien!

Spreuken 6:19

19 een valse getuige die leugens blaast, en die tussen broeders twisten teweegbrengt.

 

Wanneer we roddelen komen leugens binnen en zo worden verkeerde indrukken en verdeeldheid in onze harten gezaaid. Onze houding naar iemand en ons oordeel over iemand wordt beïnvloed. Zo ontstaat slechte communicatie en misverstand. Sterker nog; wij zijn geïnfecteerd met het negatieve en zullen vervolgens tweedracht zaaien en verwoesting oogsten in onze levens en daardoor heeft de Satan invloed in onze levens gekregen. Door lief te hebben te luisteren naar Gods woord en daarin te leven, waak je over je hart. Liefde en het volgen van Gods woord functioneert als een filter en beschermt zo het hart en de geest.

 

Waar moeten wij voor waken?

 

Wees alert wanneer iemand met jouw iets wil “delen” over een ander en daarbij negatieve opmerkingen maakt.

Bijvoorbeeld:

-          Lasteren - Iemand die in het geheim over een ander spreekt. Psalm 101:5

-          Fluisteren - Een vals karakter zaait voortduren tweedracht. Spreuken 16:28

-          Klikken - Woorden van een lasteraar neemt men gulzig in zich op. Spreuken 18:8

-          Leugens - een leugenaar hoort een verderfelijke tong aan. Spreuken 17:4

 

Mensen die bewust negatief spreken, zullen je uitlokken tot een reactie. Zo wordt geestelijke melaatsheid gezaaid. Wat gesproken wordt komt in je emotie en denken terecht. Wanneer je vervolgens de betreffende persoon tegenkomt, kijk je met andere ogen en met vooroordelen in je hart daar na. Je bent besmet met de gedachten van een ander, Je bent negatief beïnvloed. Zo worden relaties beschadigd.

 

Dit is maar een van de vele voorbeelden, en hierover is nog veel meer te zeggen, laat staan alle andere werken van het vlees zoals we die in Galaten 5 hebben gelezen. Ik wil hiermee aantonen dat het heel eenvoudig is om geestelijk besmet te worden door hoe we met elkaar omgaan. Maar gelukkig hoeven we hier niet alleen tegen te strijden, ook wij mogen worden gereinigd van deze melaatsheid. En in de lezing van deze week hebben we hier het een en ander over kunnen lezen

 

de reiniging van de melaatsheid.

 

Leviticus 14:1-9

1 De HEERE sprak tot Mozes: 2 Dit is de wet voor de melaatse op de dag van zijn reiniging. Hij moet naar de priester gebracht worden, 3 en de priester moet buiten het kamp gaan. Heeft de priester vervolgens gezien dat – zie! – de ziekte van de melaatsheid bij de melaatse genezen is, 4 dan moet de priester opdracht geven dat men voor hem die gereinigd wordt, twee levende reine vogels neemt, cederhout, karmozijn en hysop. 5 De priester moet dan opdracht geven dat men de ene vogel slacht boven een aarden pot met bronwater. 6 Dan moet hij de levende vogel nemen, met het cederhout, het karmozijn en de hysop. Hij moet dat alles mét de levende vogel dopen in het bloed van de vogel die boven het bronwater geslacht is. 7 En hij moet hiermee zevenmaal sprenkelen op hem die van de melaatsheid gereinigd wordt. Daarna moet hij hem rein verklaren, en de levende vogel in het open veld weg laten vliegen. 8 Wie gereinigd wordt, moet zijn kleren wassen, al zijn haar afscheren en zich met water wassen. Dan is hij rein. Daarna mag hij in het kamp komen, maar hij moet zeven dagen buiten zijn tent blijven. 9 Op de zevende dag zal het zo zijn, dat hij al zijn haar afscheert: zijn hoofd, zijn baard en de wenkbrauwen van zijn ogen. Ja, al zijn haar moet hij afscheren, zijn kleren wassen en zijn lichaam met water wassen. Dan is hij rein.

 

In dit stukje vallen me een aantal bijzonderheden op, waarbij ik moet denken aan wat Yeshua met zijn sterven heeft gedaan voor ons:

  • De Priester moet buiten het kamp gaan, en buiten het kamp moet deze wet worden uitgevoerd.
  • Er moesten 2 reine vogels (vogels zijn een beeld van hemelse wezens) genomen worden waarvan 1 moet worden gedood boven een aarden pot waarin het bloed wordt opgevangen en waarin levend water is.
  • De andere vogel moet met cederhout, karmozijn en hysop worden gedoopt in het mengsel van water en bloed.
  • Dit moet 7 maal gesprengd worden op de persoon die gereinigd is van de melaatsheid.
  • En vervolgens wordt de vogel vrijgelaten.
  • De gereinigde moet al zijn haar afscheren.

 

Voor ik de verbanden met Yeshua wil bespreken wil ik eerst een stukje lezen uit de lijdensgeschiedenis van Yeshua.

 

Mattheus 27:27-50

27  Toen namen de soldaten van de stadhouder Jezus met zich mee in het gerechtsgebouw en verzamelden heel de legerafdeling om Hem heen. 28 En toen zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een scharlakenrode mantel om, 29 vlochten een kroon van dorens, zetten die op Zijn hoofd en gaven Hem een rietstok in Zijn rechterhand. Zij vielen op hun knieën voor Hem neer en bespotten Hem met de woorden: Gegroet, Koning van de Joden! 30 Ook bespuwden zij Hem, pakten de rietstok en sloegen Hem op Zijn hoofd. 31 En toen zij Hem bespot hadden, trokken zij Hem de mantel uit, trokken Hem Zijn kleren aan en leidden Hem weg om Hem te kruisigen. 32 Toen zij op weg gingen, troffen zij een man uit Cyrene aan, van wie de naam Simon was; die dwongen zij om Zijn kruis te dragen. 33 En gekomen bij de plaats die Golgotha genoemd wordt, wat Schedelplaats betekent, 34 gaven zij Hem wijn vermengd met gal te drinken; maar toen Hij die geproefd had, wilde Hij die niet drinken. 35 Nadat zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn kleren door het lot te werpen, opdat vervuld zou worden wat gezegd is door de profeet:  Ze hebben Mijn kleren onder elkaar verdeeld en om Mijn kleding hebben ze het lot geworpen. 36 En zij gingen zitten om Hem daar te bewaken. 37 En zij brachten boven Zijn hoofd een opschrift aan met de beschuldiging tegen Hem: DIT IS JEZUS, DE KONING VAN DE JODEN. 38 Toen werden met Hem twee misdadigers gekruisigd, een aan Zijn rechter-, en een aan Zijn linkerzijde. 39 En de voorbijgangers lasterden Hem, schudden hun hoofd, 40 en zeiden:  U Die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf. Als U de Zoon van God bent, kom dan van het kruis af! 41 En evenzo spotten ook de overpriesters, samen met de schriftgeleerden en de oudsten en de Farizeeën, en zij zeiden: 42 Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen. Als Hij de Koning van Israël is, laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen Hem geloven. 43 Hij heeft op God vertrouwd; laat Die Hem nu verlossen als Hij Hem welgezind is,  want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. 44 Hetzelfde verweten Hem ook de misdadigers die met Hem gekruisigd waren. 45 En vanaf het zesde uur kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe. 46 Ongeveer op het negende uur  riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? 47 Sommigen van hen die daar stonden, zeiden, toen zij dit hoorden: Hij roept Elia. 48 En meteen snelde een van hen toe, nam een spons, doordrenkte die met zure wijn, stak hem op een rietstok en hij gaf Hem te drinken.  49 Maar de anderen zeiden: Houd op, laten wij zien of Elia komt om Hem te verlossen. 50  Jezus riep nogmaals met luide stem en gaf de geest.

 

Johannes 19:31-34

31 Opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op de sabbat, omdat het de voorbereiding was (want de dag van die sabbat was een grote dag), vroegen de Joden dan aan Pilatus of hun benen gebroken en zij weggenomen mochten worden.  32 De soldaten dan kwamen en braken wel de benen van de eerste en van de ander die met Hem gekruisigd was, 33 maar toen zij bij Jezus kwamen en zagen dat Hij al gestorven was, braken zij Zijn benen niet. 34 Maar een van de soldaten stak met een speer in Zijn zij en meteen  kwam er bloed en water uit.

 

Waarin zie ik hier een verbinding met Yeshua:

  • Yeshua is voor ons (die gereinigd mogen worden) buiten de stad gebracht, waar hij werd gekruisigd.
  • Yeshua is een Hemels wezen die in een aards lichaam waarin Gods geest was (levend water) voor ons is gestorven, toen Hij gestorven was kwam er water vermengt met bloed uit zijn zijde.
  • Yeshua stierf voor ons aan het vloekhout (er wordt gezegd dat dit cederhout is geweest)
  • Hij kreeg zure wijn te drinken dat hem aangeboden werd op een Hysop stengel.
  • Karmozijn is is rood en wordt geassocieerd met bloed.

Een andere verbinding met Yeshua die ik zie met de Hysop, cederhout en Karmozijn is wat we lezen in Mattheus 27:28-30:

1.      Hij kreeg een scharlaken rode mantel om.

2.      Een rietstengel of hysop stengel in zijn hand

3.      Een Doornen kroon op zijn hoofd (cederhout kan ook vertaald worden met een struik die lijkt op de Jeneverbes, met scherpe doornen)

  • Wij mogen gedoopt worden door zijn Bloed in water en gevuld worden met Zijn Geest.
  • Yeshua's bloed vloeide ook zevenmaal.

1.      Zijn zweet werd bloed.

2.      Ze sloegen hem in het gezicht.

3.      Ze geselden hem met een Romeinse zweep.

4.      Zijn baard werd uitgetrokken en hij werd gestompt en geslagen.

5.      Hij kreeg een Doornenkroon op zijn hoofd.

6.      Zijn handen en voeten werden doorboord met spijkers.

7.      Hij werd doorstoken met een speer.

 

  • Yeshua is opgestaan in een nieuw en onvergankelijk lichaam en met Hem mogen wij vrij zijn.
  • De gereinigde mag helemaal opnieuw beginnen, alsof hij een baby is. zo mogen wij ook helemaal gereinigd zijn en een nieuw leven beginnen in Yeshua. Wij zijn wedergeboren.

 

Yeshua is voor ons de Hogepriester die ons gereinigd heeft, van onze zonden en onze ziekten, letterlijk van onze geestelijke melaatsheid, zoals een melaatse door een priester gereinigd moet worden.

 

 

Tijdens het bespreken van deze studie kwam er een vraag van een van onze gemeenteleden:

Waarom moet een persoon die gereinigd wordt 2 maal al zijn haren afscheren?

 

Hier hebben we gezamenlijk over nagedacht, en denkende aan het offer van Yeshua en dat we daardoor een nieuwe schepping mogen zijn en een nieuwe leven mogen beginnen, mogen we ook uitkijken naar de tijd wanneer we bekleed zullen worden met een vernieuwd lichaam zoals we kunnen lezen in 1 Korintiërs 15:

 

1 Korintiërs 15:50-54

50 Maar dit zeg ik, broeders,  dat vlees en bloed het Koninkrijk van God niet kunnen beërven, en de vergankelijkheid beërft de onvergankelijkheid niet. 51 Zie, ik vertel u een geheimenis:  Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij  de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden. 53 Want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit sterfelijke moet  zich met onsterfelijkheid bekleden. 54 En wanneer dit vergankelijke zich met onvergankelijkheid bekleed zal hebben, en dit sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleed zal hebben, dan zal het woord geschieden dat geschreven staat:  De dood is verslonden tot overwinning.

 

De eerste keer het haar afscheren is een voorafschaduwing aan een vernieuwing van onze geest, de tweede keer na zeven dagen (is een beeld van het duizendjarig vrederijk gevolgd door het eeuwige koninkrijk) is een beeld van een nieuw leven in een nieuw en onvergankelijk lichaam.