Waarom ik geloof dat in 

2023 een sabbatsjaar begint.

25-02-2023 door Kor Kalsbeek

 

Er zijn nogal veel discussies gaande over de kalender, veel mensen volgen de Hillel II kalender of een afgeleide daarvan en hoewel ik mij had voorgehouden om mij niet in de kalender discussie te mengen, ben ik nu op een punt gekomen dat ik van die beslissing moet terugkeren.

Met dit schrijven hoop ik duidelijk te maken waarom ik geloof dat in het voorjaar van 2023 het vierde sabbatsjaar van de laatste Jubeljaarcyclus begint.

 

Toen ik 4 jaar geleden mijn ontslag nam en met mijn gezin naar Portugal vertrok om hier een Rehabilitatie centrum te beginnen was een ander belangrijk punt voor ons om ons leven voledig in te richten volgens Zijn leefregels, waar we in Nederland mede door het werk en dergelijke nog wel eens problemen ondervonden.

 

Waarom is er zoveel onenigheid in verband met de kalender, is het niet het beste om hierin gewoon de joodse kalender te volgen, zul je misschien denken. Want de Joden doen het al honderden jaren zo, kunnen we daar niet onze eenheid in vinden.

 

Een wedervraag van mij hierop is dan: Als we weten dat er bepaalde dingen in de Joodse kalender ingaan tegen Gods Woord moeten we dan de Waarheid van Gods Woord opofferen om een eenheid te vormen? 

Als dat zo is dan wil ik je vragen om de studie „Verdeeld door de Waarheid of eenheid in dwaling“ te gaan lezen.

 

Ik denk dat wanneer we ons willen verdiepen in Zijn waarheid en willen leven naar Zijn wil, dat het dan ook heel erg belangrijk is om ons af te vragen waarom het zo belangrijk is om de juiste kalender te gebruiken?

 

ALs we kijken naar de bijbelse feesten ook wel Moadim genoemd, de vastgestelde tijden die in de Bijbel worden beschreven, dan zijn dit de door YHWH vastgestelde tijden. Hij heeft deze dagen vastgesteld, het zijn afspraken met ons en wij moeten die houden volgens Zijn bepalingen.

 

Leviticus 23:1-2, 4
1 De HEERE sprak tot Mozes: 2 Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: De feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen, zijn heilige samenkomsten. Dit zijn Mijn feestdagen: 4 Dit zijn de feestdagen van de HEERE, de heilige samenkomsten, die u op hun vastgestelde tijd moet uitroepen.

 

Ten eerste lezen we hier niet dat dit  de Joodse feesten zijn, maar zoals we hier duidelijk kunnen lezen spreekt God tegen Mozes en zegt uitdrukkelijk in vers 2 dat het „De feestdagen van de HEERE“ zijn, waarna nog in het zelfde Bijbelvers een herhaling volgt met de woorden „Dit zijn Mijn feestdagen“. en vervolgens zien we het weer in vers 4 „Dit zijn de feestdagen van de HEERE“ Wat zijn dit dan voor feesten, het zijn geheiligde dagen om samen te komen. Als God deze dagen dan op hun vastgestelde tijd heeft geheiligd (apart heeft gezet) wie zijn wij dan om niet meer naar deze dagen om te kijken, of ze te veranderen. Want als we kijken naar bijvoorbeeld Pasen dan lijkt dit vrij veel op het Pesach feest met die verschillen dat het Pesach feest maar een dag duurt en gehouden wordt op de door God vastgestelde tijd in de eerste maand op de veertiende dag. En dit geld ook voor het pinksterfeest wat te vergelijken is met het Weken feest.

 

Mozes heeft deze feesten dus niet ingesteld voor Israel maar God heeft ze voor zichzelf ingesteld. Wat moest Mozes dan wel doen? Hij moest ze bekend maken.

 

Deze feesten zijn voor YHWH erg belangrijk, en ze moeten voor ons ook belangrijk zijn. Kan ik bijvoorbeeld zeggen dat ik me aan een afspraak heb gehouden met een vriend, als ik de dag erna of ervoor ging? Denk hier eens over na, want dit verklaart het belang van het houden van de vastgestelde tijden op de tijden die YHWH voor hen heeft vastgesteld. We weten uit de Bijbel hoeveel profetieën zijn vervuld op de door Hem vastgestelde tijden. Neem bijvoorbeeld het uit storten van de Heilige Geest op het feest van Shavuot. Als de discipelen een ander kalender hadden gehouden zouden ze dan de Heilige geest hebben ontvangen op de dag waarop volgens hun kalender Shavout zou plaats vinden of nog sterker zouden ze nog steeds de Geest hebben ontvangen? Kunnen we het ons veroorloven om toekomstige vervulling van Zijn apart gezette tijden te missen?

 

Als ik er dus van overtuigd ben dat het belangrijk is om de feesten op de juiste dag (Vastgestelde tijd) te vieren. Dan is het ook erg belangrijk om te weten wanneer de maand begint zodat we op de juiste vastgestelde tijd Zijn feesten kunnen vieren. Met als gevolg dat we ons gaan afvragen welk beginpunt van de maand we dan moeten volgen een berekende nieuwe maan, de conjuntie of de zichtbare maansikkel.

De eerste vraag die ik dus wil bekijken is:

 

Wanneer is het nieuwemaan?

Om deze vraag te beantwoorden wil ik gaan kijken naar welke kalender Yeshua heeft gevolgd om de feesten te vieren (en ik wil ervanuit gaan dat Yeshua deze op de juiste tijden vierde). Er zijn een aantal duidelijke referenties in de bijbel die laten zien dat Yeshua naar Jeruzalem ging om de pelgrimsfeesten te vieren zoals beschreven staat in de Thora.

 

Pesach    Lucas 2:41-42 Johannes 2: 13, 23
Loofhuttenfeest Johannes 7:2,10

 

De discipelen van Yeshua deden zoals hij het hun geleerd had. Zij waren allen bijeen in Jeruzalem op het feest van Shavuot(Pinksteren) toen de Heilige Geest werd uitgestort. zoals we kunnen lezen in Handelingen 2:1

 

Nu we weten dat Yeshua en Zijn discipelen de feesten vierden dan is het voor ons van belang om te achterhalen welke kalender zij volgenden.
We weten uit historische bronnen dat de Joodse kalender, of Hillel II-kalender, is ingesteld tussen het jaar 359 en 500 n. Chr., de vraag is dan ook wat werd hiervoor gebruikt?

Omdat dit best een belangrijk punt is wil ik hier niet te snel overheen stapppen en wil ik dit dan ook uit meerdere (historische) bronnen bekijken.

 

1. de tijd van Herodes de Grote

Onze eerste historische bron vertelt ons hoe de nieuwe maan werd aangekondigd in de tijd van de Tempel van Herodes. Herodes verwijst hier naar Herodes de Grote en voor degenen die het niet weten, Herodes de Grote was de Koning ten tijde van Yeshua's geboorte.

„De nauwkeurige bepaling van de nieuwe maan was altijd van het grootste belang voor het volk Israel, want als ze niet nauwkeurig waren met de exacte tijd van de nieuwe maan, zou hun hele kalender uit balans raken, en de God van de kalender zou op de verkeerde dagen worden aanbeden. Als God inderdaad de Heer van tijden en seizoenen is en een kalender had ontworpen, dan was het hun plicht om deze met nauwkeurigheid en oprechte passie te observeren.“

 

„In de tijd van de tempel van Herodes was de hogepriester degene die werd gekozen om de nieuwe maan aan te kondigen vanuit de tempel, gebaseerd op het getuigenis van twee betrouwbare getuigen. Zodra de aankondiging werd gedaan, werden er fakkels aangestoken op de Olijfberg, wat een teken was voor degenen die op anderen heuvels wachtten dat de nieuwe maan boven Jeruzalem was verschenen en om de Nieuwe Maan te vieren.“
(bron:  https://www.bible-history.com/jewishyear/jewishyear_new_moon.html )

 

Er wordt melding gemaakt van twee getuigen; wat hebben ze gezien en hoe? Laten we wat verder zoeken ...

 

“Oorspronkelijk werd de Nieuwe Maan niet vastgesteld door astronomische berekeningen, maar was aangekondigd nadat getuigen hadden verklaard dat de maansikkel weer was verschenen,'
(bron: Encyclopaedia Judaica, Vol. 12, p. 1039.)

 

De Hebreeuwse kalender is in de loop van de tijd geëvolueerd. Bijvoorbeeld tot aan de Tannaitische periode (ongeveer 10–220 n.Chr.) de maanden werden ingesteld door waarneming van een nieuwe maansikkel, met een extra maand toegevoegd elke twee of drie jaar om het verschil te corrigeren tussen de twaalf maanmaanden en het zonnejaar en dus om Pesach in de lente te houden. De toevoeging van de extra maand was ook gebaseerd op observatie van natuurlijke gebeurtenissen: met name het rijpen van de gerstoogst; de leeftijd van de geitjes, lammetjes en duiven; de rijpheid van de fruitbomen; en de relatie van de datum tot de seizoenen.
(bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Hebrew_calendar)

 

2. Philo van Alxandrië

Als we nog wat verder zoeken komen we bij Philo van Alexandrië; hij was een hellenistisch-joodse filosoof, die leefde in Alexandrië, Egypte, tijdens het Romeinse Rijk. Hij was een tijdgenoot van Yeshua (20 v Chr - 50 n. Chr.)
(bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Philo)

 

Philo schreef over de viering van de feesten door de joden van zijn tijd, en hier is een citaat uit de Werken van Philo over het feest van de nieuwe maan. Hier beschrijft hij op een zeer kleurrijke, filosofische manier hoe de nieuwe maan(d) werd bepaald.

 

XXVI. (140) In navolging van de volgorde die we hebben aangenomen, spreken we over het derde feest, dat van de nieuwe maan. Allereerst omdat het het begin van de maand is, en het begin, hetzij van aantal of van tijd, is eervol. Ten tweede omdat er op dit moment niets in de hele hemel zonder licht is. Ten derde, omdat in die periode de des te meer machtige en belangrijke hemellichamen een deel van de noodzakelijke hulp geeft aan de minder belangrijke en zwakker lichamen; want ten tijde van de nieuwe maan begint de zon de maan te verlichten met een licht dat zichtbaar is voor de uitwendige zintuigen, en dan toont ze haar eigen schoonheid aan de toeschouwers.
(bron: Yonge, C. D. with Philo of Alexandria. (1995). The works of Philo: complete and unabridged (p. 581). Peabody, MA: Hendrickson.)

 

3. het boek van Henoch

Tot slot wil ik nog een twee tal verzen uit het apocriefe boek van Henoch aanhalen. De eerste dag van de nieuwe maan volgens het boek van Henoch is de dag dat het licht op de maan opkomt.

 

Henoch 78:12
12 En op de eerste dag wordt ze de nieuwe maan genoemd, want op die dag gaat het licht over haar op.

 

Het einde van de maand wordt als volgt omschreven:

 

Henoch 78:14
14 Aan de kant waar het licht van de maan tevoorschijn komt, daar neemt ze weer af tot al het licht verdwijnt en alle dagen van de maand zijn ten einde, en haar omtrek is leeg, geheel zonder licht.


Uit al deze beschrijving leren we dat de conjunctie het einde van de maand is en de nieuwe maan is wanneer het licht op de maan opkomt.

Het oude begrip nieuwe maan komt dus niet overeen met het huidige concept (zoals ook door de NASA wordt gepromoot) van de donker maan is de nieuwe maan. Integendeel, de conjunctie wordt duidelijk begrepen als de eind van de maand en zodra de eerste sikkel van de maan te zien is wordt er gesproken van de nieuwe maan.


Nu we weten wanneer we de maand begint komt een volgende vraag op ons pad namelijk:


Wanneer begint het jaar volgens de Bijbel?

Als we de Joodse (Hillel II) kalender volgen dan zien we dat het begin van het jaar of wel Rosh Hashanna tegelijk is met Yom Teruah of wel de bazuinendag.
Maar wat zegt Gods woord over deze dag?

 

Leviticus 23: 24
24 Spreek tot de Israëlieten en zeg: In de zevende maand, op de eerste dag van de maand, moet u een rustdag houden, een gedenkdag aangekondigd door bazuingeschal, een heilige samenkomst.

 

Numeri 29: 1
1 In de zevende maand nu, op de eerste dag van de maand, moet u een heilige samenkomst houden; geen enkel dienstwerk mag u dan doen. Het is voor u een dag aangekondigd door bazuingeschal.

 

Tot twee maal toe lezen we dat de dag aangekondigd door bazuingeschal op de eerste dag van de zevende maand is. Als dit de zevende maand is, hoe kan dit dan ook meteen de eerste maand zijn? Dit is mijns inziens niet mogelijk.

 

Een vers dat dit voor mij bevestigd staat in Exodus 23 waar we het volgende lezen.

 

Exodus 23: 16
16 Ook het Feest van de oogst, van de eerste vruchten van uw werk, van wat u op de akker gezaaid hebt. En het Feest van de inzameling, aan het einde van het jaar, wanneer u de vruchten van uw werk van het veld ingezameld hebt.

 

Als de najaarsfeesten, zoals ze genoemd worden aan het eind van het jaar zijn, hoe kan dan het eerste van deze drie feesten al het nieuwe jaar inluiden?
Als dat zo is dan zijn de grote verzoendag en het loofhuttenfeest de eerste feesten van het nieuwe jaar! Of het nieuwe jaar zou moeten beginnen bij de eerstvolgende nieuwe maan wat volgens Leviticus 23 en Numeri 29 dan de achtste maand zou moeten zijn.

 

Een andere gedachtegang die rond gaat heeft te maken met het inluiden van het jubeljaar waarvan we lezen in Leviticus 25.

 

Leviticus 25: 8 - 13
8 Verder moet u voor uzelf zeven sabbatsjaren tellen, zeven keer zeven jaar, zodat de perioden van de zeven sabbatsjaren negenenveertig jaar voor u zijn. 9 Dan moet u in de zevende maand, op de tiende dag van de maand, bazuingeschal laten klinken. Op de Verzoendag moet u de bazuin in heel uw land laten klinken. 10 U moet het vijftigste jaar heiligen en vrijlating in het land uitroepen voor alle bewoners ervan. Het is jubeljaar voor u: ieder zal terugkeren naar zijn eigen bezit en ieder zal terugkeren naar zijn familie. 11 Elk vijftigste jaar moet jubeljaar voor u zijn. U mag dan niet zaaien, niet oogsten wat er na uw laatste oogst nog opkomt, en de druiven van uw ongesnoeide wijnstok mag u niet plukken, 12 want het is jubeljaar. Het moet heilig voor u zijn. U mag van de akker eten wat hij uit zichzelf opbrengt. 13 In dit jubeljaar mag u terugkeren, ieder naar zijn eigen bezit.

 

Vaak wordt er gezegd dat hier duidelijk beschreven is dat het jubeljaar begint op de tiende van de zevende maand en dat dit dan ook voor alle andere jaren wel zo zal moeten zijn.

 

Maar als dit zo is dan begint het jaar niet op Rosh Hashanna of wel de eerste dag van de zevende maand maar dan zou het jaar ergens halverwege de zevende maand beginnen om precies te zijn op de tiende dag van deze maan.

 

Ik vraag me dan ook af of dit hier in Leviticus 25 echt beschreven staat.

Letterlijk staat hier dat we het vijftigste jaar moeten heiligen of appart moeten zetten, en dat we in dat jaar vrijlating moeten uitroepen in het land voor alle bewoners er van. Om precies te zijn word hier beschreven dat er al 49 jaren waren geteld en dat men in het vijftigste jaar op de tiende dag van de zevende maand bazuingeschal moet laten klinken omdat het jubeljaar is.


Daarnaast verteld dit vers ons niet dat de trompetten moeten schallen omdat het de komst van het Jubeljaar aankondigd. Het bazuingeschal moet klinken omdat het de zevende maand van het jubeljaar is! en omdat er op de Grote Verzoendag verzoening wordt gedaan over iedereen, en omdat het het Jubeljaar is moet er "vrijheid" verkondigd worden over de het gehele land en alle bewoners daarvan. Verder zegt alleen al het feit dat de zevende maand wordt genoemd zonder een aanvulling, dat dit de eerste maand van het sabbatjaar / jubeljaar is, dat deze zevende maand behoort tot een jaar dat al aan de gang is.

 

Ook als we kijken naar wanneer het jubeljaar begon nadat het volk Israel het beloofde land binnen ging, dan zien we ook hier dat dit in het voorjaar vlak voor Pesach was. Maar hierover zal ik later nog meer schrijven in het stukje over wanneer we het sabbatsjaar/ jubeljaar moeten vieren.

 

In de bijbel wordt nadrukkelijk vermeld wanneer het jaar begint.

 

Exodus 12:2
2 Deze maand zal voor u het begin van de maanden zijn. Hij zal voor u de eerste zijn van de maanden van het jaar.

De maand waarover hier wordt gesproken is de maand Abib. De maand waarin het Pesach wordt gevierd waarover in dit hoofdstuk wordt geschreven.

 

In het bijbelboek Esther wordt dit naar mijn idee heel sterk bevestigd onder andere in de onderstaande tekst.


Esther 9:1
1 In de twaalfde maand, dat is de maand Adar, op de dertiende dag ervan, toen het moment gekomen was om het woord van de koning en zijn wet uit te voeren, op de dag waarop de vijanden van de Joden hoopten hen in hun macht te krijgen, gebeurde het omgekeerde, want de Joden zelf kregen hun haters in hun macht.


Hierbij is het belangrijk om te weten dat de maand voor Abib de maand Adar is of Adar Beth in het geval het een schrikkeljaar betreft wanneer er een extra maand (Adar 2) wordt toegevoegd.


Uit o.a. deze tekst uit het boek Esther zien we dat hier gesproken wordt over de twaalfde maand met de naam Adar. De maand die hierna komt als het geen schrikkeljaar betreft is de eerste maand genaamd Abib.

 

Duidelijk de eerste maand de maand (van de) Abib is het begin van het jaar en niet de zevende maand, maar wanneer begint deze maand. de volgende vragen die ik dan ook wil stellen is:

 

Waar komt Abib vandaan? en wat heeft dit met de oogst te maken?

Een van de vele factoren waar de huidige Hebreeuwse Kalender (Hillel II) geen rekening mee houdt is de vraag of de gerst al of niet Abib is. Die vraag wordt niet eens gesteld. Toch moet de gerst Abib zijn (bijna klaar om te oogsten) omdat dit, samen met het waarnemen van de eerste Maansikkel, een basisvoorwaarde is om het begin (of het “Hoofd”) van het Jaar vaststellen.

 

Rosh Hashanah is, in tegenstelling tot wat algemeen gedacht wordt, niet het begin van het jaar. Dat valt in de zevende maand en niet in de eerste. Er is gerst nodig om aan één van de geboden uit Leviticus 23 te kunnen voldoen. Ik deel met u wat de Karaïtische Joden over de gerst te zeggen hebben:

 

Het Bijbelse Jaar begint met de eerste Nieuwe Maan nadat de gerst in Israël de fase van rijpheid heeft bereikt die Abib wordt genoemd. De periode tussen een
jaar en het volgende jaar duurt ofwel twaalf ofwel dertien maanmaanden. Daarom is het belangrijk de staat van de gersteoogst te controleren tegen het eind van de twaalfde maand. Als de gerst tegen die tijd Abib is, dan heet de volgende Nieuwe Maan Chodesh Ha-Aviv (“Nieuwe Maan van de Abib”). Als de gerst nog niet rijp is, moeten we nog een maand wachten en de gerst controleren tegen het eind van de dertiende maand.
(Citaat:  www.karaite-korner.org/abib.shtml)

 

Volgens afspraak wordt een jaar met twaalf maanden een “Regulier Jaar” genoemd, terwijl een jaar met dertien maanden een Schrikkeljaar heet. Dit moet niet verward worden met het schrikkeljaar van de Gregoriaanse (Christelijke) kalender. Die kent een toevoeging van één enkele dag (29 februari). Het Bijbelse Schrikkeljaar kent echter een toevoeging van een complete maanmaand (“dertiende maand”, Adar Bet genaamd). Over het algemeen kan pas een paar dagen voor het eind van de twaalfde maand worden vastgesteld of het jaar een Schrikkeljaar wordt of niet.


Waar wordt Abib genoemd in de Bijbel?

Het verslag van Exodus verteld ons:


Exodus 13:4
4 Vandaag vertrekt u, in de maand (van de) Abib.

 

Om ons eraan te herinneren dat wij Egypte verlieten in de maand van de Abib wordt ons geleerd in deze tijd van het jaar het Pesachoffer te brengen en het feest van Ongezuurde Broden te vieren.

In Deuteronomium wordt ons geboden:

 

Deuteronomium 16:1
1 Neem de maand Abib in acht en houd het Pascha voor YHWH ,uw God,
want in de maand Abib heeft YHWH ,uw God, u in de nacht uit Egypte
geleid.

 

Op dezelfde manier wordt ons in Exodus geboden:

 

Exodus 23:15
15 Het Feest van de ongezuurde broden moet u in acht nemen. Zeven
dagen lang moet u ongezuurde broden eten, zoals Ik u geboden heb, op
de vastgestelde tijd in de maand Abib, want in die maand bent u uit
Egypte vertrokken. Maar men mag niet met lege handen voor Mijn
aangezicht verschijnen.

 

Exodus 34:18
18 Het Feest van de ongezuurde broden moet u in acht nemen. Zeven
dagen lang moet u ongezuurde broden eten, zoals Ik u geboden heb, op
de vastgestelde tijd in de maand Abib, want in de maand Abib bent u uit
Egypte vertrokken.

 

Leuk en aardig maar „Wat is Abib?“ zul je nu mischien denken.

Abib geeft een fase van ontwikkeling van de gerst aan. Dit wordt duidelijk aan de hand van het Exodus verslag dat de verwoesting door de plaag van de hagel beschrijft:

 

Exodus 9:31-32
31 “Het vlas en de gerst waren platgeslagen, want de gerst stond al in de aar (was Abib byba) en het vlas in de knop (Giv’ol l[bg). 32 Maar de tarwe en de spelt waren niet platgeslagen, want die zijn later (Afilot lypa, donker, d.w.z. nog groen).”

 

Uit deze tekst blijkt dat de vlas en de gerst waren vernietigd door de hagel, maar dat de tarwe en de spelt niet waren beschadigd. Om de reden hiervoor te begrijpen moeten we ons verdiepen in de groeicyclus van granen. In de eerste fase van hun ontwikkeling zijn granen flexibel en hebben een donker groene kleur. Naarmate ze meer rijpen, nemen ze een meer goudgele kleur aan en worden de halmen breekbaarder. De reden dat de gerst was vernietigd, maar de tarwe niet, is, dat de gerst het stadium van Abib had bereikt en daardoor breekbaar genoeg was om te worden beschadigd door de hagel. Maar de tarwe en de spelt waren nog in het beginstadium van hun ontwikkeling en daarom flexibel en niet gevoelig voor beschadiging door de hagel. De beschrijving van de tarwe en spelt als “donker” (Afilot) geeft aan dat ze nog diep groen waren en dat ze nog niet goudgeel begonnen te worden, de karakteristieke kleur van rijpe granen. In contrast daarmee had de gerst het stadium van Abib bereikt, was niet langer “donker” en had waarschijnlijk al goudgele aren ontwikkeld.

 

We weten uit verscheidene passages dat de gerst, die de fase van Abib bereikt heeft, nog niet geheel gerijpt is, maar rijp genoeg om de graankorrels te kunnen eten, als ze geroosterd zijn. Geroosterde gerst werd algemeen gegeten in het oude Israël. Het komt op verscheidene plaatsen in de Hebreeuwse Bijbel voor als Abib geroosterd (Kalui hlq) op vuur (Leviticus 2:14) of in afgekorte vorm als “geroosterd” (Kalui / Kali) (Leviticus 23:14; Jozua 5:11; 1Samuël 17:17, 25:18; 2 Samuël 17:28; Ruth 2:14).

 

In de vroege fase van ontwikkeling zijn de zaden van de gerst nog niet groot en stevig genoeg om als voedsel te dienen door ze te roosteren. Als de aar nog maar net uit de halm tevoorschijn komt, zijn de zaden nog te onderontwikkeld om op welke manier dan ook tot voedsel te kunnen dienen. In een later stadium, als de zaden zijn gegroeid, vullen ze zich met vloeistof. Als ze in dit stadium worden geroosterd, zullen ze verschrompelen en blijft er alleen een leeg vliesje over. Na verloop van tijd verandert de vloeistof in droge stof en als er voldoende droge stof aanwezig is, dan kan het zaad worden geroosterd.

 

Abib en de oogst

De maand van de Abib is de maand die begint nadat de gerst het stadium van Abib heeft bereikt. Twee tot drie weken na het begin van de maand is de gerst het stadium van Abib gepasseerd en kan worden aangeboden als “Beweeg-garve” (Hanafat Ha-Omer). Het aanbieden van de “Beweeg-garve” is een offer dat wordt gebracht van de eerste graanhalmen van de oogst die worden gemaaid. Dit offer wordt aangeboden op de eerste zondag na Pesach in de week van het  Ongezuurde Broden Feest (Chag HaMatzot). Het aanbieden van de Beweeg-garve wordt beschreven in Leviticus:

 

Leviticus 23:10-11
10 Wanneer u in het land komt dat Ik u geven zal, en u de oogst ervan binnenhaalt, dan moet u de eerste schoof van uw oogst naar de priester brengen. 11 Hij moet de schoof voor het aangezicht van de YHWH bewegen, opdat Hij een welgevallen in u vindt. Op de dag na de sabbat moet de priester de schoof bewegen.

 

Hieruit wordt duidelijk, dat de gerst, die aan het begin van de maand Abib was, vijftien tot twintig dagen later (op de eerste dag van de week tijdens het Ongezuurde Broden Feest) oogstrijp is. Daarom kan de maand van de Abib niet beginnen tenzij de gerst het stadium heeft bereikt waarin het binnen twee tot drie weken oogstrijp is. Ook Deuteronomium bevestigt dat de gerst oogstrijp moet zijn binnen twee à drie weken na het begin van de maand.

 

Deuteronomium 16:9
9 Zeven weken moet u voor uzelf aftellen. U moet de zeven weken beginnen te tellen vanaf het moment dat men met de sikkel begint te oogsten in het staande koren.

 

Uit onderstaande tekst van Leviticus weten wij, dat de zeven weken tussen Ongezuurde Broden (Chag HaMatzot) en Pinksteren (Shavuot) beginnen op de dag dat het Beweegoffer plaatsvindt (de eerste dag van de week tijdens Ongezuurde Broden):

 

Leviticus 23:15
15 U moet dan vanaf de dag na de sabbat gaan tellen, vanaf de dag dat u de schoof van het beweegoffer gebracht hebt. Zeven volle weken zullen het zijn.

 

Daarom moet het moment “dat men met de sikkel begint te oogsten in het staande koren” vallen op de eerste dag van de week tijdens Ongezuurde Broden, dat is: twee tot drie weken na het begin van de maand Abib. Als de gerst nog niet genoeg is ontwikkeld om twee tot drie weken later klaar te zijn om te maaien, kan de maand Abib niet beginnen en moeten we nog een maand wachten.


Nu rijpt niet alle gerst in Israël tegelijkertijd. Het Beweeggarve offer is een nationaal offer, gebracht van het eerste velden die oogstrijp zijn. Maar de eerstelingsoffers van individuele boeren kunnen qua rijpheid variëren van “geroosterd Abib” tot volrijpe gerst, die “gebroken” of “grof gemalen” (Geres) aangeboden mag worden. Dat is wat Leviticus bedoelt als we lezen:

 

Leviticus 2:14
14 En wanneer u de YHWH een graanoffer van de eerste vruchten aanbiedt,
moet u in het vuur geroosterde verse aren (Abib) als graanoffer van uw
eerste vruchten aanbieden, gebroken korrels (Geres Xrg) van vers graan
(Karmel lmrk).

 

Karmel is graan dat is uitgehard voorbij het punt van Abib zodat het kan worden “gebroken” of “grof gemalen”.

 

Alle bovenstaande teksten zijn in de Staten Vertaling direct uit het Hebreeuws vertaald, maar er moet wel worden opgemerkt dat de vertalers daarvan op z’n best slechts minimaal begrip hadden van de betekenis van de verschillende Hebreeuwse landbouwkundige termen. Gedeeltelijk geldt dit ook voor de Herziene Statenvertaling, waaruit de bovenstaande teksten zijn geciteerd. In Leviticus 2:14 vertaalt men bijvoorbeeld “Abib” met “verse aren” en “Geres Karmel” met “gebroken korrels” (Geres = gries) van “vers graan” (Karmel). 

 

Samenvattend kunnen we zeggen dat Gerst in het stadium van Abib drie eigenschappen bezit:

  1. Het is breekbaar genoeg om te worden vernietigd door hagel en begint gelig te worden (is niet meer “donker”).
  2. De zaden bevatten genoeg droog materiaal om ge-roosterd gegeten te kunnen worden.
  3. Het is voldoende ontwikkeld om binnen twee à drie weken geoogst te kunnen worden.

En wanneer de gerst deze drie eigenschappen heeft dan zal de eerst volgende nieuwe maan de Maand Abib in luiden wat dan ook meteen de eerste maand van het nieuwe jaar is.

 

Nu we hebben bepaald dat de zichtbare maansikkel het begin van de maand aangeeft, de maand Abib de eerste maand van het jaar is en dat deze eerste maand afhangelijk is van de rijpheid van de gerst, kunnen we de jaarlijkse feesten van YHWH op de juiste dagen vieren, op Zijn gezette tijden.

 

Maar helaas zijn we er dan nog niet helemaal, want YHWH heeft in zijn goedheid ook voorzien dat de aarde op zijn vaste tijden rust krijgt een sabbat voor het land. de vraag is dan ook:

 

Moeten we ons houden aan het sabbatsjaar/ jubeljaar, of is dit voor in het land?

Ook in mijn eerdere studie over de sabbatsjaren en de Jubeljaren heb ik hier al uitgebreid over geschreven en dit wil ik dan ook bij deze herhalen.

 

Exodus 21:1-6
1 Dit zijn de bepalingen die u hun moet voorhouden. 2 Wanneer u een Hebreeuwse slaaf koopt, moet hij zes jaar dienen, maar in het zevende mag hij zonder te betalen als vrij man vertrekken. 3 Als hij alleen gekomen is, moet hij alleen vertrekken, en als hij getrouwd is, mag zijn vrouw met hem vertrekken. 4 Als zijn meester hem een vrouw gegeven heeft en zij zonen of dochters bij hem gebaard heeft, dan zal de vrouw met haar kinderen aan haar meester blijven toebehoren en moet hijzelf alleen vertrekken. 5 Maar als de slaaf nadrukkelijk zegt: Ik heb mijn meester, mijn vrouw en mijn kinderen lief, ik wil niet als vrij man vertrekken, 6 dan moet zijn meester hem bij de rechters brengen. Hij moet hem bij de deur of de deurpost brengen. Zijn meester moet dan met een priem zijn oor doorboren. Zo zal hij hem voor eeuwig dienen.

 

Ze zijn nog niet in het land Israel, en moeten deze wetten al wel leren en doen Dit zijn dezelfde regels die bij het Sabbatsjaar en het jubeljaar worden herhaald.

Veel mensen en ook Bijbelleraren zeggen het sabbatsjaar en het Jubeljaar alleen geld in het land, want dat staat in vers 2 van Exodus 25. Maar is dit echt zo eenvoudig kunnen we dit zo eenvoudig afwimpelen? Er staat geschreven dat we niets mogen toevoegen aan de Thora maar ook niets mogen weghalen.

Stel de mensen die het zo uitleggen hebben gelijk hoe moeten we dan deze verzen lezen uit Deutronomium 18:9-11

 

9 Wanneer u in het land komt dat de HEERE, uw God, u geeft, mag u niet leren handelen overeenkomstig de gruweldaden van die volken.

Omdat we niet in het land zijn mogen we dan wel de gruweldaden leren en er naar handelen?  

10 Onder u mag niemand gevonden worden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan, die waarzeggerij pleegt, die wolken duidt of aan wichelarij doet, die een tovenaar is, 11 die bezweringen doet, die een dodenbezweerder of een waarzegger raadpleegt, of die bij de doden onderzoek doet.

 

Omdat we niet in het land zijn mogen we onze kinderen offeren, we mogen bezig zijn met waarzeggerij enz?

Mogen we dit allemaal doen omdat we niet in het land zijn? natuurlijk niet maar hier staat exact het zelfde als Leviticus 25:2

Nog een voorbeeld

 

Leviticus 19:23, 26-30
23 Wanneer u in het land komt ....

 

Alles wat nu komt mag je niet doen in het land maar dat geld niet voor ons buiten het land?

 

26 U mag niets eten waar nog bloed in zit. U mag niet aan wichelarij doen en u mag geen wolken duiden. 27 U mag de zijkanten van uw hoofd niet afscheren en de randen van uw baard mag u niet weghalen. 28 U mag vanwege een dode geen inkerving in uw lichaam maken en geen tatoeages bij uzelf aanbrengen. Ik ben de HEERE.

 

Omdat we niet in het land zijn mogen we tatoeages laten zetten en ons zelf snijden….

 

29 U mag uw dochter niet schenden door haar hoererij te laten bedrijven, zodat het land geen hoererij bedrijft en het land niet met schandelijk gedrag vervuld wordt. 30 U moet Mijn sabbatten in acht nemen en eerbied hebben voor Mijn heiligdom. Ik ben de HEERE.

 

Maar omdat we niet in het land zijn mogen we dit wel doen?

Zie je hoe krom dit argument eigenlijk is, en toch vragen we ons af of we ons buiten Israel moet houden aan het Sabbatsjaar en het Jubeljaar.

 

Jesaja 66:1
1 Zo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon en de aarde de voetbank van Mijn voeten. Waar zou dan het huis zijn dat u voor Mij zou willen bouwen en waar de plaats van Mijn rust?

 

Als de hele aarde de voetenbank van God is waarom zijn dan het Sabbatsjaar en het Jubeljaar alleen voor in het land Israel.

 

Deze vraag hebben de Joden in de Babylonische ballingschap ook afgevraagd, in de Babylonische Talmud hebben de geleerde joden die in ballingschap waren dit onderzocht en zijn tot de conclusie gekomen dat de sabbatsjaren en de jubeljaren ook buiten Israel moeten worden gehouden.

 

Als jullie er net als ik van overtuigd zijn dat we ons aan de Sabbatsjaren en de Jubeljaren moeten houden, dan zijn we er nog niet. Dan zullen we moeten onderzoeken wanneer deze sabbatsjaren zijn hierover heb ik ook in de eerdere studie al het een en ander gedeeld maar ik ben hier desetijds vrij snel overheen gestapt.

 

Wanneer moet je het sabbatsjaar vieren?

De vraag is namelijk wanneer moet je beginnen met het tellen van de sabbatsjaren en de Jubeljaren? Moet je beginnen met tellen wanneer je je land koopt? of moeten we ons aan een wereldwijde telling houden die al begonnen is bij de schepping? Deze vraag hoop ik in het volgende stuk schrijven duidelijk te maken.

Als we kijken naar de bijbelse geschiedenis van het volk Israel dan zien we daar een aantal bijzondere zaken met betrekking op de intocht in het beloofde land. Maar voor ik dat wil gaan lezen wil ik eerst kijken naar Wat YHWH tegen Mozes zegt in Leviticus 25.

 

Leviticus 25: 2
2 Spreek tot de Israëlieten, en zeg tegen hen: Wanneer u gekomen bent in het land dat Ik u geven zal, dan moet het land rust krijgen, een sabbat voor de HEERE.

 

Wat ik een beetje vreemd vind in deze tekst is dat, het eerste jaar dat het volk in het land is dat ze het land een jaar rust moeten geven een sabbat voor het land. Terwijl als we kijken naar de sabbatsjaren het land pas in het zevende jaar rust moet hebben. dit is wat we ook in vers 4 kunnen lezen:

 

Leviticus 25: 4
4 Maar in het zevende jaar moet het voor het land sabbat zijn, een periode van volledige rust, een sabbat voor de HEERE. Uw akker mag u niet bezaaien en uw wijngaard mag u niet snoeien.

 

Als we deze tekst zo bekijken dan moet het volk het eerste en het zevende jaar een sabbatjaar houden. Ik wil dan ook graag met jullie kijken naar hoe en wanneer Israël het beloofdeland binnen ging.

 

Deze geschiedenis is opgetekend in Jozua 3 en 4 en vervolgens lezen we in hoofdstuk 5 dat Jozua nadat het volk de Jordaan overgestoken was de mannen van Israel opnieuw moest besnijden.

 

Jozua 5: 8 - 12
8 En het gebeurde, toen zij het besnijden van heel het volk voltooid hadden, dat zij op hun plaats bleven in het kamp tot zij genezen waren. 9 Verder zei de HEERE tegen Jozua: Vandaag heb Ik de smaad van Egypte van u afgewenteld. Daarom gaf men die plaats de naam Gilgal, tot op deze dag. 10 Terwijl de Israëlieten in Gilgal hun kamp hadden opgeslagen, hielden zij het Pascha op de veertiende dag van die maand, in de avond, op de vlakten van Jericho. 11 Zij aten de dag na het Pascha van de opbrengst van het land, ongezuurde broden en geroosterd graan, op diezelfde dag. 12 Het manna hield de volgende dag op, nadat zij van de opbrengst van het land gegeten hadden. En de Israëlieten hadden geen manna meer, maar zij aten in dat jaar van de opbrengst van het land Kanaän.

 

Hier is het volk het beloofde land binnen gegaan en wordt als eerste al wat mannelijk is besneden en daarmee erfgenamen van het verbond dat God met Abraham, Isaac en Jacob had gemaakt. Vervolgens lezen we dat ze in dezelfde maand dat ze het land binnen gingen en besneden werden, Pesach vierden op de veertiende van diezelfde (eerste) maand, en dat de Israëlieten dat gehele jaar van de opbrengst van het land at.
Let wel het volk had dit eten niet zelf verbouwd maar aten van wat het land voortbracht. Het was voor het volk zoals God hun geboden had een sabbat voor het land.

 

In deze geschiedenis leren we een aantal zaken.

  1. Het volk vierde het Pesach in de eerste maand (de maand van de abib) van het jaar.
  2. Het volk moest het land dat jaar rust geven een sabbat voor het land, dit moet dan of een sabbatsjaar of een jubeljaar zijn geweest.

Om hier achter te komen kunnen we nogmaals kijken naar de verzen uit Leviticus 25 waarin we al hebben gelezen dat het volk het eerste jaar en het zevende jaar het land rust moest geven. Als we weten dat elk zevende jaar een sabbatsjaar is en dat meteen na het zevende sabbatsjaar (het negeneenveertigste jaar) een jubeljaar volgt wat ook meteen weer het eerste jaar van de volgende sabbats cyclus is. dan kunnen we hieruit al concluderen dat het jaar dat het volk Israel het beloofde land introk een jubeljaar moet zijn geweest.

 

Voor het hele volk Israel was dit eerste jaar een jubeljaar en het zevende jaar was een sabbatsjaar, maar het heeft veel langer dan een jaar geduurd tot dat alle stammen hun erfelijke bezit had ontvangen. Dit zien we onder andere in Jozua 14 waar nog niet het hele land veroverd is maar waar we al zien dat het inbezit name van het land meerdere jaren heeft geduurd.

 

Jozua 14:6 - 15
6 Toen kwamen de nakomelingen van Juda bij Jozua in Gilgal. En Kaleb, de zoon van Jefunne, de Keneziet, zei tegen hem: U weet zelf van het woord dat de HEERE tegen Mozes, de man Gods, over mij en over u gesproken heeft in Kades-Barnea. 7 Ik was veertig jaar oud toen Mozes, de dienaar van de HEERE, mij vanuit Kades-Barnea uitstuurde om het land te verkennen en toen ik hem verslag uitbracht zoals het in mijn hart was. 8 Maar mijn broeders die met mij opgetrokken waren, deden het hart van het volk smelten; ikzelf echter volhardde erin de HEERE, mijn God, na te volgen. 9 Toen zwoer Mozes op die dag: Het land dat uw voet betreden heeft, zal voor eeuwig voor u en uw kinderen tot erfelijk bezit zijn, omdat u erin volhard hebt de HEERE, mijn God, na te volgen. 10 En zie, nu heeft de HEERE mij in het leven behouden, zoals Hij gesproken heeft. Het is nu vijfenveertig jaar geleden dat de HEERE dit woord tot Mozes gesproken heeft, toen Israël door de woestijn trok, en nu, zie, ik ben vandaag vijfentachtig jaar oud. 11 Ik ben vandaag nog even sterk als ik was op de dag toen Mozes mij uitstuurde. Zoals mijn kracht toen was, zo is mijn kracht nu, om te strijden en om uit te gaan en om in te gaan. 12 Nu dan, geef mij dit bergland, waarover de HEERE op die dag gesproken heeft. U hebt zelf immers op die dag gehoord dat daar de Enakieten waren, en grote versterkte steden. Misschien zal de HEERE met mij zijn, zodat ik hen verdrijf, zoals de HEERE gesproken heeft. 13 Toen zegende Jozua hem en hij gaf Kaleb, de zoon van Jefunne, Hebron als erfelijk bezit. 14 Daarom werd Hebron voor Kaleb, de zoon van Jefunne, de Keneziet, tot erfelijk bezit tot op deze dag, omdat hij erin volhard had de HEERE, de God van Israël, na te volgen. 15 De naam van Hebron was vroeger stad van Arba, die een groot man was onder de Enakieten. En het land rustte van de strijd.

 

Hier lezen we dat Kaleb 40 jaar oud was toen hij als verkenner het land bekeek, na nogmaals 40 jaar in de wildernis te hebben doorgebracht mogen ze eindelijk het land in bezit gaan nemen. Ondertussen is hij 85 jaar oud en zijn Kaleb, Jozua en de rest van het volk al 5 jaar bezig met het in bezit nemen van het land. En zoals we hier lezen vraagt Kaleb of hij het aan hem beloofde land kan gaan innemen. En toch gold voor Kaleb en daarbij heel het volk het eerste jaar als een jubeljaar en het zevende jaar als een sabbatsjaar. Dit betekend voor ons dan ook dat we niet moeten gaan tellen wanneer we het land hebben gekocht maar moeten we een algehele kalender volgen die begonnen is bij de schepping.

 

Hoe weet ik dat deze kalender is begonnen bij de schepping?

 

Nu we hebben ontdekt wanneer na de inbezitname van het land Israël het een sabbatsjaar was voor het volk en we willen weten of deze telling is begonnen bij de schepping dan zullen we moeten uitrekenen in welk jaar na de schepping het volk bevrijd werdt uit het land Egypte en wanneer ze het beloofde land in trokken.

 

Omdat er historisch gezien nogal wat vraagtekens zijn wanneer de uittocht uit Egypte heeft plaats gevonden zullen we dit op een andere manier moeten bepalen, dit wil ik dan ook doen met de geslachtregisters in het boek Genesis en  een aantal profetieen.

 

Ook hierover heb ik in de vorigestudie al wat uitgelegd, maar ook nu wil ik dit met een eenvoudige rekensom laten zien.

 

Maar om niet alles uit te hoeven typen waardoor deze studie nog veel langer zou worden heb ik besloten om een tijdlijn in te sluiten waarbij de bijbelverzen zijn aangegeven als referentie waar dit staat vermeld zodat dit nagekeken kan worden.

 

tijdlijn vanaf de schepping

2023 een sabbatsjaar begint.

 

Er zijn nogal veel discussies gaande over de kalender, veel mensen volgen de Hillel II kalender of een afgeleide daarvan en hoewel ik mij had voorgehouden om mij niet in de kalender discussie te mengen, ben ik nu op een punt gekomen dat ik van die beslissing moet terugkeren.

 

Toen ik 4 jaar geleden mijn ontslag nam en met mijn gezin naar Portugal vertrok om hier een Rehabilitatie centrum te beginnen was een ander belangrijk punt voor ons om ons leven voledig in te richten volgens Zijn leefregels, waar we in Nederland mede door het werk en dergelijke nog wel eens problemen ondervonden.

 

Met dit schrijven hoop ik duidelijk te maken waarom ik geloof dat in het voorjaar van 2023 het vierde sabbatsjaar van de laatste Jubeljaarcyclus begint.

 

Waarom is er zoveel onenigheid in verband met de kalender, is het niet het beste om hierin gewoon de joodse kalender te volgen, zul je misschien denken. Want de Joden doen het al honderden jaren zo, kunnen we daar niet onze eenheid in vinden. 

 

Een wedervraag van mij hierop is dan: Als we weten dat er bepaalde dingen in de Joodse kalender ingaan tegen Gods Woord moeten we dan de Waarheid van Gods Woord opofferen om een eenheid te vormen?

 

Als dat zo is dan wil ik je vragen om de studie „Verdeeld door de Waarheid of eenheid in dwaling“ te gaan lezen.

 

Ik denk dat wanneer we ons willen verdiepen in Zijn waarheid en willen leven naar Zijn wil, dat het dan ook heel erg belangrijk is om ons af te vragen Waarom het zo belangrijk is om de juiste kalender te gebruiken?

 

ALs we kijken naar de bijbelse feesten ook wel Moadim genoemd, de vastgestelde tijden die in de Bijbel worden beschreven, dan zijn dit de door YHWH vastgestelde tijden. Hij heeft deze dagen vastgesteld, het zijn afspraken met ons en wij moeten die houden volgens Zijn bepalingen.

 

Leviticus 23:1-2, 4

1 De HEERE sprak tot Mozes: 2 Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: De feestdagen van de HEERE, die u moet uitroepen, zijn heilige samenkomsten. Dit zijn Mijn feestdagen:

4 Dit zijn de feestdagen van de HEERE, de heilige samenkomsten, die u op hun vastgestelde tijd moet uitroepen.

 

Ten eerste lezen we hier niet dat dit  de Joodse feesten zijn, maar zoals we hier duidelijk kunnen lezen spreekt God tegen Mozes en zegt uitdrukkelijk in vers 2 dat het „De feestdagen van de HEERE“ zijn, waarna nog in het zelfde Bijbelvers een herhaling volgt met de woorden „Dit zijn Mijn feestdagen“. en vervolgens zien we het weer in vers 4 „Dit zijn de feestdagen van de HEERE“ Wat zijn dit dan voor feesten, het zijn geheiligde dagen om samen te komen. Als God deze dagen dan op hun vastgestelde tijd heeft geheiligd (apart heeft gezet) wie zijn wij dan om niet meer naar deze dagen om te kijken, of ze te veranderen. Want als we kijken naar bijvoorbeeld Pasen dan lijkt dit vrij veel op het Pesach feest met die verschillen dat het Pesach feest maar een dag duurt en gehouden wordt op de door God vastgestelde tijd in de eerste maand op de veertiende dag. En dit geld ook voor het pinksterfeest wat te vergelijken is met het Weken feest.

 

Mozes heeft deze feesten dus niet ingesteld voor Israel maar God heeft ze voor zichzelf ingesteld. Wat moest Mozes dan wel doen? Hij moest ze bekend maken.

 

Deze feesten zijn voor YHWH erg belangrijk, en ze moeten voor ons ook belangrijk zijn. Kan ik bijvoorbeeld zeggen dat ik me aan een afspraak heb gehouden met een vriend, als ik de dag erna of ervoor ging? Denk hier eens over na, want dit verklaart het belang van het houden van de vastgestelde tijden op de tijden die YHWH voor hen heeft vastgesteld. We weten uit de Bijbel hoeveel profetieën zijn vervuld op de door Hem vastgestelde tijden. Neem bijvoorbeeld het uit storten van de Heilige Geest op het feest van Shavuot. Als de discipelen een ander kalender hadden gehouden zouden ze dan de Heilige geest hebben ontvangen op de dag waarop volgens hun kalender Shavout zou plaats vinden of nog sterker zouden ze nog steeds de Geest hebben ontvangen? Kunnen we het ons veroorloven om toekomstige vervulling van Zijn apart gezette tijden te missen?

 

Als ik er dus van overtuigd ben dat het belangrijk is om de feesten op de juiste dag (Vastgestelde tijd) te vieren. Dan is het ook erg belangrijk om te weten wanneer de maand begint zodat we op de juiste vastgestelde tijd Zijn feesten kunnen vieren. Met als gevolg dat we ons gaan afvragen welk beginpunt van de maand we dan moeten volgen een berekende nieuwe maan, de conjuntie of de zichtbare maansikkel.

 

De eerste vraag die ik dus wil bekijken is: 

 

Wanneer is het nieuwemaan?

 

Om deze vraag te beantwoorden wil ik gaan kijken naar welke kalender Yeshua heeft gevolgd om de feesten te vieren (en ik wil ervanuit gaan dat Yeshua deze op de juiste tijden vierde). Er zijn een aantal duidelijke referenties in de bijbel die laten zien dat Yeshua naar Jeruzalem ging om de pelgrimsfeesten te vieren zoals beschreven staat in de Thora. 

 

Pesach Lucas 2:41-42 Johannes 2: 13, 23

Loofhuttenfeest Johannes 7:2,10

 

De discipelen van Yeshua deden zoals hij het hun geleerd had. Zij waren allen bijeen in Jeruzalem op het feest van Shavuot(Pinksteren) toen de Heilige Geest werd uitgestort. zoals we kunnen lezen in Handelingen 2:1

 

Nu we weten dat Yeshua en Zijn discipelen de feesten vierden dan is het voor ons van belang om te achterhalen welke kalender zij volgenden. 

We weten uit historische bronnen dat de Joodse kalender, of Hillel II-kalender, is ingesteld tussen het jaar 359 en 500 n. Chr., de vraag is dan ook wat werd hiervoor gebruikt?

 

Omdat dit best een belangrijk punt is wil ik hier niet te snel overheen stapppen en wil ik dit dan ook uit meerdere (historische) bronnen bekijken.

 

1. de tijd van Herodes de Grote

 

Onze eerste historische bron vertelt ons hoe de nieuwe maan werd aangekondigd in de tijd van de Tempel van Herodes. Herodes verwijst hier naar Herodes de Grote en voor degenen die het niet weten, Herodes de Grote was de Koning ten tijde van Yeshua's geboorte.

 

„De nauwkeurige bepaling van de nieuwe maan was altijd van het grootste belang voor het volk Israel, want als ze niet nauwkeurig waren met de exacte tijd van de nieuwe maan, zou hun hele kalender uit balans raken, en de God van de kalender zou op de verkeerde dagen worden aanbeden. Als God inderdaad de Heer van tijden en seizoenen is en een kalender had ontworpen, dan was het hun plicht om deze met nauwkeurigheid en oprechte passie te observeren.“

 

„In de tijd van de tempel van Herodes was de hogepriester degene die werd gekozen om de nieuwe maan aan te kondigen vanuit de tempel, gebaseerd op het getuigenis van twee betrouwbare getuigen. Zodra de aankondiging werd gedaan, werden er fakkels aangestoken op de Olijfberg, wat een teken was voor degenen die op anderen heuvels wachtten dat de nieuwe maan boven Jeruzalem was verschenen en om de Nieuwe Maan te vieren.“

(bron: https://www.bible-history.com/jewishyear/jewishyear_new_moon.html)

 

Er wordt melding gemaakt van twee getuigen; wat hebben ze gezien en hoe? Laten we wat verder zoeken ...

 

 “Oorspronkelijk werd de Nieuwe Maan niet vastgesteld door astronomische berekeningen, maar was aangekondigd nadat getuigen hadden verklaard dat de maansikkel weer was verschenen,' 

(bron: Encyclopaedia Judaica, Vol. 12, p. 1039.)

 

De Hebreeuwse kalender is in de loop van de tijd geëvolueerd. Bijvoorbeeld tot aan de Tannaitische periode (ongeveer 10–220 n.Chr.) de maanden werden ingesteld door waarneming van een nieuwe maansikkel, met een extra maand toegevoegd elke twee of drie jaar om het verschil te corrigeren tussen de twaalf maanmaanden en het zonnejaar en dus om Pesach in de lente te houden. De toevoeging van de extra maand was ook gebaseerd op observatie van natuurlijke gebeurtenissen: met name het rijpen van de gerstoogst; de leeftijd van de geitjes, lammetjes en duiven; de rijpheid van de fruitbomen; en de relatie van de datum tot de seizoenen.

(bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Hebrew_calendar)

 

2. Philo van Alxandrië

 

Als we nog wat verder zoeken komen we bij Philo van Alexandrië; hij was een hellenistisch-joodse filosoof, die leefde in Alexandrië, Egypte, tijdens het Romeinse Rijk. Hij was een tijdgenoot van Yeshua (20 v Chr - 50 n. Chr.)

(bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Philo)

 

Philo schreef over de viering van de feesten door de joden van zijn tijd, en hier is een citaat uit de Werken van Philo over het feest van de nieuwe maan. Hier beschrijft hij op een zeer kleurrijke, filosofische manier hoe de nieuwe maan(d) werd bepaald.

 

XXVI. (140) In navolging van de volgorde die we hebben aangenomen, spreken we over het derde feest, dat van de nieuwe maan. Allereerst omdat het het begin van de maand is, en het begin, hetzij van aantal of van tijd, is eervol. Ten tweede omdat er op dit moment niets in de hele hemel zonder licht is. Ten derde, omdat in die periode de des te meer machtige en belangrijke hemellichamen een deel van de noodzakelijke hulp geeft aan de minder belangrijke en zwakker lichamen; want ten tijde van de nieuwe maan begint de zon de maan te verlichten met een licht dat zichtbaar is voor de uitwendige zintuigen, en dan toont ze haar eigen schoonheid aan de toeschouwers.

(bron: Yonge, C. D. with Philo of Alexandria. (1995). The works of Philo: complete and unabridged (p. 581). Peabody, MA: Hendrickson.)

 

3. het boek van Henoch

 

Tot slot wil ik nog een twee tal verzen uit het boek van Henoch aanhalen dat omstreeks 300 jaar voor Yeshua is geschreven. De eerste dag van de nieuwe maan volgens het boek van Henoch is de dag dat het licht op de maan opkomt.

 

Henoch 78:12

12 En op de eerste dag wordt ze de nieuwe maan genoemd, want op die dag gaat het licht over haar op. 

 

Het einde van de maand wordt als volgt omschreven:

 

Henoch 78:14

14 Aan de kant waar het licht van de maan tevoorschijn komt, daar neemt ze weer af tot al het licht verdwijnt en alle dagen van de maand zijn ten einde, en haar omtrek is leeg, geheel zonder licht.

 

 

Uit al deze beschrijving leren we dat de conjunctie het einde van de maand is en de nieuwe maan is wanneer het licht op de maan opkomt.

 

Het oude begrip nieuwe maan komt dus niet overeen met het huidige concept (zoals ook door de NASA wordt gepromoot) van de donker maan is de nieuwe maan. Integendeel, de conjunctie wordt duidelijk begrepen als de eind van de maand en zodra de eerste sikkel van de maan te zien is wordt er gesproken van de nieuwe maan. 

 

 

Nu we weten wanneer we de maand begint komt een volgende vraag op ons pad namelijk:

 

 

Wanneer begint het jaar volgens de Bijbel?

 

Als we de Joodse (Hillel II) kalender volgen dan zien we dat het begin van het jaar of wel Rosh Hashanna tegelijk is met Yom Teruah of wel de bazuinendag.

Maar wat zegt Gods woord over deze dag?

 

Leviticus 23: 24

24 Spreek tot de Israëlieten en zeg: In de zevende maand, op de eerste dag van de maand, moet u een rustdag houden, een gedenkdag aangekondigd door bazuingeschal, een heilige samenkomst.

 

Numeri 29: 1

1 In de zevende maand nu, op de eerste dag van de maand, moet u een heilige samenkomst houden; geen enkel dienstwerk mag u dan doen. Het is voor u een dag aangekondigd door bazuingeschal.

 

Tot twee maal toe lezen we dat de dag aangekondigd door bazuingeschal op de eerste dag van de zevende maand is. Als dit de zevende maand is, hoe kan dit dan ook meteen de eerste maand zijn? Dit is mijns inziens niet mogelijk.

 

Een vers dat dit voor mij bevestigd staat in Exodus 23 waar we het volgende lezen.

 

Exodus 23: 16

16 Ook het Feest van de oogst, van de eerste vruchten van uw werk, van wat u op de akker gezaaid hebt. En het Feest van de inzameling, aan het einde van het jaar, wanneer u de vruchten van uw werk van het veld ingezameld hebt.

 

Als de najaarsfeesten, zoals ze genoemd worden aan het eind van het jaar zijn, hoe kan dan het eerste van deze drie feesten al het nieuwe jaar inluiden?

Als dat zo is dan zijn de grote verzoendag en het loofhuttenfeest de eerste feesten van het nieuwe jaar! Of het nieuwe jaar zou moeten beginnen bij de eerstvolgende nieuwe maan wat volgens Leviticus 23 en Numeri 29 dan de achtste maand zou moeten zijn.

 

Een andere gedachtegang die rond gaat heeft te maken met het inluiden van het jubeljaar waarvan we lezen in Leviticus 25

 

Leviticus 25: 8 - 13

8 Verder moet u voor uzelf zeven sabbatsjaren tellen, zeven keer zeven jaar, zodat de perioden van de zeven sabbatsjaren negenenveertig jaar voor u zijn. 9 Dan moet u in de zevende maand, op de tiende dag van de maand, bazuingeschal laten klinken. Op de Verzoendag moet u de bazuin in heel uw land laten klinken. 10 U moet het vijftigste jaar heiligen en vrijlating in het land uitroepen voor alle bewoners ervan. Het is jubeljaar voor u: ieder zal terugkeren naar zijn eigen bezit en ieder zal terugkeren naar zijn familie. 11 Elk vijftigste jaar moet jubeljaar voor u zijn. U mag dan niet zaaien, niet oogsten wat er na uw laatste oogst nog opkomt, en de druiven van uw ongesnoeide wijnstok mag u niet plukken, 12 want het is jubeljaar. Het moet heilig voor u zijn. U mag van de akker eten wat hij uit zichzelf opbrengt. 13 In dit jubeljaar mag u terugkeren, ieder naar zijn eigen bezit.

 

Vaak wordt er gezegd dat hier duidelijk beschreven is dat het jubeljaar begint op de tiende van de zevende maand en dat dit dan ook voor alle andere jaren wel zo zal moeten zijn. 

 

Maar als dit zo is dan begint het jaar niet op Rosh Hashanna of wel de eerste dag van de zevende maand maar dan zou het jaar ergens halverwege de zevende maand beginnen om precies te zijn op de tiende dag van deze maan. 

 

Ik vraag me dan ook af of dit hier in Leviticus 25 echt beschreven staat.

 

Letterlijk staat hier dat we het vijftigste jaar moeten heiligen of appart moeten zetten, en dat we in dat jaar vrijlating moeten uitroepen in het land voor alle bewoners er van. Om precies te zijn word hier beschreven dat er al 49 jaren waren geteld en dat men in het vijftigste jaar op de tiende dag van de zevende maand bazuingeschal moet laten klinken omdat het jubeljaar is.

Daarnaast verteld dit vers ons niet dat de trompetten moeten schallen omdat het de komst van het Jubeljaar aankondigd. Het bazuingeschal moet klinken omdat het de zevende maand van het jubeljaar is! en omdat er op de Grote Verzoendag verzoening wordt gedaan over iedereen, en omdat het het Jubeljaar is moet er "vrijheid" verkondigd worden over de het gehele land en alle bewoners daarvan. Verder zegt alleen al het feit dat de zevende maand wordt genoemd zonder een aanvulling, dat dit de eerste maand van het sabbatjaar / jubeljaar is, dat deze zevende maand behoort tot een jaar dat al aan de gang is.

 

Ook als we kijken naar wanneer het jubeljaar begon nadat het volk Israel het beloofde land binnen ging, dan zien we ook hier dat dit in het voorjaar vlak voor Pesach was. Maar hierover zal ik later nog meer schrijven in het stukje over wanneer we het sabbatsjaar/ jubeljaar moeten vieren.

 

In de bijbel wordt nadrukkelijk vermeld wanneer het jaar begint.

 

Exodus 12:2

2 Deze maand zal voor u het begin van de maanden zijn. Hij zal voor u de eerste zijn van de maanden van het jaar.

 

De maand waarover hier wordt gesproken is de maand Abib. De maand waarin het Pesach wordt gevierd waarover in dit hoofdstuk wordt geschreven.

 

In het bijbelboek Esther wordt dit naar mijn idee heel sterk bevestigd onder andere in de onderstaande tekst.

Esther 9:1

1 In de twaalfde maand, dat is de maand Adar, op de dertiende dag ervan, toen het moment gekomen was om het woord van de koning en zijn wet uit te voeren, op de dag waarop de vijanden van de Joden hoopten hen in hun macht te krijgen, gebeurde het omgekeerde, want de Joden zelf kregen hun haters in hun macht.

Hierbij is het belangrijk om te weten dat de maand voor Abib de maand Adar is of Adar Beth in het geval het een schrikkeljaar betreft wanneer er een extra maand (Adar 2) wordt toegevoegd.

Uit o.a. deze tekst uit het boek Esther zien we dat hier gesproken wordt over de twaalfde maand met de naam Adar. De maand die hierna komt als het geen schrikkeljaar betreft is de eerste maand genaamd Abib. 

 

Duidelijk de eerste maand de maand (van de) Abib is het begin van het jaar en niet de zevende maand, maar wanneer begint deze maand. de volgende vragen die ik dan ook wil stellen is: 

 

Waar komt Abib vandaan? en wat heeft dit met de oogst te maken?

 

Een van de vele factoren waar de huidige Hebreeuwse Kalender (Hillel II) geen rekening mee houdt is de vraag of de gerst al of niet Abib is. Die vraag wordt niet eens gesteld. Toch moet de gerst Abib zijn (bijna klaar om te oogsten) omdat dit, samen met het waarnemen van de eerste Maansikkel, een basisvoorwaarde is om het begin (of het “Hoofd”) van het Jaar vaststellen.

 

Rosh Hashanah is, in tegenstelling tot wat algemeen gedacht wordt, niet het begin van het jaar. Dat valt in de zevende maand en niet in de eerste. Er is gerst nodig om aan één van de geboden uit Leviticus 23 te kunnen voldoen. Ik deel met u wat de Karaïtische Joden over de gerst te zeggen hebben:

 

Het Bijbelse Jaar begint met de eerste Nieuwe Maan nadat de gerst in Israël de

fase van rijpheid heeft bereikt die Abib wordt genoemd. De periode tussen een

jaar en het volgende jaar duurt ofwel twaalf ofwel dertien maanmaanden. Daarom is het belangrijk de staat van de gersteoogst te controleren tegen het eind van de twaalfde maand. Als de gerst tegen die tijd Abib is, dan heet de volgende Nieuwe Maan Chodesh Ha-Aviv (“Nieuwe Maan van de Abib”). Als de gerst nog niet rijp is, moeten we nog een maand wachten en de gerst controleren tegen het eind van de dertiende maand.

(Citaat:  www.karaite-korner.org/abib.shtml)

 

Volgens afspraak wordt een jaar met twaalf maanden een “Regulier Jaar” genoemd, terwijl een jaar met dertien maanden een Schrikkeljaar heet. Dit moet niet verward worden met het schrikkeljaar van de Gregoriaanse (Christelijke) kalender. Die kent een toevoeging van één enkele dag (29 februari). Het Bijbelse Schrikkeljaar kent echter een toevoeging van een complete maanmaand (“dertiende maand”, Adar Bet genaamd). Over het algemeen kan pas een paar dagen voor het eind van de twaalfde maand worden vastgesteld of het jaar een Schrikkeljaar wordt of niet.

 

 

Waar wordt Abib genoemd in de Bijbel?

 

Het verslag van Exodus verteld ons:

Exodus 13:4

4 Vandaag vertrekt u, in de maand (van de) Abib.

 

Om ons eraan te herinneren dat wij Egypte verlieten in de maand van de Abib

wordt ons geleerd in deze tijd van het jaar het Pesachoffer te brengen en het feest van Ongezuurde Broden te vieren. 

 

In Deuteronomium wordt ons geboden:

 

Deuteronomium 16:1

1 Neem de maand Abib in acht en houd het Pascha voor YHWH ,uw God,

want in de maand Abib heeft YHWH ,uw God, u in de nacht uit Egypte

geleid.

 

Op dezelfde manier wordt ons in Exodus geboden:

 

Exodus 23:15

15 Het Feest van de ongezuurde broden moet u in acht nemen. Zeven

dagen lang moet u ongezuurde broden eten, zoals Ik u geboden heb, op

de vastgestelde tijd in de maand Abib, want in die maand bent u uit

Egypte vertrokken. Maar men mag niet met lege handen voor Mijn

aangezicht verschijnen.

 

Exodus 34:18

18 Het Feest van de ongezuurde broden moet u in acht nemen. Zeven

dagen lang moet u ongezuurde broden eten, zoals Ik u geboden heb, op

de vastgestelde tijd in de maand Abib, want in de maand Abib bent u uit

Egypte vertrokken.

 

Leuk en aardig maar „Wat is Abib?“ zul je nu mischien denken.

 

Abib geeft een fase van ontwikkeling van de gerst aan. Dit wordt duidelijk aan de hand van het Exodus verslag dat de verwoesting door de plaag van de hagel beschrijft:

 

Exodus 9:31-32

31 “Het vlas en de gerst waren platgeslagen, want de gerst stond al in de aar (was Abib byba) en het vlas in de knop (Giv’ol l[bg). 32 Maar de tarwe en de spelt waren niet platgeslagen, want die zijn later (Afilot lypa, donker, d.w.z. nog groen).” 

 

Uit deze tekst blijkt dat de vlas en de gerst waren vernietigd door de hagel, maar dat de tarwe en de spelt niet waren beschadigd. Om de reden hiervoor te begrijpen moeten we ons verdiepen in de groeicyclus van granen. In de eerste fase van hun ontwikkeling zijn granen flexibel en hebben een donker groene kleur. Naarmate ze meer rijpen, nemen ze een meer goudgele kleur aan en worden de halmen breekbaarder. De reden dat de gerst was vernietigd, maar de tarwe niet, is, dat de gerst het stadium van Abib had bereikt en daardoor breekbaar genoeg was om te worden beschadigd door de hagel. Maar de tarwe en de spelt waren nog in het beginstadium van hun ontwikkeling en daarom flexibel en niet gevoelig voor beschadiging door de hagel. De beschrijving van de tarwe en spelt als “donker” (Afilot) geeft aan dat ze nog diep groen waren en dat ze nog niet goudgeel begonnen te worden, de karakteristieke kleur van rijpe granen. In contrast daarmee had de gerst het stadium van Abib bereikt, was niet langer “donker” en had waarschijnlijk al goudgele aren ontwikkeld.

 

We weten uit verscheidene passages dat de gerst, die de fase van Abib bereikt

heeft, nog niet geheel gerijpt is, maar rijp genoeg om de graankorrels te kunnen eten, als ze geroosterd zijn. Geroosterde gerst werd algemeen gegeten in het oude Israël. Het komt op verscheidene plaatsen in de Hebreeuwse Bijbel voor als Abib geroosterd (Kalui hlq) op vuur (Leviticus 2:14) of in afgekorte vorm als “geroosterd” (Kalui / Kali) (Leviticus 23:14; Jozua 5:11; 1Samuël 17:17, 25:18; 2 Samuël 17:28; Ruth 2:14).

 

In de vroege fase van ontwikkeling zijn de zaden van de gerst nog niet groot en stevig genoeg om als voedsel te dienen door ze te roosteren. Als de aar nog maar net uit de halm tevoorschijn komt, zijn de zaden nog te onderontwikkeld om op welke manier dan ook tot voedsel te kunnen dienen. In een later stadium, als de zaden zijn gegroeid, vullen ze zich met vloeistof. Als ze in dit stadium worden geroosterd, zullen ze verschrompelen en blijft er alleen een leeg vliesje over. Na verloop van tijd verandert de vloeistof in droge stof en als er voldoende droge stof aanwezig is, dan kan het zaad worden geroosterd.

 

Abib en de oogst

 

De maand van de Abib is de maand die begint nadat de gerst het stadium van Abib heeft bereikt. Twee tot drie weken na het begin van de maand is de gerst het stadium van Abib gepasseerd en kan worden aangeboden als “Beweeg-garve” (Hanafat Ha-Omer). Het aanbieden van de “Beweeg-garve” is een offer dat wordt gebracht van de eerste graanhalmen van de oogst die worden gemaaid. Dit offer wordt aangeboden op de eerste zondag na Pesach in de week van het  Ongezuurde Broden Feest (Chag HaMatzot). Het aanbieden van de Beweeg-garve wordt beschreven in Leviticus:

 

Leviticus 23:10-11

10 Wanneer u in het land komt dat Ik u geven zal, en u de oogst ervan binnenhaalt, dan moet u de eerste schoof van uw oogst naar de priester brengen. 11 Hij moet de schoof voor het aangezicht van de YHWH bewegen, opdat Hij een welgevallen in u vindt. Op de dag na de sabbat moet de priester de schoof bewegen.

 

Hieruit wordt duidelijk, dat de gerst, die aan het begin van de maand Abib was, vijftien tot twintig dagen later (op de eerste dag van de week tijdens het Ongezuurde Broden Feest) oogstrijp is. Daarom kan de maand van de Abib niet beginnen tenzij de gerst het stadium heeft bereikt waarin het binnen twee tot drie weken oogstrijp is. Ook Deuteronomium bevestigt dat de gerst oogstrijp moet zijn binnen twee à drie weken na het begin van de maand:

 

Deuteronomium 16:9

9 Zeven weken moet u voor uzelf aftellen. U moet de zeven weken beginnen te tellen vanaf het moment dat men met de sikkel begint te oogsten in het staande koren. 

 

Uit onderstaande tekst van Leviticus weten wij, dat de zeven weken tussen Ongezuurde Broden (Chag HaMatzot) en Pinksteren (Shavuot) beginnen op de dag dat het Beweegoffer plaatsvindt (de eerste dag van de week tijdens Ongezuurde Broden):

 

Leviticus 23:15

15 U moet dan vanaf de dag na de sabbat gaan tellen, vanaf de dag dat u de schoof van het beweegoffer gebracht hebt. Zeven volle weken zullen het zijn.

 

Daarom moet het moment “dat men met de sikkel begint te oogsten in het staande koren” vallen op de eerste dag van de week tijdens Ongezuurde Broden, dat is: twee tot drie weken na het begin van de maand Abib. Als de gerst nog niet genoeg is ontwikkeld om twee tot drie weken later klaar te zijn om te maaien, kan de maand Abib niet beginnen en moeten we nog een maand wachten.

Nu rijpt niet alle gerst in Israël tegelijkertijd. Het Beweeggarve offer is een nationaal offer, gebracht van het eerste velden die oogstrijp zijn. Maar de eerstelingsoffers van individuele boeren kunnen qua rijpheid variëren van “geroosterd Abib” tot volrijpe gerst, die “gebroken” of “grof gemalen” (Geres) aangeboden mag worden. Dat is wat Leviticus bedoelt als we lezen:

 

Leviticus 2:14

14 En wanneer u de YHWH een graanoffer van de eerste vruchten aanbiedt,

moet u in het vuur geroosterde verse aren (Abib) als graanoffer van uw

eerste vruchten aanbieden, gebroken korrels (Geres Xrg) van vers graan

(Karmel lmrk).

 

Karmel is graan dat is uitgehard voorbij het punt van Abib zodat het kan worden “gebroken” of “grof gemalen”. 

 

Alle bovenstaande teksten zijn in de Staten Vertaling direct uit het Hebreeuws vertaald, maar er moet wel worden opgemerkt dat de vertalers daarvan op z’n best slechts minimaal begrip hadden van de betekenis van de verschillende Hebreeuwse landbouwkundige termen. Gedeeltelijk geldt dit ook voor de Herziene Statenvertaling, waaruit de bovenstaande teksten zijn geciteerd. In Leviticus 2:14 vertaalt men bijvoorbeeld “Abib” met “verse aren” en “Geres Karmel” met “gebroken korrels” (Geres = gries) van “vers graan” (Karmel). Samenvattend kunnen we zeggen dat Gerst in het stadium van Abib drie eigenschappen bezit:

 

1. Het is breekbaar genoeg om te worden vernietigd door hagel en begint gelig te worden (is niet meer “donker”).

2. De zaden bevatten genoeg droog materiaal om ge-roosterd gegeten te kunnen worden.

3. Het is voldoende ontwikkeld om binnen twee à drie weken geoogst te kunnen worden.

 

En wanneer de gerst deze drie eigenschappen heeft dan zal de eerst volgende nieuwe maan de Maand Abib in luiden wat dan ook meteen de eerste maand van het nieuwe jaar is.

 

Nu we hebben bepaald dat de zichtbare maansikkel het begin van de maand aangeeft, de maand Abib de eerste maand van het jaar is en dat deze eerste maand afhangelijk is van de rijpheid van de gerst, kunnen we de jaarlijkse feesten van YHWH op de juiste dagen vieren, op Zijn gezette tijden.

 

Maar helaas zijn we er dan nog niet helemaal, want YHWH heeft in zijn goedheid ook voorzien dat de aarde op zijn vaste tijden rust krijgt een sabbat voor het land. de vraag is dan ook: 

 

Moeten we ons houden aan het sabbatsjaar/ jubeljaar, of is dit voor in het land?

 

Ook in mijn eerdere studie over de sabbatsjaren en de Jubeljaren heb ik hier al uitgebreid over geschreven en dit wil ik dan ook bij deze herhalen.

 

Exodus 21:1-6

1 Dit zijn de bepalingen die u hun moet voorhouden. 2 Wanneer u een Hebreeuwse slaaf koopt, moet hij zes jaar dienen, maar in het zevende mag hij zonder te betalen als vrij man vertrekken. 3 Als hij alleen gekomen is, moet hij alleen vertrekken, en als hij getrouwd is, mag zijn vrouw met hem vertrekken. 4 Als zijn meester hem een vrouw gegeven heeft en zij zonen of dochters bij hem gebaard heeft, dan zal de vrouw met haar kinderen aan haar meester blijven toebehoren en moet hijzelf alleen vertrekken. 5 Maar als de slaaf nadrukkelijk zegt: Ik heb mijn meester, mijn vrouw en mijn kinderen lief, ik wil niet als vrij man vertrekken, 6 dan moet zijn meester hem bij de rechters brengen. Hij moet hem bij de deur of de deurpost brengen. Zijn meester moet dan met een priem zijn oor doorboren. Zo zal hij hem voor eeuwig dienen.

 

Ze zijn nog niet in het land Israel, en moeten deze wetten al wel leren en doen Dit zijn dezelfde regels die bij het Sabbatsjaar en het jubeljaar worden herhaald.

 

Veel mensen en ook Bijbelleraren zeggen het sabbatsjaar en het Jubeljaar alleen geld in het land, want dat staat in vers 2 van Exodus 25. Maar is dit echt zo eenvoudig kunnen we dit zo eenvoudig afwimpelen? Er staat geschreven dat we niets mogen toevoegen aan de Thora maar ook niets mogen weghalen.

 

Stel de mensen die het zo uitleggen hebben gelijk hoe moeten we dan deze verzen lezen uit Deutronomium 18:9-11

 

9 Wanneer u in het land komt dat de HEERE, uw God, u geeft, mag u niet leren handelen overeenkomstig de gruweldaden van die volken.

 

Omdat we niet in het land zijn mogen we dan wel de gruweldaden leren en er naar handelen?

 

10 Onder u mag niemand gevonden worden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan, die waarzeggerij pleegt, die wolken duidt of aan wichelarij doet, die een tovenaar is, 11 die bezweringen doet, die een dodenbezweerder of een waarzegger raadpleegt, of die bij de doden onderzoek doet.

 

Omdat we niet in het land zijn mogen we onze kinderen offeren, we mogen bezig zijn met waarzeggerij enz?

 

Mogen we dit allemaal doen omdat we niet in het land zijn? natuurlijk niet maar hier staat exact het zelfde als Leviticus 25:2

 

Nog een voorbeeld

 

Leviticus 19:23, 26-30

23 Wanneer u in het land komt ....

 

Alles wat nu komt mag je niet doen in het land maar dat geld niet voor ons buiten het land?

 

26 U mag niets eten waar nog bloed in zit. U mag niet aan wichelarij doen en u mag geen wolken duiden. 27 U mag de zijkanten van uw hoofd niet afscheren en de randen van uw baard mag u niet weghalen. 28 U mag vanwege een dode geen inkerving in uw lichaam maken en geen tatoeages bij uzelf aanbrengen. Ik ben de HEERE.

 

Omdat we niet in het land zijn mogen we tatoeages laten zetten en ons zelf snijden….

 

29 U mag uw dochter niet schenden door haar hoererij te laten bedrijven, zodat het land geen hoererij bedrijft en het land niet met schandelijk gedrag vervuld wordt. 30 U moet Mijn sabbatten in acht nemen en eerbied hebben voor Mijn heiligdom. Ik ben de HEERE.

 

Maar omdat we niet in het land zijn mogen we dit wel doen?

 

Zie je hoe krom dit argument eigenlijk is, en toch vragen we ons af of we ons buiten Israel moet houden aan het Sabbatsjaar en het Jubeljaar.

 

Jesaja 66:1

1 Zo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon en de aarde de voetbank van Mijn voeten. Waar zou dan het huis zijn dat u voor Mij zou willen bouwen en waar de plaats van Mijn rust?

 

Als de hele aarde de voetenbank van God is waarom zijn dan het Sabbatsjaar en het Jubeljaar alleen voor in het land Israel.

 

Deze vraag hebben de Joden in de Babylonische ballingschap ook afgevraagd, in de Babylonische Talmud hebben de geleerde joden die in ballingschap waren dit onderzocht en zijn tot de conclusie gekomen dat de sabbatsjaren en de jubeljaren ook buiten Israel moeten worden gehouden.

 

Als jullie er net als ik van overtuigd zijn dat we ons aan de Sabbatsjaren en de Jubeljaren moeten houden, dan zijn we er nog niet. Dan zullen we moeten onderzoeken wanneer deze sabbatsjaren zijn hierover heb ik ook in de eerdere studie al het een en ander gedeeld maar ik ben hier desetijds vrij snel overheen gestapt.

 

Wanneer moet je het sabbatsjaar vieren? 

 

De vraag is namelijk wanneer moet je beginnen met het tellen van de sabbatsjaren en de Jubeljaren? Moet je beginnen met tellen wanneer je je land koopt? of moeten we ons aan een wereldwijde telling houden die al begonnen is bij de schepping? Deze vraag hoop ik in het volgende stuk schrijven duidelijk te maken.

 

Als we kijken naar de bijbelse geschiedenis van het volk Israel dan zien we daar een aantal bijzondere zaken met betrekking op de intocht in het beloofde land. Maar voor ik dat wil gaan lezen wil ik eerst kijken naar Wat YHWH tegen Mozes zegt in Leviticus 25.

 

Leviticus 25: 2

2 Spreek tot de Israëlieten, en zeg tegen hen: Wanneer u gekomen bent in het land dat Ik u geven zal, dan moet het land rust krijgen, een sabbat voor de HEERE.

 

Wat ik een beetje vreemd vind in deze tekst is dat, het eerste jaar dat het volk in het land is dat ze het land een jaar rust moeten geven een sabbat voor het land. Terwijl als we kijken naar de sabbatsjaren het land pas in het zevende jaar rust moet hebben. dit is wat we ook in vers 4 kunnen lezen:

 

Leviticus 25: 4

4 Maar in het zevende jaar moet het voor het land sabbat zijn, een periode van volledige rust, een sabbat voor de HEERE. Uw akker mag u niet bezaaien en uw wijngaard mag u niet snoeien.

 

Als we deze tekst zo bekijken dan moet het volk het eerste en het zevende jaar een sabbatjaar houden. Ik wil dan ook graag met jullie kijken naar hoe en wanneer Israël het beloofdeland binnen ging. 

 

Deze geschiedenis is opgetekend in Jozua 3 en 4 en vervolgens lezen we in hoofdstuk 5 dat Jozua nadat het volk de Jordaan overgestoken was de mannen van Israel opnieuw moest besnijden.

 

Jozua 5: 8 - 12

8 En het gebeurde, toen zij het besnijden van heel het volk voltooid hadden, dat zij op hun plaats bleven in het kamp tot zij genezen waren. 9 Verder zei de HEERE tegen Jozua: Vandaag heb Ik de smaad van Egypte van u afgewenteld. Daarom gaf men die plaats de naam Gilgal, tot op deze dag. 10 Terwijl de Israëlieten in Gilgal hun kamp hadden opgeslagen, hielden zij het Pascha op de veertiende dag van die maand, in de avond, op de vlakten van Jericho. 11 Zij aten de dag na het Pascha van de opbrengst van het land, ongezuurde broden en geroosterd graan, op diezelfde dag. 12 Het manna hield de volgende dag op, nadat zij van de opbrengst van het land gegeten hadden. En de Israëlieten hadden geen manna meer, maar zij aten in dat jaar van de opbrengst van het land Kanaän.

 

Hier is het volk het beloofde land binnen gegaan en wordt als eerste al wat mannelijk is besneden en daarmee erfgenamen van het verbond dat God met Abraham, Isaac en Jacob had gemaakt. Vervolgens lezen we dat ze in dezelfde maand dat ze het land binnen gingen en besneden werden, Pesach vierden op de veertiende van diezelfde (eerste) maand, en dat de Israëlieten dat gehele jaar van de opbrengst van het land at. 

Let wel het volk had dit eten niet zelf verbouwd maar aten van wat het land voortbracht. Het was voor het volk zoals God hun geboden had een sabbat voor het land. 

 

In deze geschiedenis leren we een aantal zaken.

1. Het volk vierde het Pesach in de eerste maand (de maand van de abib) van het jaar. 

2. Het volk moest het land dat jaar rust geven een sabbat voor het land, dit moet dan of een sabbatsjaar of een jubeljaar zijn geweest.

 

Om hier achter te komen kunnen we nogmaals kijken naar de verzen uit Leviticus 25 waarin we al hebben gelezen dat het volk het eerste jaar en het zevende jaar het land rust moest geven. Als we weten dat elk zevende jaar een sabbatsjaar is en dat meteen na het zevende sabbatsjaar (het negeneenveertigste jaar) een jubeljaar volgt wat ook meteen weer het eerste jaar van de volgende sabbats cyclus is. dan kunnen we hieruit al concluderen dat het jaar dat het volk Israel het beloofde land introk een jubeljaar moet zijn geweest.

 

Voor het hele volk Israel was dit eerste jaar een jubeljaar en het zevende jaar was een sabbatsjaar, maar het heeft veel langer dan een jaar geduurd tot dat alle stammen hun erfelijke bezit had ontvangen. Dit zien we onder andere in Jozua 14 waar nog niet het hele land veroverd is maar waar we al zien dat het inbezit name van het land meerdere jaren heeft geduurd.

 

Jozua 14:6 - 15

6 Toen kwamen de nakomelingen van Juda bij Jozua in Gilgal. En Kaleb, de zoon van Jefunne, de Keneziet, zei tegen hem: U weet zelf van het woord dat de HEERE tegen Mozes, de man Gods, over mij en over u gesproken heeft in Kades-Barnea. 7 Ik was veertig jaar oud toen Mozes, de dienaar van de HEERE, mij vanuit Kades-Barnea uitstuurde om het land te verkennen en toen ik hem verslag uitbracht zoals het in mijn hart was. 8 Maar mijn broeders die met mij opgetrokken waren, deden het hart van het volk smelten; ikzelf echter volhardde erin de HEERE, mijn God, na te volgen. 9 Toen zwoer Mozes op die dag: Het land dat uw voet betreden heeft, zal voor eeuwig voor u en uw kinderen tot erfelijk bezit zijn, omdat u erin volhard hebt de HEERE, mijn God, na te volgen. 10 En zie, nu heeft de HEERE mij in het leven behouden, zoals Hij gesproken heeft. Het is nu vijfenveertig jaar geleden dat de HEERE dit woord tot Mozes gesproken heeft, toen Israël door de woestijn trok, en nu, zie, ik ben vandaag vijfentachtig jaar oud. 11 Ik ben vandaag nog even sterk als ik was op de dag toen Mozes mij uitstuurde. Zoals mijn kracht toen was, zo is mijn kracht nu, om te strijden en om uit te gaan en om in te gaan. 12 Nu dan, geef mij dit bergland, waarover de HEERE op die dag gesproken heeft. U hebt zelf immers op die dag gehoord dat daar de Enakieten waren, en grote versterkte steden. Misschien zal de HEERE met mij zijn, zodat ik hen verdrijf, zoals de HEERE gesproken heeft. 13 Toen zegende Jozua hem en hij gaf Kaleb, de zoon van Jefunne, Hebron als erfelijk bezit. 14 Daarom werd Hebron voor Kaleb, de zoon van Jefunne, de Keneziet, tot erfelijk bezit tot op deze dag, omdat hij erin volhard had de HEERE, de God van Israël, na te volgen. 15 De naam van Hebron was vroeger stad van Arba, die een groot man was onder de Enakieten. En het land rustte van de strijd.

 

Hier lezen we dat Kaleb 40 jaar oud was toen hij als verkenner het land bekeek, na nogmaals 40 jaar in de wildernis te hebben doorgebracht mogen ze eindelijk het land in bezit gaan nemen. Ondertussen is hij 85 jaar oud en zijn Kaleb, Jozua en de rest van het volk al 5 jaar bezig met het in bezit nemen van het land. En zoals we hier lezen vraagt Kaleb of hij het aan hem beloofde land kan gaan innemen. En toch gold voor Kaleb en daarbij heel het volk het eerste jaar als een jubeljaar en het zevende jaar als een sabbatsjaar. Dit betekend voor ons dan ook dat we niet moeten gaan tellen wanneer we het land hebben gekocht maar moeten we een algehele kalender volgen die begonnen is bij de schepping.

 

Hoe weet ik dat deze kalender is begonnen bij de schepping?

 

 

Nu we hebben ontdekt wanneer na de inbezitname van het land Israël het een sabbatsjaar was voor het volk en we willen weten of deze telling is begonnen bij de schepping dan zullen we moeten uitrekenen in welk jaar na de schepping het volk bevrijd werdt uit het land Egypte en wanneer ze het beloofde land in trokken.

 

Omdat er historisch gezien nogal wat vraagtekens zijn wanneer de uittocht uit Egypte heeft plaats gevonden zullen we dit op een andere manier moeten bepalen, dit wil ik dan ook doen met de geslachtregisters in het boek Genesis en  een aantal profetieen.

 

Ook hierover heb ik in de vorigestudie al wat uitgelegd, maar ook nu wil ik dit met een eenvoudige rekensom laten zien. 

 

Maar om niet alles uit te hoeven typen waardoor deze studie nog veel langer zou worden heb ik besloten om een tijdlijn in te sluiten waarbij de bijbelverzen zijn aangegeven als referentie waar dit staat vermeld zodat dit nagekeken kan worden.

 

Als we vanaf Adam gaan rekenen zoals in bovenstaande tijdlijn is gedaan dan zien we dat in het jaar 1948 na de schepping Abram wordt geboren. Toen Abram 80 jaar was sloot God een verbond met hem en zei daarbij het volgende:

 

Genesis 15: 13 - 14
13 Toen zei God tegen Abram: Weet wel dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land dat niet van hen is; zij zullen hen dienen en men zal hen vierhonderd jaar onderdrukken. 14 Maar ook zal Ik over het volk dat zij zullen dienen, rechtspreken en daarna zullen zij met veel bezittingen wegtrekken.

 

Vervolgens lezen we in Exodus 12 dat 430 jaar na deze verbondssluiting. het volk bevrijd wordt uit Egypte.

 

Exodus 12: 41
41 En het gebeurde na verloop van vierhonderddertig jaar, op deze zelfde dag gebeurde het: alle legers van de HEERE zijn uit het land Egypte vertrokken.

 

Hier lezen we twee verschillende tijden ten eerste zal het nageslacht van Abraham vierhonderd jaar vernederd of onderdrukt worden en aan het einde van die periode zullen ze weg trekken met veel bezittingen. Ten tweede lezen we dat exact vierhonderd en dertig jaar na de verbondsluiting met Abram het volk vertrok uit Egypte.

 

Om te weten wanneer God een verbond sloot met Abram moeten we ten eerste weten dat dit gebeurde voor Abram een zoon verwekte bij Hager. Om dit te kunnen bepalen kunnen we in Genesis 17, lezen over Abraham die negenennegentig wordt, Hoe zijn naam verandert van Abram in Abraham en ook dat Ismaël dertien wordt.

 

Dus Abraham is 99 - 13 voor de leeftijd van Ismaël - 1 jaar in verband met de zwangerschap van Hagar. Dit brengt ons op een leeftijd van vijfentachtig toen Abram een kind bij Hagar verwekte.

 

Laten we nu teruggaan naar de vierhonderd jaar van verdrukking die ik eerder noemde. Ik wil er ook op wijzen dat het feest die Abraham voor Izaäk gaf een soort Bar mitswa is geweest en dat Izaäk toen tien jaar oud was. En vanaf zijn tiende begon Ismaël Izaäk en zijn nakomelingen te vervolgen.

 

Genesis 21:8-10
8 Het kind werd groot en werd van de borst genomen. Op de dag dat Izak van de borst af was, richtte Abraham een grote maaltijd aan. 9 En Sara zag dat de zoon die Hagar, de Egyptische, Abraham gebaard had, aan het spotlachen was. 10 Toen zei zij tegen Abraham: Jaag deze slavin en haar zoon weg, want de zoon van deze slavin zal niet met mijn zoon, met Izak, erven.

 

Izaäk werd geboren toen Abraham 100 jaar oud was. Dit was 2.048 jaar na de schepping zoals we ook kunnen zien in bovenstaande tijdlijn. Hij is pas tien jaar oud wanneer de verdrukking (door Ismaël) begint. Ons werd verteld dat ze 400 jaar lang mishandeld zouden worden en dat zou eindigen bij de Exodus, hetzelfde als de 430 jaar van Abraham.

 

Nu zijn we er bijna om te weten wanneer God een verbond sloot met Abram moeten we de leeftijd van Abraham bepalen toen de verdrukking van Izaäk begon de Leeftijd van Abraham bij de geboorte van Izaäk was honderd + de tien jaar van Izaäk toen de verdrukking begon geeft ons een leeftijd van honderd en tien jaar als we hier vierhonderd jaar bij optellen tot de uittocht en vervolgens vierhonderd en dertig jaar aftrekken dan zien we dat Abram tachtig jaar oud was toen God een verbond met hem sloot.

 

Als we deze gegevens bij elkaar optellen dan hebben we 1948 van Adam tot Abram + de verbondssluiting op tachtig jarige leeftijd en daarna nog vierhonderd en dertig jaren tot de exodus.

 

De exodus heeft dan dus plaats gevonden in het jaar (1948 + 80 + 430 =) 2458 na de schepping.

 

Om nu uit te komen bij het jaar dat het volk het beloofde land in trok moeten we hier nog 42 jaar bij op tellen namelijk 2 jaar dat het volk bij de sinaï verbleef en daarna nog 40 jaar van omzwerving in de wildernis. Hierbij zien we dat het volk in het jaar 2500 na de schepping de Jordaan overtrok om het land in bezit te nemen.

 

Als we dan als vast gegeven weten dat elke jubel cyclus 49 jaar is dan zien we dat er 51 jubel cycli zijn geweest van 49 jaar tot het jaar 2499 en dat het jaar 2500 wat we net hebben uitgerekend inderdaad het vijftigste jaar is en dus een jubeljaar, maar ook meteen het eerste jaar van de volgende sabbatscyclus.

Hieruit kunnen we concluderen dat de telling voor de sabbatsjaren en de jubeljaren is begonnen bij de schepping.


Wanneer is dan het eerst volgende sabbatsjaar?

Als we ervan overtuigd zijn dat we ons aan Gods sabbatsjaren en Jubeljaren moeten houden zullen we willen weten wanneer het volgende sabbatsjaar en jubeljaar moet zijn gerekend vanaf de schepping.

 

Dat is eenvoudig gezegd maar omdat we met de gregoriaanse kalender werken en niet met een kalender die begonnen is bij de schepping moeten we een verbinding maken tussen deze twee zodat we kunnen uitrekenen wanneer de sabbatsjaren in de geschiedenis zijn geweest.

 

Gelukkig kunnen we aan de hand van onder andere 2 koningen 19:29, 2 koningen 20:1-6, 2 Kronieken 32:21-24, Jesaja 37:30 en de geschiedschrijver Josephus bepalen wanneer er een sabbatsjaar en een Jubeljaar heeft plaats gevonden in de geschiedenis.

 

2 koningen 19:29
29 En dit zal voor u het teken zijn:
men zal dit jaar eten wat vanzelf gegroeid is,
in het tweede jaar wat daarvan weer opkomt;
in het derde jaar moet u zaaien en maaien,
en wijngaarden planten en de vruchten daarvan eten,

 

Deze profetie vinden we ook in Jesaja 37:30, en in deze profetie zien we 2 jaren waarin niet gezaaid mag worden dit kan alleen maar een 7e sabbatsjaar zijn gevolgd door een jubeljaar. Om te bepalen wanneer dit is geweest moeten we de volgende hieraan gerelateerde teksten lezen.

 

2 koningen 20:1-6
1 In die dagen werd Hizkia ziek, tot stervens toe. Toen kwam de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, bij hem en zei tegen hem: Zo zegt de HEERE: Regel de zaken van uw huis, want u zult sterven en niet leven. 2 Daarop keerde hij zijn gezicht naar de muur en bad tot de HEERE: 3 Och HEERE, bedenk toch dat ik in trouw en met een volkomen hart voor Uw aangezicht gewandeld heb en gedaan heb wat goed is in Uw ogen. En Hizkia huilde erg. 4 Het gebeurde nu, toen Jesaja nog niet uit de middelste voorhof gegaan was, dat het woord van de HEERE tot hem kwam: 5 Keer terug en zeg tegen Hizkia, de vorst van Mijn volk: Dit zegt de HEERE, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen gezien. Zie, Ik ga u gezond maken; op de derde dag zult u naar het huis van de HEERE gaan. 6 En Ik zal vijftien jaar aan uw levensdagen toevoegen, en zal u uit de hand van de koning van Assyrië redden, evenals deze stad; Ik zal deze stad beschermen omwille van Mij en omwille van Mijn dienaar David.

 

2 Kronieken 32:21-24
21 Toen zond de HEERE een engel, die alle strijdbare helden, leiders en bevelhebbers in het legerkamp van de koning van Assyrië uitroeide. Zo is hij in openlijke schande naar zijn eigen land teruggekeerd. Toen hij het huis van zijn god binnengegaan was, velden zij die uit zijn lichaam voortgekomen waren, hem daar met het zwaard neer. 22 Zo verloste de HEERE Hizkia en de inwoners van Jeruzalem uit de hand van Sanherib, de koning van Assyrië, en uit de hand van allen. Hij gaf hun rust van rondom. 23 En velen brachten geschenken naar de HEERE in Jeruzalem, en kostbaarheden naar Hizkia, de koning van Juda, zodat hij daarna voor de ogen van alle heidenvolken verheven werd. Ziekte, voorspoed en dood van Hizkia 24 In die dagen werd Hizkia ziek, tot stervens toe. Hij bad tot de HEERE, en Die sprak tot hem en gaf hem een wonderteken.

 

In Josephus Antquities of the Jews 10:1:4 is deze gebeurtenis ook beschreven en dit is mede door andere geschiedschrijvers duidelijk geworden dat het hier om het jaar 701 en 700 voor Christus gaat. 

 

Hieruit kunnen we vaststellen dat het jaar 701 v Chr. een Sabbatsjaar is geweest en veel belangrijker dat het jaar 700 v Chr. Een Jubeljaar is geweest.

 

Als we vanaf dat moment door gaan tellen in stappen van 49 en we weten dat het jaar nul niet bestaat dan zien we dat het jaar 1995 een sabbatsjaar is geweest en het daarop volgende jaar 1996 een jubeljaar was(om precies te zijn het 119e jubeljaar na de schepping).


Gerekend van 701 v Chr.
     -701, -652, -603, -554, -505, -456, -407,
     -358, -309, -260, -211, -162, -113, -64, -15. 

Dit zijn de jaren voor Christus. het volgende 49ste jaar is 35 na Christus. Er bestaat namelijk geen jaar 0.

 

     35 n Chr, 84, 133, 182, 231, 280, 329, 378, 427,
     476, 525, 574, 623, 672, 721, 770, 819, 869, 917,
     966, 1015, 1064, 1113, 1162, 1211, 1260, 1309,
     1358, 1407, 1456, 1505, 1554, 1603, 1652, 1701,
     1750, 1799, 1848, 1897, 1946, 1995.


Tellen we dan nog even verder om te bepalen wanneer het volgende sabbatsjaar is dan zien we de jaren 2002, 2009, 2016 en het volgende sabbatsjaar 2023.

Om te toetsen of dit echt sabbatsjaren zijn geweest zijn er in de geschiedenis en van oude inscripties nog heel veel meer sabbatsjaren ontdekt, een aantal hiervan heb ik hieronder op een rijtje gezet.

 

  1. Sabbatjaar in 456-455 v Chr.      Nehemia 7:73-8:18 (Voor meer details https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj11Chap.pdf)
  2. Sabbatsjaar in 162 v Chr.          1 Macc 16:14, Jos Antiq  (https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj12Chap.pdfhttps://www.yahweh.org/publications/sjc/sj13Chap.pdf)
  3. Sabbatsjaar in 134 v Chr.          Jos Wars 1:2:4, Jos Antiq 13:8:2, 1 Macc 2:27-41 (https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj14Chap.pdf)
  4. Sabbatsjaar in 43 v Chr.            zoals uitgevaardigd door Gaius Julius Caeser en Jos Antiq 14:10:10, 14:10:5 (https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj15Chap.pdf)
  5. Sabbatsjaar in 36 v Chr.            Jos Antiq 14:16:2 (https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj16Chap.pdfhttps://www.yahweh.org/publications/sjc/sj17Chap.pdf, https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj18Chap.pdf, https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj19Chap.pdf , https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj20Chap.pdf)
  6. Sabbatsjaar in 22 v Chr.            Jos Antiq 15:9:1 (https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj21Chap.pdf)
  7. Sabbatsjaar in 42 n Chr.            Jos Antiq 18 (https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj22Chap.pdf)
  8. Sabbatsjaar in 56 n Chr.            (https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj23Chap.pdf, https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj24Chap.pdf)
  9. Sabbatsjaar in 70 n Chr.            (https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj25Chap.pdf)
  10. Sabbatsjaar in 133 n Chr.       Tijdens de Bar Kochba periode (https://www.yahweh.org/publications/sjc/sj26Chap.pdf)

 

Al deze sabbatsjaren komen overeen met het jaar 701 voor Christus zolang we in stappen van 7 jaren blijven tellen, zonder extra jaren toe te voegen tijdens een Jubeljaar. Doen we dat wel dan klopt geen van deze sabbatsjaren die duidelijk in de geschiedenis zijn vastgelegd.

 

Als jij je net als ik wilt houden aan Gods leefregels en Zijn feesten wilt vieren op Zijn gezette tijden zoals Hij ze heeft ingesteld en zoals Yeshua ze heeft gehouden. Ben je dan ook bereid om vanaf het voorjaar wanneer de Gerst Abib begint te worden (waarshijnlijk vanaf 22 of 23 Maart 2023) een sabbatsjaar te houden voor YHWH onze God. 

 

Als we ons houden aan Zijn verordeningen en Zijn bepalingen door op de door God vastgestelde tijden Zijn feesten te vieren, alleen dan kunnen we de zegen van de YHWH ontvangen zoals beschreven staat in Leviticus 25 het hoofdstuk dat gaat over het sabbatsjaar en het Jubeljaar. Alleen dan zal Hij het land zegenen en zal het land zijn vruchten geven, alleen dan zullen we onbezorgd in het land wonen.

 

Leviticus 25: 18 - 19
18 U moet Mijn verordeningen houden en Mijn bepalingen in acht nemen en ze houden. Dan zult u onbezorgd in het land wonen. 19 En het land zal zijn vruchten geven, zodat u tot verzadiging toe kunt eten. U zult er onbezorgd kunnen wonen.

 

Om alles duidelijk te behandelen is het een uitgebreidere studie geworden ook al probeer ik het zo kort mogelijk te houden.