Deel 12: Speenkruid
door Kor Kalsbeek 14-03-2014 17:50
Afgelopen weekend waren we als gezin lekker aan het wandelen in een vrij nieuw natuurgebied (het Wendelbos) dat onderdeel van het voorsterbos uitmaakt. Tot mijn verbazing fladderden er al een paar vlinders rond en ook de hommels waren al weer ontwaakt en actief. Er groeide en bloeide al behoorlijk wat planten zo stonden er in bepaalde gedeelten vrij veel klein hoefblad, maar ook look zonder look, veldkers en vogelmuur waren duidelijk aanwezig. Maar er was een plant waarvan ik nog niet dat die al zou bloeien en dat was het speenkruid.
Wat is de eetbare plant van dit moment.
De eetbare wild plant waar ik deze week over schrijf is zoals jullie hebben kunnen lezen het speenkruid. Speenkruid is een plant die al heel erg lang gegeten wordt, daarnaast is ook al lang de genezende kracht van dit kleine plantje bekend. Toen vroeger de zeelui, die leden aan scheurbuik, aan land kwamen, gingen zij op zoek naar het speenkruid. De reden hiervoor waren zijn vitaminerijke blaadjes. Men wist toen al dat deze saprijke blaadjes een goed middel waren tegen deze ziekte, maar men had geen idee hoe dit kwam. Pas in 1915 is ontdekt dat dit kwam door de vitamine C die overvloedig aanwezig is in speenkruid.
Ranunculus ficaria, de wetenschappelijke naam van deze plant, komt zoals bij vele plantennamen van het Latijn. Rana betekent kikker. Dit verwijst naar het feit dat verschillende soorten in het water groeien en bewoond worden door kikkers. Ficaria komt van het Latijnse ficus, wat vijg betekent. Dit verwijst naar de vorm van de wortelknol. In de volksmond wordt deze plant dan ook wel vijgwortel, haneklootjes genoemd
Herkenning.
Het speenkruid wordt maximaal 30 cm hoog en bloeit van maart tot mei. De glanzende hartvormige bladeren zitten aan het uiteinde van een lange bladsteel. De gele bloemen hebben acht tot twaalf in een punt toe lopende kroonbladeren en drie groene kelkbladeren hierdoor is hij goed te onderscheiden van bijvoorbeeld de boterbloem. Bij slecht weer blijven de bloemen gesloten, bij zon spreidt de bloem zich wijd open.
Na de bloei sterft het bovengrondse deel van de plant af, de ondergrondse knolletjes van enkele millimeters dik en +/- 1 cm lengte blijven in leven voor het volgende jaar.
Speenkruid als voedsel.
Zoals al aangegeven bevat het speenkruid vrij veel vitamine C ongeveer 150 mg per 100 gram verse bladeren, daarnaast bevatten ze ook saponiem, etherische olie en protoanemonine. Wel is er weer een waarschuwing op zijn plaats want nadat de plant is gaan bloeien zijn de bladeren niet meer geschikt voor consumptie tijdens en na de bloei verzamelt zich protoanemonine in de bladeren een bittere stof die giftig is en maag- en darmklachten veroorzaakt. (Het is een geel bloeier wat over het algemeen OPPASSEN betekent.) De bladeren en de bloemen kunnen na de bloei nog wel worden geplukt om ze vervolgens te drogen voor een gezonde kruidenthee.
Daarnaast kunnen de knolletjes die in de oksels groeien gebruikt worden om kappertjes van te maken.
En tot slot kunnen we ook de wortelknolletjes eten, deze knolletjes bevatten onder andere de volgende stoffen: glycosiden, oleanolzuur, protoanemonine, anemonine, tanninen, vitamine C en etherische olie. De wortelknolletjes zijn het best in het najaar en de winterperiode te gebruiken door deze te koken of op te bakken, het zijn net kleine aardappeltjes. Ook in het voorjaar en de zomer zijn deze te eten maar dan zijn ze over het algemeen erg klein.
Medicinaal.
Speenkruid vermindert de congestie (ophoping van bloed) of opzwelling van de bloedvaten. Daarnaast heeft het een pijnstillende werking. Het wordt zowel uitwendig gebruikt in de vorm van zalven als inwendig door bijvoorbeeld een thee van gedroogde bladeren of van de wortel te drinken.
Dit helpt onder andere bij slechte werking van de adderen, aambeien en spataderen daarnaast heeft het speenkruid een bloedzuiverend, pijnstillend en ontstekingsremmend werking.