Deel 11: Grote lisdodde
Gelukkig ben ik weer een heel stuk fitter en heb ik dan ook voor deze week weer een eetbare plant uitgekozen, en wel een hele bijzondere plant die naast de brandnetel een van de belangrijkste overlevingsplanten is, omdat er in elk jaargetijde wel een of meerdere delen eetbaar zijn. Daarnaast is het een bron van zetmeel. Medicinaal gezien is deze plant niet zo bijzonder de enige medicinale werking die bij mij bekend is, is zijn samentrekkende werking.
Wat is de eetbare plant van dit moment.
Welke plant heb ik het nu over zullen jullie misschien denken, de Eetbare plant die ik heb uitgekozen is de Lisdodde (Typha latifolia) die ook wel kannenwasser, lampenpoetser en rietsigaar wordt genoemd. Deze namen zijn afgeleid van het uiterlijk van de bloem die doet denken aan een grote sigaar en die vroeger wel gebruikt werd als schoonmaakborstel om de binnen kant van flessen, kannen en olielampen schoon te maken. Ook werd de sigaar wel als fakkel gebruikt nadat deze in olie was gedompeld, en werd het pluis van de lisdodde gebruikt als vulling voor kussens en dekbedden. De rest van de plant het blad en de steel van lisdodde werd vervolgens gebruikt als strooisel voor de stal. Maar kunnen ook gebruikt worden voor andere doeleinden zo kunnen de bladeren gebruikt worden voor het vlechten van manden en zo. En zijn de rechte stengels heel erg geschikt om pijlen van te maken. Mocht je net als ik geïnteresseerd zijn in survival dan bied de lisdodde ons ook nog tondel voor het maken van vuur met het pluis en kan de stengel gebruikt worden als handboor om vuur mee te maken.
Herkenning
De (grote) lisdodde is een oeverplant die een hoogte kan bereiken van ruim 2 meter. Het is een zeer bekende plant die vooral opvalt door de zogenaamde sigaren. De stengels zijn stevig waardoor de plant ook bij veel wind overeind blijft staan. De belangrijkste manier om zich te vermeerderen is doormiddel van de wortelstokken waarmee de plant zich verankerd in de bodem. De plant kan zich op deze manier flink uitbreiden in vrij korte tijd. De lisdodde heeft geen echte bloem maar een bloei aar. Deze donkerbruine bloeiaren kunnen ruim 20 centimeter en zo'n 3 cm breed worden. Na de bloei vormt zich het zaad en pluist de aar uit. In de wind kunnen deze pluizen mee worden genomen, wat een belangrijke methode is om zich te vermeerderen. De lange dunne bladeren zijn grijzig groen van kleur en worden zo'n 3 cm breed.
Een waarschuwing is nu op zijn plaats want de bladeren van de Lisdodde en die van de gele lis lijken erg op elkaar maar wees je ervan bewust dat de gele lis giftig is!!!
De lisdodde kan in vrij diep water staan, tot ruim 1 meter maar meestal staan ze in ondiep water in wat modderige bodem, ze komen overigens ook in wateren voor met wat stevigere bodem. De bodem moet redelijk voedselrijk zijn in water dat niet te snel stroomt. Vooral in poelen en vennen doen ze het erg goed.
In Nederland is de grote lisdodde een algemeen soort, hoewel ze niet op de Nederlandse rode lijst staan is het wel een beschermde plantensoorten.
De Lisdodde als voedsel
Bij de lisdodde gaat het niet om de vitaminen en mineralen die deze plant ons te bieden heeft, maar vooral om de grote hoeveelheid zetmeel. Ook al zou je dat op het eerste gezicht niet zeggen, maar bijna alles van de lisdodde is eetbaar.
- Vroeg in het voorjaar in maart en april kunnen de jonge stengels gegeten worden, tot ze ongeveer 50cm hoog zijn. Grotere, oudere stengels kunnen ook verzameld worden, maar gebruik dan alleen het onderste (jongste) gedeelte en haal de buitenste schil eraf. De stengels smaken enigszins naar komkommer. Ze kunnen rauw gegeten worden, als snack of toegevoegd aan salades. Ook kunnen ze gekookt en gebakken worden, maar ook toegevoegd aan stoofschotels zijn ze goed te gebruiken. Ook zijn ze te gebruiken als vervanger voor asperges.
- Even later in het voorjaar van eind maart tot mei zijn de bladeren van de lisdodde te gebruiken door ze als spinazie te koken. Hiervoor kun je het beste jonge bladeren gebruiken want de Oudere bladeren zijn nogal taai.
- Nog weer wat later in het jaar in Juni en juli kunnen we de voedingstoffen van de bloem gebruiken, jonge bloemknoppen op dezelfde manier gegeten worden als de stengels en als de bloemen wat ouder zijn dan kan het stuifmeel uit de bloemen worden opgevangen om als meel te gebruiken, dit stuifmeel is het beste op te vangen door de lisdodde een beetje te buigen en vervolgens tegen de aar te tikken en het stuifmeel op te vangen in een zakje.
- Ben je te laat om het stuifmeel op te vangen en de bloem is al veranderd in de welbekende bruin tot zwarte sigaar die we vanaf augustus tot januari kunnen vinden, dan kun je de eetbare zaden nog oogsten dit gaat het beste door de aar van de stengel te ritsen en vervolgens het bruine pluis van de grote lisdodde er af te branden. daarna kun je de zaden drogen of roosteren om te gebruiken door meel. Uit de zaden kan ook een olie geperst worden, maar omdat het zaad heel klein is moet er erg veel van verzameld worden voor een kleine hoeveelheid olie.
- Tot slot blijft er nog een onderdeel van de plant over en dat is de wortelstok, deze kan het hele jaar worden gebruikt maar kunnen het beste in de herfst of winter verzameld worden van oktober tot maart, omdat ze dan de meeste voedingsstoffen opgeslagen hebben. De wortelstok is bijzonder rijk aan zetmeel. Hij is rauw te eten, maar het is beter om hem eerst te roosteren, bakken of koken.
Een leuke manier om de wortelstokken te bereiden is door de wortels in een open vuur of op hete kooltjes te bakken. De bast zal de wortel beschermen tegen het vuur. Na ongeveer vijftien minuten kun je ze uit het vuur of van de kolen halen en openscheuren de zetmeelrijke vezels kunnen er worden uitgehaald en zijn direct eetbaar.
Medicinaal
Over de medicinale werking van de lisdodde kan ik niet zoveel zeggen, maar wat ik wel weet is dat de bladeren van de lisdodde een vocht afdrijvende werking hebben. De gedroogde bladeren kunnen bijvoorbeeld toegevoegd worden aan thee. verder kunnen de bladeren en de fijngestampte wortel worden gebuikt als kompres op open wonden of om brandwonden mee af te dekken.